Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 juni 2022 in de zaak tussen
[eiser] , te Amsterdam, eiser
Procesverloop
Overwegingen
Wettelijk kader
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 16 juni 2022.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 16 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser], vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. C.G.M. de Groot, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, vertegenwoordigd door mr. C.J. Telting. De zaak betreft de intrekking van de bijstandsuitkering van [eiser] per 31 augustus 2021, na een besluit van het college op 15 september 2021. Het college heeft de bijstandsuitkering ingetrokken omdat [eiser] niet meewerkte aan het verstrekken van gevraagde gegevens en zich agressief gedroeg tijdens een gesprek met een handhavingsspecialist.
De rechtbank heeft vastgesteld dat [eiser] op 31 augustus 2021 niet op het gesprek was verschenen en dat hij op 6 september 2021 wel aanwezig was, maar niet de gevraagde rekeningafschriften kon overleggen. Tijdens dit gesprek werd [eiser] agressief toen er een huisbezoek ter sprake kwam, wat leidde tot zijn verwijdering uit het gebouw door beveiligers. De rechtbank heeft overwogen dat het college op basis van de Participatiewet het recht op bijstandsuitkering kan opschorten en intrekken indien de betrokkene niet voldoet aan verzoeken om gegevens.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het college de vereiste zorgvuldigheid in acht heeft genomen en dat de agressieve uitlatingen van [eiser] onvoldoende onderbouwd zijn in het licht van zijn psychische gesteldheid. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is om te oordelen dat het college niet zorgvuldig heeft gehandeld. Het beroep van [eiser] is ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen gelijk heeft gekregen in deze procedure. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht.