ECLI:NL:RBAMS:2022:3358

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
25 mei 2022
Publicatiedatum
15 juni 2022
Zaaknummer
AMS 21/5502
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag remigratie-uitkering op basis van leeftijdscriteria

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 25 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een vrouw met zowel de Nederlandse als de Turkse nationaliteit, en de Raad van Bestuur van de Sociale Verzekeringsbank. Eiseres had op 22 maart 2021 een aanvraag ingediend voor een remigratie-uitkering, omdat zij zich wilde vestigen in Turkije. De aanvraag werd echter afgewezen op 1 april 2021, omdat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden van de Remigratiewet. Dit besluit werd in een later bezwaar op 12 oktober 2021 gehandhaafd, wat leidde tot het beroep van eiseres.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet in aanmerking komt voor de remigratie-uitkering, omdat zij in Nederland is geboren en niet voldoet aan de leeftijdseis van minimaal 55 jaar op het moment van de aanvraag. Eiseres betoogde dat de leeftijdsgrens arbitrair is en dat er sprake is van leeftijdsdiscriminatie. De rechtbank oordeelde echter dat de wetgever een legitiem doel had met de verhoging van de leeftijdsgrens van 45 naar 55 jaar, en dat er geen sprake was van ongeoorloofd onderscheid naar leeftijd.

De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag door verweerder terecht was, en verklaarde het beroep ongegrond. Eiseres heeft geen recht op vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 21/5502

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 mei 2022 in de zaak tussen

[eiseres] , te Amsterdam, eiseres

(gemachtigde: mr. G.J. de Kaste),
en

de raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank, verweerder

(gemachtigde: drs. W. van en Berg).

Procesverloop

Met een besluit van 1 april 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres voor een uitkering op grond van de Remigratiewet afgewezen.
Met een besluit van 12 oktober 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 mei 2022. Eiseres was aanwezig, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde.

Overwegingen

Wat aan deze procedure voorafging
1. Eiseres is op [geboortedatum] geboren in Amsterdam. Zij heeft zowel de Nederlandse als de Turkse nationaliteit. Op 22 maart 2021 heeft eiseres bij verweerder een aanvraag voor een remigratie-uitkering ingediend, omdat zij zich wil vestigen in Turkije. In haar aanvraag heeft eiseres aangegeven dat zij van 1986 tot 1999 in Turkije heeft geleefd.
2. Met het primaire besluit heeft verweerder de aanvraag van eiseres afgewezen. Aan dit besluit heeft verweerder ten grondslag gelegd dat eiseres niet aan de voorwaarden voor een remigratie-uitkering voldoet. Met het bestreden besluit heeft verweerder dit standpunt gehandhaafd. Eiseres behoort niet tot de doelgroep om te remigreren omdat zij in Nederland is geboren. Wanneer eiseres zich in Turkije zou vestigen, is sprake van emigratie en geen remigratie. Bovendien was eiseres op de datum van de aanvraag niet tenminste 55 jaar.
Standpunt van eiseres
3. Eiseres is het niet eens met het bestreden besluit en deze is ondeugdelijk gemotiveerd. Volgens eiseres wordt ten onrechte verwezen naar artikel 2b, eerste lid, onder h van de Remigratiewet, dit onderdeel ziet op het vereiste van verblijf in Nederland in de acht jaren voorafgaand aan de aanvraag. Eiseres voert verder aan dat een onderscheid in leeftijd rechtens niet is toegestaan. Zij acht de grens van 55 jaar voor remigratie arbitrair en vindt dat sprake is van leeftijdsdiscriminatie, althans een ongeoorloofd onderscheid naar leeftijd.
Wettelijk kader
4. In artikel 1a van de Remigratiewet wordt de doelgroep van deze wet genoemd.
5. Uit artikel 2b, eerste lid, onder c van de Remigratiewet volgt dat de remigrant ten minste 55 jaar oud moet zijn op het tijdstip van aanvraag om in aanmerking te komen voor de remigratie-uitkering.
Het oordeel van de rechtbank
6. De rechtbank moet in deze zaak de vraag beantwoorden of verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat eiseres geen recht heeft op een remigratie-uitkering.
7. De rechtbank stelt in de eerste plaats vast dat eiseres op [geboortedatum] is geboren in Amsterdam. Voor haar 18e levensjaar heeft eiseres gedurende langere periode gewoond in Turkije. Eiseres wil graag (opnieuw) om haar moverende redenen in Turkije wonen en voert aan dat zij een remigratie-uitkering nodig heeft om daar een bestaan op te bouwen.
8. De rechtbank stelt verder vast dat verweerder terecht heeft geconcludeerd dat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden voor een remigratie-uitkering die volgen uit de hiervoor genoemde artikelen. De aanvrager van een remigratie-uitkering dient minimaal 55 jaar oud te zijn op het moment van de aanvraag en de aanvrager dient buiten Nederland geboren te zijn. Eiseres is evident jonger dan 55 jaar en is in Amsterdam geboren.
9. Anders dan eiseres heeft betoogd is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van ongeoorloofd onderscheid naar leeftijd. Uit de Memorie van Toelichting bij de wijziging van de Remigratiewet [1] volgt dat de leeftijdsgrens (die bij de wijziging werd verhoogd van 45 naar 55 jaar) een bewuste keuze was van de wetgever gelet op de vergrijzing/behoud van capaciteit voor de arbeidsmarkt. Zoals ook door de Raad van State overwogen in de uitspraak van 2 augustus 2017 [2] , is volgens de rechtbank hiermee geen sprake van ongerechtvaardigd onderscheid en dient het leeftijdsvereiste een legitiem doel.
Conclusie
10. Gelet op het vorenstaande heeft verweerder de aanvraag van eiseres om een remigratie-uitkering terecht afgewezen omdat zij niet voldoet aan de voorwaarden.
11. Het beroep is ongegrond. Voor een vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M. Verberne, rechter, in aanwezigheid van
mr.N. Bissumbhar, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 mei 2022.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.

Voetnoten

1.Kamerstukken 11 2011/12, 33 085, nr. 3, blz. 2 en 3.
2.Uitspraak van 2 augustus 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2100.