ECLI:NL:RBAMS:2022:3298

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 juni 2022
Publicatiedatum
14 juni 2022
Zaaknummer
C/13/717083 / KG ZA 22-384
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van afspraken in kort geding tussen vakantiepark en voormalig eigenaar chalet

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 13 juni 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap Chalet Parc De Vechtoever B.V. (hierna: De Vechtoever) en een voormalig eigenaar van een chalet op het vakantiepark. De Vechtoever vorderde dat de gedaagde, die eerder een chalet op het park bezat, zou worden verboden zich negatief uit te laten over De Vechtoever en haar functionarissen, op straffe van een dwangsom. De achtergrond van het geschil ligt in een eerdere schikkingsovereenkomst tussen partijen, waarin afspraken waren gemaakt over de overdracht van het chalet en het doen van negatieve uitlatingen. De gedaagde had zich echter niet aan deze afspraken gehouden en had zich publiekelijk negatief uitgelaten over De Vechtoever, wat leidde tot de vordering in kort geding.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de gedaagde gebonden was aan de afspraken uit de schikkingsovereenkomst en dat er geen tijdsbeperking was voor het verbod op negatieve uitlatingen. De rechter benadrukte dat de vrijheid van meningsuiting niet onbeperkt is en dat onnodig grievende uitlatingen niet onder de bescherming van de wet vallen. De rechter wees de vorderingen van De Vechtoever toe en legde de gedaagde een dwangsom op voor elke overtreding van het verbod. Tevens werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis bevestigt de noodzaak voor partijen om zich aan gemaakte afspraken te houden en de grenzen van de vrijheid van meningsuiting in privaatrechtelijke overeenkomsten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/717083 / KG ZA 22-384 MDvH/EB
Vonnis in kort geding van 13 juni 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CHALET PARC DE VECHTOEVER B.V.,
gevestigd te Nederhorst den Berg,
eiseres bij conceptdagvaarding,
advocaat mr. M.C.J. Freijters te Koekange,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde, vrijwillig verschenen,
advocaat mr. P.J.L. Tacx te Someren.
Partijen zullen hierna De Vechtoever en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

Op de zitting van 30 mei 2022 heeft De Vechtoever de vorderingen zoals omschreven in de (concept) dagvaarding en de akte vermeerdering van eis toegelicht. [gedaagde] heeft verweer gevoerd.
De Vechtoever heeft stukken ingediend en [gedaagde] een pleitnota.
Ter zitting waren aan de zijde van De Vechtoever [naam 1] ( [functie] ) en mr. Freijters aanwezig. [gedaagde] was aanwezig met mr. Tacx.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
De Vechtoever exploiteert een vakantiepark. Tot maart 2022 had [gedaagde] op dat park een stuk grond met een chalet in eigendom.
2.2.
Tussen partijen speelden veel conflicten. [gedaagde] heeft jarenlang aan mede-parkbewoners per e-mail een soort bulletin verstuurd waarin zij verslag deed van wat zij zag als misstanden op het park. Partijen hebben elkaar regelmatig getroffen in de rechtszaal.
2.3.
Op 13 januari 2022 hebben partijen tijdens een zitting bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland onder meer de hieronder vermelde afspraken gemaakt.
“(…)
[gedaagde] zal meewerken aan de overdracht van haar chalet aan De Vechtoever per 1 maart 2022. De Vechtoever zal aan [gedaagde] een bedrag betalen van € 190.000,00. Dit is de koopprijs voor het perceel, het chalet en de daarbij gebruikelijke bijbehorende zaken, kosten koper.
(…)
[gedaagde] heeft tot 1 maart 2022 alleen toegang tot het park De Vechtoever voor zover noodzakelijk voor het leeghalen van haar chalet en het gereedmaken van haar chalet voor de overdracht.
[gedaagde] en De Vechtoever zullen zich wederzijds ten opzichte van elkaar onthouden van het doen van negatieve uitlatingen jegens elkaar en jegens derden op het park. Tevens zullen partijen volledige geheimhouding betrachten ten aanzien van de inhoud van deze overeenkomst, voor zover zij niet tot het geven van die informatie wettelijk zijn verplicht.
Alle nog lopende (gerechtelijke) civiele en bestuursrechtelijke procedures tussen partijen worden binnen een week ingetrokken.
De wederzijdse aangiftes jegens elkaar bij de politie worden binnen een week na heden ingetrokken.
(…)”.
Bij die zitting op 13 januari 2022 waren aan de zijde van De Vechtoever onder anderen [naam 1] en zijn vader [naam 2] aanwezig.
2.4.
Op 28 februari 2022 heeft [gedaagde] haar chalet aan De Vechtoever geleverd tegen betaling van de overeengekomen koopsom.
2.5.
Op 27 april 2022 heeft [gedaagde] een e-mail gestuurd aan de bewoners van De Vechtoever, met daarin de volgende passages:
“(…)
Missen jullie me al? Ik jullie niet. Já ik moet er maar eerlijk over zijn.
Na bijna vijf jaar hel is het fijn dat een rechter niet lang gelee zei dat de parkhufters mijn chalet van me moesten kopen. Zie bijlage.
Voor 190K. Dat is leuk als je er medio 2017 een 55K voor betaald hebt. Toch? Nou dan.
Komende 18/05 teken ik voor een huis in FR (paar plaatjes ook voor de leuk) én er komt 11/6 weer een nieuw puppetje (ook plaatje) waar ik erg blij mee ben.
Mocht niet op het park van de randmongolen. Iedereen mag een hond. Ik niet. Nou ja jongens we gaan het er niet meer over hebben
Ik hoop dat vader en zoon krijgen wat ze verdienen. En méér dan dat. Merk even op dat ik niet zeg wát ze verdienen ;-) Anders gaat die advo Freijters weer los. Op jullie kosten. Ik doe em cc.
Flink verbouwen (huis niet puppetje) zoals je ziet, maar ja één stap tegelijk.
Ja én ik heb mijn eerste twee boeken online gezet!
Het is nog niet helemaal klaar, maar ondertussen ben ik wel rétetrots.
Hier [internetsite] staan ze vers van de pers!
(…)
En u begrijpt … het boek waar ik aan werk zal ‘ [naam boek 1] ’ gaan heten. Of ‘ [naam boek 2] ’, daar ben ik nog niet helemaal over uit.
Maar het beschrijft hoe dan ook de situatie ter plaatse inclusief de permanente bewoning die wel of niet door gemeente Wijdemeren gedoogd wordt mits de heren [naam 1] je maar tot zombie gereduceerd hebben.
Ik laat jullie uiteraard weten wanneer dit online staat.
(…)”.

3.Het geschil

3.1.
De Vechtoever vordert na aanvulling van eis, kort gezegd, [gedaagde] te verbieden de afspraak in artikel 4 van de schikkingsovereenkomst te schenden of zich onnodig grievend uit te laten over De Vechtoever en haar functionarissen, op straffe van verbeurte van een dwangsom, en haar te veroordelen in de proceskosten en de nakosten.
3.2.
[gedaagde] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Gevorderd wordt onder meer nakoming van gemaakte afspraken. Het verweer van [gedaagde] komt erop neer dat De Vechtoever de afspraak anders uitlegt dan die is gemaakt. Volgens [gedaagde] kan artikel 4 van de schikkingsovereenkomst niet los worden gezien van artikel 3. Zij stelt dat die afspraak slechts gold zolang het chalet niet was overgedragen.
4.2.
Uit de wederzijdse standpunten blijkt dat partijen de overeenkomst op dit punt elk in verschillende zin hebben opgevat. Ter beantwoording van de vraag welke opvatting de juiste is, komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs mochten toekennen aan het beding waarvan nakoming wordt gevorderd en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
4.3.
In de tekst van de overeenkomst is met geen woord gerept over een beperking in tijdsduur op het verbod tot het doen van negatieve uitlatingen. Een beperking in tijdsduur ligt ook niet voor de hand in de gegeven omstandigheden. Partijen hebben een roerige geschiedenis met elkaar. Zo heeft de rechter [gedaagde] in het verleden verboden zich uit te laten over het bestaan van een cultuur van willekeur en van een (verdeel en heers) bananenrepubliek op het park en over het – door [gedaagde] gestelde – systematisch treiteren, dreigen, bedreigen, liegen en bedriegen van chaleteigenaren door De Vechtoever en door [naam 2] . In dezelfde uitspraak heeft de rechter haar verboden [naam 2] te vergelijken met Adolf Hitler (ECLI:NL: RBMNE:2019:6068). De bedoeling van de op 13 januari 2022 gemaakte afspraken was dat partijen van elkaar zouden worden bevrijd. Partijen waren blij met de suggestie van de voorzieningenrechter om de zitting te benutten om te onderzoeken hoe zij uit elkaar zouden kunnen gaan. Van de koopsom maakte een flinke ‘oprotpremie’ deel uit, dat is niet in geschil. Niet valt in te zien dat De Vechtoever die oprotpremie zou hebben betaald om slechts voor de periode tot de overdracht van het chalet – een paar maanden – bevrijd te zijn van dit soort ongefundeerde uitlatingen. [gedaagde] mocht dat ook niet verwachten. Voorshands is dan ook aannemelijk dat het verbod om zich negatief uit te laten over De Vechtoever onbeperkt in tijd is. Voorshands is eveneens aannemelijk dat de verplichting niet alleen geldt jegens De Vechtoever, maar ook jegens de heren [naam 1] . De onrechtmatige uitingen van [gedaagde] waren en zijn immers met name tegen hen gericht. Dat de heren [naam 1] geen partij waren in de procedure die tot de schikking heeft geleid, doet daar niet aan af.
4.4.
Een volgend verweer van [gedaagde] is principieel van aard. Zij stelt, onder verwijzing naar een uitspraak van het gerechtshof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2015:3545), dat het recht op uitingsvrijheid niet kan worden ingeperkt door een privaatrechtelijke overeenkomst. De vergelijking met die zaak gaat niet op. De feiten lagen in die zaak geheel anders. Daar ging het om een fotograaf die niet mocht fotograferen in een centrum voor vreemdelingendetentie zonder voorafgaande overeenkomst waarin de verspreiding van de te maken foto’s deels afhankelijk werd gesteld van toestemming van de Dienst Justitiële Inrichtingen. In dit geval hebben partijen, om een eind te maken aan hun reeds lang voortslepende geschillen, verklaard zich niet negatief over de ander te zullen uitlaten. Bovendien heeft [gedaagde] mede voor de verplichting die zij hiermee op zich nam een betaling geaccepteerd. De overeenkomst heeft in dit geval dan ook een ander karakter. Bovendien is ook de vrijheid van meningsuiting niet onbeperkt. Het gebruik van onnodig grievende bewoordingen kan tot onrechtmatigheid leiden en op die grond niet zijn toegestaan. De bewoordingen die [gedaagde] heeft gebruikt, zoals ‘parkhufter’ en ‘randmongool’, vallen niet onder de bescherming van artikel 7 Grondwet en artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
4.5.
Al met al is voorshands aannemelijk dat [gedaagde] nog steeds gebonden is aan het bepaalde in artikel 4 van de schikkingsovereenkomst.
4.6.
De Vechtoever heeft een spoedeisend belang bij haar vorderingen, omdat [gedaagde] ervan overtuigd is dat het haar vrij staat zich publiekelijk negatief uit te laten over het park, en informatie over de schikking met derden te delen. Zij heeft de schikkingsovereenkomst als bijlage bij haar e-mail van 27 maart 2022 verzonden aan allerlei derden zonder dat daartoe een rechtsplicht bestond. Ook dat levert een schending van artikel 4 van de overeenkomst op. Op dit moment is [gedaagde] bezig met een boek over de – in haar visie – wantoestanden op het park en andere chaletparks in Nederland. De dreiging van verdere overtredingen van de overeenkomst houdt dan ook onverminderd aan, ook als van het boek niet meer dan tien exemplaren zullen worden verkocht, zoals [gedaagde] verwacht.
4.7.
De vervolgvraag is waartoe dit allemaal moet leiden. De vorderingen van De Vechtoever komen er allemaal op neer dat het [gedaagde] moet worden verboden zich negatief uit te laten over haar en de functionarissen die haar vertegenwoordigen, of zij dat nou doet in een publicatie of daarbuiten. De aanvullende vordering om haar te verbieden zich onnodig grievend uit te laten over de functionarissen van De Vechtoever heeft geen zelfstandig belang naast een verbod op het doen van negatieve uitlatingen. De drempel van zich ‘onnodig grievend’ uitlaten ligt hoger dan die van zich ‘negatief’ uitlaten. Daarom zullen de vorderingen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld. Gesteld noch gebleken is dat [gedaagde] nog andere functionarissen dan de heren [naam 1] op de korrel heeft genomen. De uit te spreken veroordeling zal daarom worden beperkt tot De Vechtoever en die twee personen.
4.8.
Voorshands wordt ervan uitgegaan dat voor partijen duidelijk is wat ‘negatieve uitlatingen’ zijn. Het risico van executiegeschillen is geen reden om de vordering af te wijzen. Bij de huidige stand van zaken dient dat risico in ieder geval zonder meer bij [gedaagde] te liggen.
4.9.
De gevorderde dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd tot de bedragen genoemd in de beslissing.
4.10.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van De Vechtoever worden begroot op:
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat
1.016,00
Totaal € 1.692,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
gebiedt [gedaagde] de verplichtingen van artikel 4 van de schikkingsovereenkomst van 13 januari 2022 na te komen, en verbiedt haar zich negatief uit te laten over De Vechtoever en de heren [naam 1] en [naam 2] ,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan De Vechtoever een dwangsom te betalen van € 5.000,00 voor iedere keer dat zij na betekening van dit vonnis niet voldoet aan de onder 5.1. en 5.2. uitgesproken ge- en verboden, tot een maximum van € 100.000,00 is bereikt,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van De Vechtoever tot op heden begroot op € 1.692,00,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 voor salaris advocaat, te vermeerderen met € 85,00 en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. Dudok van Heel, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. E. van Bennekom, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2022. [1]

Voetnoten

1.type: eB