Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 29 december 2015
[appellant] ,
de Staat der Nederlanden,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
“Artikel 2 Voorwaarden
Artikel 3correctie c.q. verbod
Artikel 6Geheimhouding
subsidiairvordert dat het hof:
“pressing social need”bestaat. De Staat beroept zich er op dat hij dient te waken voor de rust en veiligheid binnen detentiecentra, de privacy van bewoners en de feitelijke juistheid van de door de media over de detentiecentra te verschaffen informatie. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, is echter niet duidelijk waarom door de verspreiding of publicatie van de door [appellant] gemaakte foto’s, waarop geen bewoners of medewerkers zijn afgebeeld, de privacy in het geding zou zijn of waarom daardoor de rust en de veiligheid binnen de detentiecentra zou kunnen worden verstoord. Het door de Staat bij pleidooi naar voren gebrachte voorbeeld, dat opruiende bijschriften bij de foto’s tot onrust bij de gedetineerden zouden kunnen leiden, leidt niet tot een andere conclusie. Uit niets blijkt dat het hierbij om iets anders dan een theoretische situatie gaat, waarvan op geen enkele wijze aannemelijk is gemaakt dat deze zich daadwerkelijk zal voordoen indien de foto’s van [appellant] verder worden verspreid. Een dergelijke theoretische mogelijkheid is onvoldoende om een inbreuk op artikel 10 lid 1 EVRM te kunnen rechtvaardigen.
Beslissing
in eerste aanlegbegroot op € 154,52 voor verschotten en € 2.448,- voor salaris van de advocaat en
in hoger beroepop € 388,84 voor verschotten en € 2.682,-- voor salaris van de advocaat;