Op dit punt hebben de bewindvoerder c.s. de vordering niet weersproken, zodat dit bedrag toewijsbaar is, mits de verhuurder bewijst dat het stopcontact vervangen is, dat deze kosten ook daadwerkelijk zijn gemaakt en betaald (door het overleggen van een factuur en een betalingsbewijs daarvan) en dat deze kosten redelijk zijn.
Conclusie ten aanzien van de gestelde opleveringsgebreken
3.17
De conclusie ten aanzien van de gestelde opleveringsgebreken luidt als volgt:
[eiseres] dient ten aanzien van de scheur in wastafel te bewijzen dat er ten tijde van de opleveringsinspectie een scheur in de wastafel aanwezig was.
[eiseres] dient ten aanzien van de kostenposten: schilderwerk muren, schoonmaak, scheur in wastafel, gaatjes opvullen en schilderen kozijn, vervangen kookplaat en het stopcontact te bewijzen dat de gestelde werkzaamheden daadwerkelijk door haar zijn uitgevoerd, dat deze kosten zijn gemaakt en betaald (door het overleggen van een factuur en een betalingsbewijs daarvan) en dat deze kosten redelijk zijn.
de bewindvoerder c.s. dienen te bewijzen dat de barst in de kookplaat (dit laatste al dan niet doordat Dennis, medewerker van [eiseres] , dit bevestigt) al bij de aanvang van de huurovereenkomst aanwezig was.
e vordering wordt afgewezen op het punt van de gevorderde kosten voor vervanging van de bovenkasten in de keuken en het ophangstuk van de wifi-router.
Partijen zullen tegelijkertijd in de gelegenheid gesteld worden om het hierboven opgedragen bewijs te leveren.
De gevorderde contractuele rente van 1 % per maand (in conventie)
3.18
De bedongen rente, die hoger is dan de actuele wettelijke handelsrente, wordt in beginsel als oneerlijk beschouwd. [eiseres] heeft niet toegelicht waarom dit hogere percentage aan bedongen rente een evenredige vergoeding van haar schade is, zodat dit beding buiten toepassing wordt gelaten. De gevorderde contractuele rente wordt afgewezen. Voor zover [eiseres] subsidiair de wettelijke rente heeft gevorderd, wordt deze eveneens afgewezen, omdat uit het Dexia arrest HvJ EU van 27 januari 2021 volgt dat [eiseres] , na het buiten toepassing laten van de bedongen contractuele rente omdat dit beding als oneerlijk moet worden aangemerkt, geen aanspraak kan maken op de in een bepaling van aanvullend nationaal recht vastgestelde wettelijke schadevergoeding die zonder dat beding van toepassing zou zijn geweest.
Terugbetaling waarborgsom (in reconventie)
3.19
De vordering tot terugbetaling van de waarborgsom kan pas beoordeeld worden nadat vaststaat of en zo tot welk bedrag [eiseres] herstelkosten daarop in mindering mag brengen. Op dit punt wordt de zaak dan ook aangehouden.
Terugbetaling inschrijfgeld (in reconventie)
3.2
Op grond van art. 7:264 lid 1 BW is een in verband met de totstandkoming van de huurovereenkomst van woonruimte gemaakt beding dat niet de huurprijs betreft nietig indien daarbij ten behoeve van een der partijen een niet redelijk voordeel wordt overeengekomen. Uit de uitspraak van HR 16 juli 2021 ECLI:NL:HR:2021:1157 en in navolging daarvan de uitspraak van Rb. Amsterdam 22 februari 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:673 volgt dat het (bijzondere omstandigheden daargelaten) alleen dan redelijk is dat de verhuurder aan de huurder kosten in rekening brengt, wanneer daartegenover een prestatie van de verhuurder staat, waarbij de huurder gebaat is. Daarvan is geen sprake wanneer de prestatie van de verhuurder uitsluiten of voornamelijk zijn eigen belangen dient of het een prestatie betreft waartoe de verhuurder op grond van de huurovereenkomst of de wet ook zonder beding gehouden is, of deze anderszins behoort bij een normale woningexploitatie. 3.21
Met betrekking tot het inschrijfgeld heeft [eiseres] tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat zij op de website heeft aangegeven dat € 25,00 aan inschrijfkosten verschuldigd zijn. Vervolgens worden contractkosten van € 50,00 in rekening gebracht voor het opmaken van de huurovereenkomst, de bezichtiging van de woning met de huurder en bij akkoord, de ondertekening van de huurovereenkomst.
De kantonrechter is van oordeel dat werkzaamheden zoals het opmaken en ondertekenen van de huurovereenkomst en het uitvoeren van bezichtigingen geacht worden te behoren tot een normale woningexploitatie en zij vormen geen tegenprestatie waardoor de huurder is gebaat als bedoeld in het arrest van de Hoge Raad. Ook tegenover het bedrag aan inschrijfkosten van € 25,00 staat naar het oordeel van de kantonrechter niet een tegenprestatie waardoor de huurder is gebaat. Dat wordt ook bevestigd doordat [eiseres] ter zitting heeft aangegeven dat zij het bedrag op haar website heeft gezet om er zelf van verzekerd te zijn dat alleen serieuze kandidaten reageren.
Het hier overwogene leidt ertoe dat [eiseres] in het eindvonnis zal worden veroordeeld om het inschrijfgeld aan de bewindvoerder c.s. terug te betalen.
Conclusie in conventie en in reconventie
3.22
Uit het hiervoor overwogene volgt dat de vorderingen in conventie en in reconventie voor zover jegens [gedaagde] gericht zullen worden afgewezen, conform het in rov. 3.2 overwogene.
3.23
In conventie wordt [eiseres] in de gelegenheid gesteld ten aanzien van de bestaande huurachterstand een overzicht over te leggen, zoals is aangegeven in rov. 3.4. De gevorderde administratiekosten ex art. 3.10 van de huurovereenkomst, buitengerechtelijke kosten en contractuele rente ex art. 14.2 van de huurovereenkomst worden afgewezen conform het in rov. 3.5, 3.6 en 3.18 overwogene. Met betrekking tot de gevorderde herstelkosten worden partijen in de gelegenheid gesteld bewijs te leveren, zoals hierboven in rov. 3.17 is aangegeven.
3.23
In reconventie wordt de beslissing ten aanzien van de terugbetaling van de waarborgsom aangehouden totdat beslist wordt over de vordering in conventie tot betaling van herstelkosten. De vordering tot terugbetaling van de inschrijfkosten zal in het eindvonnis worden toegewezen.
3.24
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
In conventie en in reconventie:
I. laat elk der partijen toe te bewijzen hetgeen hiervoor in dit vonnis als door elk van hen te bewijzen zoals hierboven in rov. 3.17 is geformuleerd;
II. bepaalt dat elk der partijen daartoe ter openbare terechtzitting van
donderdag 23 juni 2022 te 10.00 uurkunnen mededelen of, en zo ja op welke wijze, zij van die bewijsopdracht gebruik wensen te maken, waarna daarvoor dag en uur zullen worden bepaald;
III. verwijst de zaak naar
de hierboven genoemde rolzittingvoor het indienen door [eiseres] van een akte met daarin een overzicht van de huurachterstand, zoals hierboven in rov. 3.4 is overwogen;
IV. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.A.M. Jacobs, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 9 juni 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.