Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 9 februari 2021
- de conclusie van antwoord van 28 april 2021
- het tussenvonnis van 18 augustus 2021, waarin de mondelinge behandeling is bepaald
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 5 november 2021.
2.De feiten
De vergadering wordt gevraagd of zij voor of tegen het besluit tegen kamerverhuur op [adres] -1 is:
3.Het geschil
4.De beoordeling
bestemd voor bewoning”. Naar objectieve maatstaven volgt uit deze bewoordingen dat [adres] -I als woning moet worden gebruikt. Voor de stelling van [eiser] dat hiermee alleen een feitelijke beschrijving is gegeven van de situatie op het moment van splitsing biedt de akte geen aanknopingspunten. Dit zou bovendien betekenen dat de bestemming in het geheel niet is geregeld, wat de rechtbank niet aannemelijk voorkomt.
plan”, dat wil zeggen de splitsingstekening, de gedeelten van het complex, die “
bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt”, zijn aangegeven en voorzien van een Arabisch cijfer. Volgens [eiser] is hiermee niets anders bedoeld dan dat ieder appartementsrecht betrekking heeft op het geheel aan ruimtes dat op deze tekening met het betreffende cijfer (1, 2, 3 of 4) is aangeduid. Volgens de VvE volgt uit deze woorden, die ook zijn gebruikt in de definitie van privé gedeelte in artikel 1 van het splitsingsreglement, dat ieder appartementsrecht alleen als geheel, en dus niet als twee aparte studio’s of anderszins als meerdere woningen, mag worden gebruikt.
die bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt” in dit artikel heeft dus betrekking op de omvang/inhoud van het appartementsrecht en heeft niet tot doel om beperkingen op te leggen ten aanzien van het gebruik of de inrichting van die ruimtes. Het artikel staat er met name niet aan in de weg dat één appartementsrecht feitelijk wordt verdeeld in meerdere woningen en als zodanig wordt gebruikt, zonder dat een juridische (onder)splitsing plaatsvindt. Dat zou immers betekenen dat een appartementsrecht nooit in delen zou mogen worden gebruikt en dat is niet de bedoeling geweest van de wetgever. Om die reden moet worden aangenomen dat de bedoeling van dezelfde zinsnede in de splitsingsakte ook niet is geweest om aan dat gebruik in de weg te staan.
gebruiker” in artikel 1 van het splitsingsreglement, geeft geen aanleiding voor een andere uitleg van de splitsingsakte. Deze definitie sluit niet uit dat er meerdere gebruikers zijn die (gezamenlijk) het recht van uitsluitend gebruik van een privé gedeelte hebben. Ook elders in de splitsingsakte of het splitsingsreglement ziet de rechtbank geen aanknopingspunten voor de uitleg die de VvE voorstaat. Anders dan in de zaak die voorlag in het vonnis van de rechtbank Den Haag van 23 maart 2015 [2] , waarnaar de VvE verwijst, is in het splitsingsreglement bijvoorbeeld niet uitdrukkelijk bepaald dat een eigenaar zijn appartementsrecht slechts in zijn geheel in gebruik kan geven.
1.126,00(2,0 punten × tarief € 563,00)