ECLI:NL:RBAMS:2022:3147

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 juni 2022
Publicatiedatum
9 juni 2022
Zaaknummer
9525043
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzetprocedure over betalingsverplichtingen uit overeenkomst van opdracht tussen Exploitatiemaatschappij Clipperstaete B.V. en Taxwise Advocaten B.V.

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, betreft het een verzetprocedure van Exploitatiemaatschappij Clipperstaete B.V. tegen een verstekvonnis dat op 16 september 2021 is gewezen. Clipperstaete, die zich bezighoudt met de handel in en het beheer van onroerende goederen, had een geschil met Taxwise Advocaten B.V., een fiscaal advocatenkantoor, over onbetaalde facturen voor verleende diensten. Taxwise had Clipperstaete zes facturen gestuurd voor werkzaamheden die in de periode van juli 2019 tot september 2020 waren verricht, maar Clipperstaete had deze facturen ter waarde van € 10.293,30 onbetaald gelaten. Taxwise vorderde betaling van dit bedrag, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, en het verstekvonnis had Clipperstaete veroordeeld tot betaling van deze bedragen.

Clipperstaete voerde in haar verzetdagvaarding aan dat de oorspronkelijke dagvaarding nietig was en dat er geen overeenkomst van opdracht bestond. De kantonrechter oordeelde echter dat de oorspronkelijke dagvaarding niet nietig was en dat er wel degelijk een overeenkomst van opdracht bestond tussen de partijen. De rechter concludeerde dat Clipperstaete de facturen voor de werkzaamheden van Taxwise moest betalen en verklaarde het verzet ongegrond. Clipperstaete werd veroordeeld in de kosten van de verzetprocedure, die op € 746 aan salaris voor de gemachtigde werden begroot, plus nakosten van € 124.

De uitspraak werd gedaan door kantonrechter G.P. Oosterhoff op 10 juni 2022, waarbij het vonnis van 16 september 2021 werd bekrachtigd en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
Zaaknummer en rolnummer: 9525043 / CV 21-15719
Uitspraak: 10 juni 2022
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van:
Exploitatiemaatschappij Clipperstaete B.V.
gevestigd te Amsterdam,
opposant,
verder te noemen Clipperstaete,
gemachtigde voorheen mr. B.A.M. Hampsink te Amsterdam, nu procederend in persoon,
t e g e n
Taxwise Advocaten B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
geopposeerde,
verder te noemen Taxwise,
gemachtigde mr. T. Vink te Amsterdam.

1.VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de verzetdagvaarding van 27 oktober 2021 met het antwoord van Clipperstaete op de oorspronkelijke vordering van Taxwise, met producties,
  • het tussenvonnis van 11 januari 2022, waarbij een mondelinge behandeling is gelast,
  • de conclusie van antwoord in oppositie van Taxwise, met producties,
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 12 mei 2022 met de daarin genoemde stukken.
Daarna is vonnis bepaald.
GRONDEN VAN DE BESLISSING

2.Feiten en omstandigheden

2.1.
Taxwise is een fiscaal advocatenkantoor. Clipperstaete houdt zich bezig met de handel in en het beheer van onroerende goederen. Clipperstaete was, samen met enkele met haar verbonden personen en rechtspersonen, in gesprek met de Belastingdienst over een schikking.
2.2.
Taxwise heeft Clipperstaete zes facturen gestuurd voor werkzaamheden die Taxwise heeft verricht voor Clipperstaete en enkele met haar verbonden personen en rechtspersonen. Het gaat om werkzaamheden in juli 2019 en april, mei, juni, juli en september 2020.
2.3.
Clipperstaete heeft de facturen voor een bedrag van € 10.293,30 onbetaald gelaten.

3.Het geschil

3.1.
Taxwise vorderde in haar oorspronkelijke dagvaarding van 25 augustus 2021 dat Clipperstaete bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis wordt veroordeeld tot betaling van:
a. € 10.293,30 aan hoofdsom;
b. wettelijke handelsrente over € 10.293,30 met ingang van de dag volgend op de vervaldatum van de facturen;
c. € 878 aan buitengerechtelijke incassokosten;
d. wettelijke handelsrente over € 878 met ingang van de dag van betekening van de dagvaarding; en
e. de proceskosten.
3.2.
Bij verstekvonnis van 16 september 2021 met zaak/rolnummer 9419202 CV EXPL 21-12624 (hierna: het verstekvonnis) heeft de kantonrechter Clipperstaete veroordeeld tot betaling van:
a. € 10.293,30 ter zake van de hoofdsom vermeerderd met de wettelijke handelsrente hierover vanaf de dag volgend op de vervaldatum van de factuur tot de voldoening;
b. € 878 ter zake van buitengerechtelijke kosten; en
c. de proceskosten.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
3.3.
Clipperstaete vordert in haar verzetdagvaarding, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
a. Clipperstaete te ontheffen van de veroordelingen in het verstekvonnis en Taxwise niet ontvankelijk te verklaren althans haar vorderingen af te wijzen; en
b. Taxwise te veroordelen in de proceskosten.
3.4.
Taxwise stelt kort gezegd dat zij op grond van een overeenkomst van opdracht met Clipperstaete diensten heeft verricht aan Clipperstaete en met haar verbonden personen en rechtspersonen, waarvoor Clipperstaete zou betalen. Taxwise vordert nakoming van die betalingsverplichting onder de overeenkomst.
3.5.
Clipperstaete voert verweer tegen de vordering en voert daartoe – samengevat – aan dat de oorspronkelijke dagvaarding nietig was omdat de betekeningsvoorschriften niet zijn nageleefd zodat Taxwise in de kosten van, naar de kantonrechter begrijpt, de verstekprocedure moet worden veroordeeld. Clipperstaete betwist verder dat er een overeenkomst was met Clipperstaete, althans een schriftelijke overeenkomst, althans dat die overeenkomst inhield dat Clipperstaete zou betalen voor dienstverlening aan met haar verbonden personen en rechtspersonen. Clipperstaete heeft als verweer aangevoerd dat de samenwerking met Taxwise is beëindigd op 11 juni 2020, zodat niets verschuldigd is voor werkzaamheden van na die datum.

4.Beoordeling

4.1.
Op het exploot van de oorspronkelijke dagvaarding van 25 augustus 2021 heeft de deurwaarder vermeld dat geweigerd werd deze in ontvangst te nemen, zodat in een gesloten envelop afschrift is gelaten aan het adres van Clipperstaete. Clipperstaete heeft gesteld dat onduidelijk is wie de dagvaarding heeft geweigerd, dat de dagvaarding niet op het adres van Clipperstaete is aangetroffen en dat onwaarschijnlijk is dat de deurwaarder die op het juiste adres heeft achtergelaten. In het licht van de vermeldingen van de deurwaarder op het exploot, een authentieke akte, heeft Clipperstaete onvoldoende toegelicht dat de betekeningsvoorschriften niet zijn nageleefd. Aan het leveren van tegenbewijs tegen de vermeldingen in het exploot wordt daarom niet toegekomen. De oorspronkelijke dagvaarding is niet nietig, zodat Taxwise niet alsnog in de kosten van de verstekprocedure wordt veroordeeld. Het beroep op de nietigheid van de oorspronkelijke dagvaarding dient overigens op grond van artikel 122 Rv te worden verworpen omdat Clipperstaete niet heeft toegelicht hoe, en evenmin is gebleken dat, zij door de beweerde nietigheid in haar belang is geschaad.
4.2.
De kantonrechter is van oordeel dat tussen Taxwise en Clipperstaete een overeenkomst van opdracht bestond, op grond waarvan Clipperstaete moest betalen voor de werkzaamheden die Taxwise verrichte voor Clipperstaete en met haar verbonden personen en rechtspersonen. Dat die overeenkomst niet op schrift is gesteld is niet relevant omdat dat voor zulke overeenkomsten niet nodig is. Clipperstaete heeft aan de hand van een overzicht van facturen gesteld dat zij sinds begin 2019 factureerde aan Clipperstaete en dat Clipperstaete aan haar gerichte facturen ook betaalde, ook als deze mede betrekking hadden op werkzaamheden voor met Clipperstaete verbonden personen en rechtspersonen. Clipperstaete heeft verder een e-mail overgelegd van de bestuurder van Clipperstaete aan Taxwise van 28 juli 2020 waarin Clipperstaete de verschuldigdheid van twee aan haar gerichte facturen (waarvan in de oorspronkelijke dagvaarding betaling werd gevorderd) erkent, maar schrijft dat die nog niet worden betaald in afwachting van een creditnota. Ten slotte heeft Taxwise erop gewezen dat partijen bijna een schikking hadden bereikt waaronder Clipperstaete het grootste deel van de facturen zou betalen, wat als erkenning van het bestaan van een overeenkomst met bovengenoemde strekking kan worden gezien. Bij die stand van zaken heeft Clipperstaete onvoldoende gemotiveerd betwist dat een overeenkomst met bovengenoemde strekking bestond. Dat de gefactureerde werkzaamheden door Taxwise zijn verricht en in rekening zijn gebracht volgens een overeengekomen uurtarief, heeft Clipperstaete niet betwist.
4.3.
De kantonrechter verwerpt het verweer van Clipperstaete dat de samenwerking met Taxwise op 11 juni 2020 is beëindigd en dat voor werkzaamheden van na die datum geen opdracht was gegeven. Clipperstaete heeft daarbij gewezen op een e-mail van Taxwise aan Clipperstaete van 8 juli 2020 waarin de beëindiging wordt erkend. Taxwise heeft deze stelling van Clipperstaete betwist en aangevoerd dat Taxwise na 11 juni 2020 nog wel werkzaamheden voor Clipperstaete en met haar verbonden personen en rechtspersonen heeft verricht, ook al werd in de e-mail van 8 juli 2020 op beëindiging gezinspeeld. Taxwise heeft de overeenkomst eind september 2020 beëindigd, omdat het doel van de opdracht, het tot stand brengen van een schikking tussen Clipperstaete, de met haar verbonden personen en rechtspersonen en de Belastingdienst, uit het zicht verdween. Over de aanpak van die zaak, de correspondentie met de Belastingdienst en het opzetten van een nader gesprek met de Belastingdienst is – aldus nog steeds Taxwise – ook in de periode tussen 11 juni en eind september 2020 uitvoerig tussen Taxwise en Clipperstaete gesproken en gecorrespondeerd. Taxwise heeft haar betwisting toegelicht aan de hand van e-mailcorrespondentie tussen haar en Clipperstaete uit die periode. Niet gebleken is dat Clipperstaete zich tegen deze voortzetting van de werkzaamheden van Taxwise heeft verzet. In het licht van deze gemotiveerde betwisting heeft Clipperstaete onvoldoende gemotiveerd gesteld dat de overeenkomst van opdracht per 11 juni 2020 is beëindigd en dus geen grondslag meer bood voor het factureren van werkzaamheden van na die datum.
4.4.
Dit leidt tot de slotsom dat Clipperstaete de facturen voor de werkzaamheden van Taxwise moet betalen. Het verzet van Clipperstaete wordt daarom ongegrond verklaard.
4.5.
Bij deze uitkomst van de procedure wordt Clipperstaete als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de verzetprocedure aan de zijde van Taxwise. De nakosten worden ambtshalve begroot.

5.BESLISSING

De kantonrechter:
5.1.
verklaart het verzet ongegrond en bekrachtigt het op 16 september 2021 onder zaak/rolnummer 9419202 CV EXPL 21-12624 door de kantonrechter te Amsterdam gewezen vonnis;
5.2.
veroordeelt Clipperstaete in de kosten van de verzetprocedure, aan de zijde van Taxwise tot op heden begroot op € 746 aan salaris gemachtigde (twee punten x € 373), inclusief eventueel verschuldigde btw;
5.3.
veroordeelt Clipperstaete in de na dit vonnis aan de zijde van Taxwise ontstane nakosten, begroot op € 124 aan salaris gemachtigde, inclusief eventueel verschuldigde btw;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Aldus gewezen door mr. G.P. Oosterhoff, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 juni 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter