Op 20 mei 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere feiten, waaronder diefstal met geweld en belediging van ambtenaren. De verdachte, geboren in 1997 en momenteel gedetineerd, werd beschuldigd van diefstal van een bankbiljet van €50,00 uit de handen van een aangever, waarbij hij een bedreigende houding aannam. Daarnaast was hij betrokken bij beledigingen van opsporingsambtenaren en het overtreden van een gebiedsverbod. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie heeft bewezenverklaring van alle tenlastegelegde feiten gevorderd, terwijl de verdediging vrijspraak heeft bepleit voor bepaalde geweldshandelingen. De rechtbank heeft de verdachte gedeeltelijk vrijgesproken van de tenlastegelegde geweldshandelingen, maar heeft andere feiten bewezen verklaard, waaronder diefstal en belediging. De rechtbank heeft rekening gehouden met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van de verdachte, die lijdt aan een psychische stoornis, en heeft een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 213 dagen opgelegd, met aftrek van het voorarrest. Tevens is een zorgmachtiging verleend, waarbij de verdachte in een forensisch psychiatrische setting behandeld zal worden.