Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1. BEER ADVOCATEN N.V.,
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 april 2021 met producties,
- de conclusie van antwoord met producties,
- het tussenvonnis van 13 oktober 2021, waarbij een comparitie van partijen is bepaald,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 24 maart 2022 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
€ 750.000,- vanwege letsel dat [eiseres] had opgelopen bij een verkeersongeval in 1996. De Nederlandse Letselstichting (hierna: NLS) had tezamen met een advocaat [eiseres] op basis van een no-cure no-pay overeenkomst bijstand verleend in de letselprocedure en maakte op basis daarvan aanspraak op een deel (groot € 300.500,- inclusief BTW) van de uitgekeerde schadevergoeding. [eiseres] heeft met bijstand van Beer Advocaten (tevergeefs) de geldigheid van die no-cure no-pay afspraak aangevochten in een procedure bij rechtbank en hof Amsterdam en is veroordeeld tot betaling van proceskosten van NLS en de advocaat ten bedrage van € 37.829,-.
Morgenochtend om 11:30 uur zal de rechtbank Den Haag het faillissementsverzoek van NLS behandelen. Mijn kantoorgenoot [gedaagde 3] is verhinderd om de zitting bij te wonen. Ik zal dat wel doen.”
3.Het geschil
en/of
4.De beoordeling
e-mail op naam van Beer Advocaten aan [eiseres] bericht de mondelinge behandeling van het faillissementsverzoek in plaats van [gedaagde 3] te zullen bijwonen. Daarmee staat vast dat [gedaagde 2] vanuit [gedaagde 2] Advocaten (hierna: Beer Advocaten/ [gedaagde 2] ) juridische bijstand zou verlenen aan [eiseres] in de faillissementsprocedure. Het verwijt dat geen opdrachtbevestiging is verstrekt heeft daarmee geen afzonderlijk belang meer.