Uitspraak
1.Uitgangspunten
Ontbindende voorwaarde
2.Vordering en verweer in conventie en reconventie
3.Beoordeling in conventie en in reconventie
.
Ook wordt in aanmerking genomen dat [gedaagde] , zeker gedurende de eerste maanden van de pandemie geen aanspraak heeft kunnen maken op overheidssteun, omdat zij geen relevante referentie-omzet kon aantonen over de periode voor maart 2020.
1 januari 2020 bedroeg de huur € 7.199,50 per maand, per 1 januari 2021 was dat
€ 7.460,81 per maand en per 1 januari 2022 is de huurprijs € 7.647,33 per maand.
indien en voor zover [gedaagde] niet binnen één maand na heden het onder I. genoemde bedrag heeft betaald en de lopende huur over de maanden mei en juni 2022 heeft betaald:
in alle gevallen
griffierecht € 693,00
-----------------
totaal € 1.571,18
voor zover van toepassing, inclusief btw;