In deze beschikking van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 23 februari 2022, wordt het verzoek van de besloten vennootschap [B.V.] om de zaak met parketnummer 13/997109-20, onderdeel van het strafrechtelijk onderzoek “26Terrell”, voor beëindigd te verklaren, behandeld. De rechtbank oordeelt dat het ne bis in idem-beginsel van toepassing is, aangezien de verdachte eerder in het onderzoek “Kolbak” integraal is vrijgesproken van dezelfde feiten. De raadsman van de verdachte stelt dat er meerdere vervolgingsbeletselen zijn, met name het ne bis in idem-beginsel, dat een verdere vervolging in de weg staat. De rechtbank overweegt dat het Openbaar Ministerie in het onderzoek “26Terrell” exact dezelfde feiten aan de verdachte verwijt als in het eerdere onderzoek “Kolbak”, waarover al onherroepelijk is geoordeeld. Dit leidt tot de conclusie dat de vervolging in het onderzoek “26Terrell” niet kan plaatsvinden, omdat dit in strijd is met het ne bis in idem-beginsel, zoals vastgelegd in verschillende nationale en internationale rechtsnormen.
De rechtbank wijst het verzoek van de verdachte af, omdat er nog steeds onderzoek plaatsvindt en de officieren van justitie hebben aangegeven dat er getuigen worden gehoord en dat de stukken die door de verdachte zijn overgelegd nog worden onderzocht. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een onredelijk oponthoud in de afhandeling van de strafzaak en dat het belang van de verdachte niet opweegt tegen het onderzoeksbelang van het Openbaar Ministerie. De beslissing van de rechtbank is dat het verzoek tot beëindiging van de zaak wordt afgewezen, en er is geen rechtsmiddel open voor de verdachte tegen deze beslissing.