Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
das Amtsgericht Bonn(Duitsland) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Uitvaardigende autoriteit
Amtsgericht Bonnvermeld en als vertegenwoordiger staat vermeld de rechter Dr. Facius, die ook het EAB heeft ondertekend.
4.Grondslag en inhoud van het EAB
Amtsgericht Siegburguitgevaardigd aanhoudingsbevel, met dossiernummer 240 Gs 54/21.
5.Genoegzaamheid van de stukken
mits zij volgen uit de elementen die zijn verzameld tijdens de procedure die in de uitvaardigende lidstaat is gevolgd met betrekking tot de in het aanhoudingsbevel omschreven gedragingen, zij de aard van het strafbare feit niet wijzigen en zij niet leiden tot gronden tot weigering van de tenuitvoerlegging in de zin van de artikelen 3 en 4 van het kaderbesluit” [2] . De omstandigheid dat in de omschrijving slechts één concrete datum wordt genoemd en dat nog niet duidelijk is of de rol van de opgeëiste persoon als medepleger of als medeplichtige moet worden beschouwd, doet dus niet af aan de genoegzaamheid van de beschrijving van de strafbare feiten in het EAB.
6.Strafbaarheid
7.Onschuldverweer
8.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
9.Schending beslistermijn artikel 22 OLW
10.Artikel 11 OLW; schending artikel 47 Handvest.
Aranyosi en Căldăraru [5] en het arrest Minister for Justice and Equality (Gebreken in het gerechtelijk apparaat) [6] vast dat er geen sprake is van objectieve, betrouwbare, nauwkeurige en naar behoren bijgewerkte gegevens op basis waarvan een algemeen reëel gevaar kan worden aangenomen dat in Duitsland het recht op berechting binnen een redelijke termijn wordt geschonden, dan wel dat Duitse rechters hiertegen geen bescherming bieden.
11.Handtekening vertaling EAB ontbreekt.
12.Verweer ex artikel 20 OLW
13.Slotsom
14.Toepasselijke wetsartikelen
15.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
das Amtsgericht Bonn(Duitsland) voor het feit zoals omschreven in onderdeel e) van het EAB.