ECLI:NL:RBAMS:2022:2540

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
29 april 2022
Publicatiedatum
11 mei 2022
Zaaknummer
9236009 CV EXPL 21-7675
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg arbeidsovereenkomst medewerkers ploegendienst en recht op vakantie-uren

In deze zaak vorderen de eisers, medewerkers van [gedaagde] B.V., een correctie van hun opgebouwde vakantie-uren. De eisers, die werkzaam zijn in ploegendienst, stellen dat zij recht hebben op 272 vakantie-uren per jaar, terwijl [gedaagde] hen slechts 200 uren toekent op basis van de personeelsgids. De eisers hebben jarenlang gecommuniceerd met de afdeling contract support van [gedaagde], die hen bevestigde dat zij recht hadden op het hogere aantal uren. De kantonrechter oordeelt dat er voldoende bewijs is dat partijen zijn overeengekomen dat de eisers recht hebben op 272 vakantie-uren. De rechter stelt vast dat de communicatie van [gedaagde] over de vakantie-uren niet als een vergissing kan worden beschouwd, maar als een bevestiging van de afspraken die zijn gemaakt. De kantonrechter wijst de vordering van de eisers toe en veroordeelt [gedaagde] om de opgebouwde vakantie-uren te corrigeren en de tegenwaarde van de niet uitgekeerde uren binnen 60 dagen uit te betalen. Tevens wordt [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 9236009 CV EXPL 21-7675
vonnis van: 29 april 2022
fno.: 8622

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

1. [eiser 1]

wonende te [woonplaats]

2. [eiser 2]

wonende te [woonplaats]

3. [eiser 3]

4. [eiser 4]

beiden wonende te [woonplaats]

5. [eiser 5]

wonende te [woonplaats]

6. [eiser 6]

wonende te [woonplaats]

7. [eiser 7]

wonende te [woonplaats]

8. [eiser 8]

wonende te [woonplaats]
eisers
nader te noemen: [eisers] en individueel met hun achternaam aangeduid
gemachtigde: mr. M.J. den Hollander-Fischer
t e g e n

de besloten vennootschap [gedaagde] B.V.

gevestigd te [vestigingsplaats]
gedaagde
nader te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. M.C.T. Burgers

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

De volgende processtukken zijn ingediend:
- de dagvaarding van 12 mei 2021 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties.
Vervolgens is tussenvonnis gewezen en een datum bepaald voor een mondelinge behandeling. Deze heeft plaats gevonden op 20 januari 2022. Voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft [eisers] nog nadere stukken in het geding gebracht. [eisers] , [eiser 2] en [eiser 7] zijn ter zitting verschenen met de gemachtigde. Namens [gedaagde] is verschenen mevrouw [naam 1] met de gemachtigde. Partijen hebben ter zitting hun standpunten toegelicht. De gemachtigden hebben pleitaantekeningen overgelegd. Na verder debat is de zaak naar de rol verwezen voor overleggen van nadere stukken door [eisers] heeft vervolgens een akte genomen, de eis gewijzigd en stukken overgelegd. [gedaagde] heeft daar op gereageerd. Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en erkend of niet (voldoende) weersproken, staat in dit geding het volgende vast:
1.1.
[eisers] zijn werkzaam (geweest) in het ploegendienstteam van [gedaagde] . In die ploegendienst draaien zij diensten van 11,25 uur op een dag, gemiddeld op 3,5 dagen per week. Zij zijn werkzaam op een datacenter van Microsoft in Middenmeer.
1.2.
[eisers] trad in dienst op 13 mei 2019, [eiser 2] op 1 november 2018, [eiser 3] op 1 september 2016 (uit dienst op 1 mei 2021), [eiser 5] op 1 juni 2019, [eiser 6] op 1 december 2019 (uit dienst op 1 september 2021), [eiser 4] op 1 juni 2018 (uit dienst op 1 mei 2021), [eiser 7] op 1 januari 2018 en [eiser 8] op 1 november 2019.
1.3.
Per 1 december 2021 zijn de werknemers binnen het team waarin [eisers] werkzaam waren in dienst getreden van (een vennootschap van) Microsoft.
1.4.
In de arbeidsovereenkomst van [eisers] staat onder meer:
De gebruikelijke arbeidstijd bij [gedaagde] (…) bedraagt voor een fulltime medewerker 40 uren per week.(…)De INDIVIDUELE ARBEIDSOVEREENKOMST omvat deze bladen alsmede de ARBEIDSVOORWAARDEN en REGELINGEN zoals omschreven in de PERSONEELSGIDS [gedaagde] (…)
1.5.
In de Personeelsgids [gedaagde] staat onder meer:
De werknemer heeft per kalenderjaar op fulltime basis recht op 160 wettelijke vakantie uren (20 vakantiedagen) en 40 bovenwettelijke vakantie uren (5 vakantie dagen) met behoud van salaris.
1.6.
[eisers] hebben een dienstverband van 39,375 uur per week. Aan de hand van voornoemde personeelsgids geeft dit recht op 197 vakantie-uren per jaar.
1.7.
De afdeling contract support van [gedaagde] (verder: contract support) liet op 23 maart 2017 per e-mail aan [eiser 3] onder meer het volgende weten:
We have added working hours in the absence tracker since this was request form [gedaagde] . For you guys as a shift team it will mean the following. When you take a day of, this day will be calculated as hours instead of a day off.As stated in your contract, you have 272 hours. (…)
1.8.
Op 2 november 2017 schreef [gedaagde] in een e-mail die aan onder meer [eiser 3] gericht was:
Hello all,I’ve seen several mails concerning the calculation of the holiday’s and just have been through the holiday tracker with [naam 2] en [naam 3] .We have come to the conclusion that the most honest way tot calculate the holiday’s is as follows(to explain this we have enclosed the tracker of [naam 3] of 2016)Days of 2015*11,25 (…)Holiday hours 2016 272(…)Holiday hours 2017 272(…)For those who changed from a day role into a shift role during 2016 the calculation will be slightly different (…)
1.9.
Op 5 januari 2018 ontving [eiser 3] van contract support een bericht waarin wordt gerefereerd aan de 272 vakantie-uren waar hij jaarlijks recht op heeft.
1.10.
Op 8 januari 2018 ontving [eiser 7] van contract support een bericht waarin onder meer staat:
Holiday Entitlement for the year in Hours 272.
1.11.
Op 8 april 2019 ontving [eiser 7] een e-mail van contract support waarin onder meer staat:
In 2019 heeft de shift recht op 272 uur.
1.12.
Op 14 maart 2019 schreef [gedaagde] aan (onder anderen) [eisers] onder meer:
Met ingang van 1 april aanstaande stoppen we met het registeren van gewerkte uren, verlofuren en overwerkuren in Peoplesoft/MyHR. Vanaf die datum dient er gebruik te worden gemaakt van ADP voor het aanvragen en goedkeuren van verlofuren en het registeren van overwerk. (…)Het gevolg van dit alles is dan ook dat er vanaf april 2019 geen verlofsaldi meer op de salarisstroken vermeld zullen worden; medewerkers hebben immers vanaf 1 april 2019 zelf de mogelijkheid hun actuele verlofuren te bekijken in ADP. Ook zullen er, in tegenstelling tot hetgeen de afgelopen jaren gebruikelijk was, geen verlofbrieven meer verstuurd worden naar alle medewerkers waarin uitgelegd staat hoe het totale verlofsaldo voor dit kalenderjaar tot stand is gekomen.
1.13.
Op 3 januari 2020 stuurde de afdeling contract support van [gedaagde] een e-mail aan [eisers] , waarin voor 2020 een recht op 272 vakantie-uren staat vermeld.
1.14.
Tijdens een personeelsbijeenkomst op 25 februari 2020 maakte [gedaagde] kenbaar dat de berekening die [eisers] begin dat jaar ontvangen hadden foutief was. Op 20 maart 2020 schreef [gedaagde] vervolgens aan [eisers] :
Omtrent het besluit de vakantie uren te conformeren aan de personeelsgids 2019, willen we jullie graag informeren over het volgende.Het besluit is genomen om vanaf 01 januari 2020, de personeelsgids te hanteren wat inhoudt dat degene die fulltime werken, recht hebben op 160 wettelijke en 40 bovenwettelijke vakantie uren. Dit is in overeenstemming met de contracten die eenieder van jullie heeft. Dit betekent dat de vakantie uren zoals beschreven in de personeelsgids leidend zijn. De dagen die vermeld staan in de personeelsgids gaan uit van een 8 uur durende werkdag. De 11,25 uur durende werkdagen die momenteel worden gehanteerd op site, zijn uniek binnen de [gedaagde] organisatie. Dit is destijds besloten in samenspraak met de shift, om reden dat de mensen uit de shift dan meer aaneengesloten vrije uren hebben.Aangaande het vraagstuk werken tijdens nationale feestdagen, de 33% ploegentoeslag wordt uitgekeerd om hiervoor te compenseren.(…)Voor alle duidelijkheid, alle uren boven de gestelde 160 wettelijke en 40 bovenwettelijke, die voorgaande jaren zijn uitgekeerd zullen niet met terugwerkende kracht worden aangepast.In de vacature omschrijving en tijdens sollicitatiegesprekken is onterecht gesproken over 25 vakantiedagen. Dit heeft er destijds toe geleid dat een aantal werknemers meer vakantie uren is uitgekeerd. Echter conformeert de organisatie zich nu aan de personeelsgids.

vordering en verweer

2. [eisers] vorderen – na wijziging van eis, waar de [gedaagde] zich niet tegen heeft verzet – bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeling van [gedaagde] tot het met terugwerkende kracht van 1 januari 2020 tot 1 december 2021 corrigeren van het aantal vakantie-uren tot 272 uren per eiser per jaar, door binnen 60 dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis aan iedere eiser de tegenwaarde van deze uren te vergoeden, met wettelijke rente en proceskosten.
3. Volgens [eisers] is sprake van een verworven recht. In de arbeidsovereenkomst van [eisers] is het hogere aantal uren niet opgenomen, maar bij communicatie over verlofuren met [gedaagde] of haar afdeling contract support is wel jarenlang het hogere aantal uren genoemd. [gedaagde] kan dit dan nu niet meer als een vergissing afdoen.
4. Bovendien was er ook een goede reden voor het toekennen van extra uren, aldus [eisers] Anders dan hun collega’s moeten [eisers] ook in de weekenden en op feestdagen werken, waar dan de extra verlofuren tegenover staan. De ploegentoeslag die [eisers] ontvangen ziet op het werken in ploegendienst en is dus geen compensatie voor het werken in weekenden en op feestdagen.
5. [gedaagde] voert verweer tegen de vorderingen. Zij voert aan dat niet blijkt dat partijen op jaarbasis 272 verlofuren hebben afgesproken. Wel heeft de afdeling contract support aan sommige medewerkers onjuist gecommuniceerd over het aantal uren. Die afdeling was daar echter niet toe bevoegd en deze fout is ook weer rechtgezet. Mocht toch worden aangenomen dat van een verworven recht sprake is, dan heeft [gedaagde] dat kunnen wijzigen. Op het verweer zal bij de beoordeling, voor zover van belang, nader worden ingegaan.

beoordeling

6. In de schriftelijke vastlegging van de arbeidsrelatie tussen partijen is het door [eisers] bepleite aantal van 272 verlofuren niet terug te vinden. De vraag is dan ook of niettemin een (aanvullende) afspraak tot stand is gekomen met betrekking tot dat aantal verlofuren.
7. Bij de beantwoording van die vraag komt het aan op de betekenis die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs mochten toekennen aan elkaars verklaringen en gedragingen en op hetgeen zij te dien aanzien over en weer redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij zijn de omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen, van beslissende betekenis. Met de omstandigheden van het concrete geval wordt gedoeld op de omstandigheden ten tijde van het aangaan van de overeenkomst, maar dat sluit niet uit dat bij de uitleg mede wordt gelet op zich later voordoende omstandigheden voor zover voor de uitleg relevant. Met name het gedrag van partijen bij de uitvoering van de overeenkomst kan aanwijzingen opleveren omtrent de betekenis die partijen aan hun overeenkomst hebben toegekend.
8. Met inachtneming van deze maatstaf komt de kantonrechter tot het oordeel dat partijen 272 verlofuren zijn overeengekomen. Het volgende is daarvoor redengevend.
9. Allereerst volgt uit de e-mail die [gedaagde] op 20 maart 2020 schreef, dat zij in de vacaturetekst voor de functie van [eisers] en ook tijdens de sollicitatiegesprekken heeft gesproken over 25 vakantiedagen. Duidelijk is wel dat alle partijen voor één vakantiedag bij de medewerkers in de ploegendienst uitgingen van 11,25 uur, anders was de brief van 20 maart 2020 ook niet nodig geweest. Dat komt omgerekend voor [eisers] neer op – afgerond – 277 uren. In de arbeidsovereenkomst die [eisers] vervolgens hebben getekend is geen aantal vakantie-uren opgenomen. In het toepasselijke personeelsreglement wordt gesproken over 200 uren, het equivalent van 25 dagen op basis van 8 uren per dag. [gedaagde] heeft echter onvoldoende weersproken dat haar afdeling contract support in contacten met [eisers] steeds is uitgegaan van 272 vakantieuren. Weliswaar is slechts voor enkele medewerkers correspondentie overgelegd waar dat uit blijkt, maar uit alles – ook uit de hiervoor al genoemde brief van 20 maart 2020 van [gedaagde] – blijkt dat dit al bij aanvang van de arbeidsovereenkomsten het uitgangspunt was. Weliswaar blijft dan de vraag onbeantwoord hoe partijen op 272 uren zijn gekomen, terwijl de rekensom van 25*11,25 op 277 uitkomt, maar dat doet er niet aan af dat [eisers] mochten vertrouwen op die 272 uren.
10. Alhoewel [gedaagde] hier terecht nog tegenover heeft gesteld dat [eiser 3] op 29 maart 2018 een bericht heeft ontvangen over zijn vakantie-uren, gebaseerd op de regeling in de personeelsgids, is dat onvoldoende om tot een ander oordeel te komen.
11. [gedaagde] heeft nog aangevoerd dat zij niet gebonden is aan onjuiste mededelingen van haar afdeling contract support, maar dat kan haar niet baten. Deze afdeling is onderdeel van [gedaagde] en uit niets blijkt dat [eisers] redenen hadden te twijfelen aan de mededelingen van die afdeling of de bevoegdheid dergelijke mededelingen te doen. Bovendien wijst de bij herhaling genoemde brief van 20 maart 2020 er op dat ook in gesprekken waar niet alleen de afdeling contract support bij betrokken was – zoals het sollicitatiegesprek – 272 vakantie-uren tot uitgangspunt werden genomen. Het hogere aantal vakantie-uren is tenslotte verklaarbaar, nu niet weersproken is dat [eisers] niet alleen in ploegendienst werkten, maar ook in weekenden en op feestdagen.
12. Naar het oordeel van de kantonrechter is de e-mail van 3 januari 2020 dus niet een éénmalige vergissing die nog rechtgezet kon worden, maar een bevestiging van afspraken waar iedereen tot dat moment vanuit ging.
13. Dan resteert de vraag of [gedaagde] gerechtigd was het aantal vakantie-uren naar beneden bij te stellen. Naar het oordeel van de kantonrechter is dat niet het geval. [gedaagde] doet geen beroep op een eenzijdig wijzigingsbeding. Bij een wijziging moet [gedaagde] dan voldoen aan de eisen die zijn gesteld in het arrest Stoof/Mammoet (Hoge Raad 11 juli 2008, ECLI:NL:HR:2008:BD1847). Om te beginnen heeft [gedaagde] geen overleg gezocht met [eisers] om tot een wijziging te komen, maar zij heeft eenzijdig een wijziging kenbaar gemaakt. Maar ook aan de andere eisen is niet voldaan. In de kern beroept [gedaagde] zich er op dat door de afdeling contract support een vergissing is gemaakt, maar hiervoor is al geoordeeld dat dit geen stand houdt. Een dergelijke vergissing is bovendien niet een gewijzigde omstandigheid als bedoeld in voornoemd arrest.
14. [eisers] hadden dus tot het einde van hun dienstverband bij [gedaagde] recht op opbouw van vakantie-uren op basis van 272 uren per jaar.
15. Daaruit volgt dat de vordering in ieder geval ten opzichte van [eiser 3] , [eiser 4] en [eiser 6] toewijsbaar is, nu zij niet door overgang van onderneming hun dienstverband bij Microsoft hebben voortgezet.
16. De andere eisende werknemers zijn wel door overgang van onderneming bij Microsoft in dienst gekomen, op 1 december 2021. Ook voor hun zal de vordering worden toegewezen. [gedaagde] heeft niet weersproken dat de vordering ziet op bovenwettelijke vakantiedagen. [eisers] willen deze tussentijds uitbetaald krijgen en [gedaagde] heeft daar inhoudelijk geen bezwaren tegen geuit. De kantonrechter zal dit beschouwen als overeenstemming als bedoeld in artikel 7:640 lid 2 Burgerlijk Wetboek. Dat van een schriftelijke vastlegging als bedoeld in die wetsbepaling strikt genomen geen sprake is, is daarbij geen bezwaar, nu het schriftelijkheidsvereiste dient ter bescherming van werknemers en de uitbetaling vindt nu juist op hun verzoek plaats. De overgang van onderneming is nog geen jaar geleden, zodat [gedaagde] voor de uitbetaling van deze af te kopen vakantierechten kan worden aangesproken, zoals [eisers] hebben gedaan.
17. Als de in het ongelijk gestelde partij zal [gedaagde] in de proceskosten worden veroordeeld. De aktewisseling na de mondelinge behandeling zal daarbij niet in aanmerking worden genomen, nu deze was gericht op informatie die [eisers] al eerder in het geding had kunnen brengen.

BESLISSING

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] voor [eisers] het aantal opgebouwde vakantie-uren over de periode 1 januari 2020 - 1 december 2021 te corrigeren naar een aantal dat overeenstemt met 272 vakantie-uren op jaarbasis en binnen 60 dagen na dagtekening van dit vonnis aan ieder van [eisers] de tegenwaarde van de op basis van die correctie ten onrechte niet uitgekeerde vakantie-uren uit te betalen;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [eisers] begroot op:
exploot € 103,83
salaris € 498,00
griffierecht € 85,00
-----------------
totaal € 686,83
voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 62,00 aan salaris gemachtigde, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.W. Inden, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 29 april 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.