Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Prosecutor’s Office at the Appeal Court of Thessaloniki(Griekenland) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Bevoegdheid uitvaardigende autoriteit
the Prosecutor’s Office at the Appeal Court of Thessalonikien dat is volgens de raadsman geen rechtelijke autoriteit die een vervolgings-EAB kan uitvaardigen. Hoewel de Griekse officier van justitie executie-EAB’s kan uitvaardigen is er in deze zaak sprake van een vervolgings-EAB nu er een verzetgarantie is.
the Prosecutor’s Office at the Appeal Court of Thessalonikiop grond van een voor tenuitvoerlegging vatbaar vonnis van the
One-Member Appeal Court of Felonies of Thessaloniki. Hieruit volgt dat sprake is van een executie-EAB. Dat de opgeëiste persoon nog de mogelijkheid heeft om verzet tegen dit vonnis aan te tekenen betekent niet dat thans sprake is van een vervolgings-EAB. De rechtbank verwerpt het verweer.
4.Grondslag en inhoud van het EAB
final decisionno. 1582/2015 van de
One-Member Appeal Court of Felonies of Thessaloniki(Griekenland).
- kort gezegd - is gewezen zonder dat zich één van de in artikel 12, sub a tot en met c, OLW genoemde omstandigheden heeft voorgedaan.
5.Strafbaarheid: feit waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
6.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
7.Artikel 11 OLW; detentieomstandigheden in Griekenland
European Committee for the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishment(CPT) en de aanvullende informatie van 9 november 2021 en 2 maart 2022 over de detentie-instelling in Thessaloniki blijkt dat de persoonlijke ruimte van gedetineerden aldaar niet aan de minimumeis van 3 m2 voldoet en dat er sprake is van overbevolking en geweld. Op zalen van 24 m2 worden 7 tot 10 gedetineerden geplaatst en soms wel tot 20 personen. Uit de aanvullende informatie blijkt niet van compenserende factoren of garanties. Op basis daarvan zal er sprake zijn van een schending van artikel 3 EVRM (de rechtbank begrijpt: artikel 4 Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – hierna: Handvest).
personal spaceper gedetineerde, zoals bepaald in het arrest
Dorobantuvan het Hof van Justitie EU van 15 oktober 2019, ECLI:EU:C:2019:857.
Aranyosi en Căldăraruvan het Hof van Justitie EU van 5 april 2016, ECLI:EU:C:2016:198, punten 91 en 93).
Aranyosi en Căldăraru, punten 92 en 94).
Secretary General of Anti-Crime Policyaan de
General Directorate of Crime and Penitentiary Policymet de volgende inhoud:
Secretary General of Anti-Crime Policyvan 9 november 2021 te summier en algemeen van aard zijn. Zo is weliswaar meegedeeld dat een
Central Transfers Committeezich ertoe verbindt zorg te dragen voor overplaatsing van een gedetineerde wanneer niet voldaan wordt aan het minimumvereiste van 3 m2, maar uit de informatie blijkt niet hoe snel dat zal gebeuren en welke procedure daartoe wordt gevolgd. De opgeëiste persoon zal (aanvankelijk) in Thessaloniki worden geplaatst, terwijl daar niet is gegarandeerd dat hij minimaal 3 m2
‘personal space’zal hebben en evenmin concrete informatie is verstrekt over zijn overplaatsing. Dit levert een sterk vermoeden op dat de opgeëiste persoon aldaar onder onmenselijke of vernederende detentieomstandigheden zal verblijven. Dit vermoeden kan alleen worden weerlegd als “ten eerste, de persoonlijke ruimte enkel voor korte tijd, bij gelegenheid en in geringe mate wordt gereduceerd ten opzichte van de vereiste minimale 3 m2, ten tweede hierbij voldoende bewegingsvrijheid buiten de cel wordt geboden en buiten de cel passende activiteiten worden aangeboden en, ten derde, in de inrichting in het algemeen sprake is van decente detentieomstandigheden en de betrokkene niet wordt onderworpen aan andere elementen die worden beschouwd als verzwarende omstandigheden voor slechte detentieomstandigheden” (arrest Dorobantu, punt 73). De rechtbank is van oordeel dat aan deze cumulatieve eisen niet is voldaan, zodat het sterke vermoeden van onmenselijke of vernederende detentieomstandigheden in de gevangenis Thessaloniki niet is weerlegd. De aanvullende informatie neemt het vastgestelde algemene gevaar voor de opgeëiste persoon dan ook niet weg, waardoor er voor de opgeëiste persoon sprake is van een reëel gevaar dat hij in detentie in Thessaloniki onmenselijk of vernederend zal worden behandeld.