ECLI:NL:RBAMS:2022:2199

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 april 2022
Publicatiedatum
22 april 2022
Zaaknummer
13/000223-21
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussentijdse toetsing van de ISD-maatregel in het kader van een overleveringsprocedure

Op 8 april 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussentijdse toetsing uitgevoerd van de ISD-maatregel die eerder was opgelegd aan een veroordeelde, geboren in Roemenië. De rechtbank heeft de officier van justitie, de veroordeelde en zijn raadsvrouw, alsook een deskundige, gehoord tijdens een openbare zitting. De ISD-maatregel was opgelegd voor de duur van twee jaar, maar de veroordeelde heeft aangegeven dat hij zo snel mogelijk naar Roemenië wil terugkeren om daar zijn straf uit te zitten. De deskundige adviseerde dat de ISD-maatregel kan worden beëindigd zodra de veroordeelde in het vliegtuig naar Roemenië zit. De raadsvrouw heeft verzocht om opheffing van de ISD-maatregel, verwijzend naar een Europees Aanhoudingsbevel en de wens van de veroordeelde om de verkorte overleveringsprocedure te volgen. De officier van justitie steunde dit verzoek, gezien de wens van de veroordeelde om terug te keren naar Roemenië.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde vanwege zijn verblijfsstatus in Nederland geen rechten heeft op sociale zekerheid of gezondheidszorg, wat de kans op recidive vergroot. Echter, de rechtbank concludeerde dat de repatriëring naar Roemenië binnen afzienbare tijd kan plaatsvinden, waardoor de ISD-maatregel kan worden opgeheven. De rechtbank heeft besloten de ISD-maatregel te beëindigen met ingang van 8 april 2022, zodat de overleveringsprocedure naar Roemenië kan worden voortgezet.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13/000223-21 (tussentijdse toetsing)
BESLISSING
De rechtbank heeft op 8 april 2021 de maatregel tot plaatsing in een instelling voor stelselmatige daders (hierna: ISD-maatregel) voor de duur van twee jaren opgelegd aan:

[veroordeelde] ,

geboren te [geboorteplaats] (Roemenië) op [geboortedag] 1990,
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [locatie te plaats] .

Procesgang

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het vonnis van deze rechtbank van 8 april 2021;
  • het proces-verbaal van de terechtzitting van 17 december 2021 in deze rechtbank, waarbij na een verzoek tot toetsing van de aan veroordeelde opgelegde ISD-maatregel van 25 oktober 2021, veroordeelde en zijn raadsvrouw mr. K. Cras akkoord zijn gegaan met intrekking van het verzoekschrift;
  • het verzoek ex artikel 6:6:14 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering van de veroordeelde en zijn raadsvrouw van 23 januari 2022 om een tussentijdse toetsing van de ISD-maatregel;
  • een uittreksel Justitiële Documentatie betreffende veroordeelde van 4 april 2022;
  • een toetsingsverslag van 10 december 2021, opgemaakt door de heer [persoon] , casemanager ISD van veroordeelde;
  • een toetsingsverslag van 29 maart 2022, opgemaakt door de heer [persoon] , casemanager ISD van veroordeelde;
  • de e-mail van 7 april 2022 van de advocaat van veroordeelde mr. T. Korff in het kader van de overleveringsprocedure.
De rechtbank heeft op 8 april 2022 de officier van justitie mr. I. Barendregt, veroordeelde, zijn raadsvrouw mr. K. Cras, advocaat te Amsterdam, alsmede de deskundige [persoon] , casemanager ISD verbonden aan Penitentiaire Inrichting [locatie PI 1] , op de openbare terechtzitting gehoord. Veroordeelde en de deskundige zijn door middel van een video- en geluidverbinding gehoord.

Beoordeling

Verloop van het ISD-traject en het advies van de deskundige
Uit voornoemd toetsingsverslag van 29 maart 2022 blijkt onder meer het volgende. Omdat het vertrek naar de moeder van veroordeelde in [land] al snel geen haalbaar plan bleek is daar verder geen energie meer ingestoken. De deskundige adviseert een op korte termijn door Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) georganiseerd vertrek naar Roemenië door middel van een vertrekplan opgesteld door de
P.I. [locatie PI 2] , waar veroordeelde op dit moment verblijft. De ISD-maatregel kan worden beëindigd op het moment dat veroordeelde in het vliegtuig zit. Veroordeelde kan dan snel de nog openstaande straf in Roemenië uitzitten en relatief snel met een schone lei alsnog naar zijn moeder in [land] vertrekken. Veroordeelde denkt daar zelf anders over. Hij heeft aangegeven niet naar Roemenië te willen gaan en na voortijdige beëindiging van de ISD-maatregel zelf zijn vertrek te zullen regelen.
De deskundige heeft ter terechtzitting het advies bevestigd.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ter terechtzitting verzocht de ISD-maatregel op te heffen, omdat
veroordeelde – anders dan hij in het gesprek met de casemanager heeft aangegeven – zo spoedig mogelijk terug wenst te keren naar Roemenië om de nog openstaande straf uit te zitten en met een schone lei naar zijn moeder in [land] te kunnen vertrekken. Hiertoe heeft zij – onder verwijzing naar voornoemde e-mail in het kader van de overleveringsprocedure – aangevoerd dat veroordeelde is aangehouden naar aanleiding van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) van Roemenië en dat hij tijdens de voorgeleiding op 5 april 2022 heeft ingestemd met de verkorte procedure. Veroordeelde is voornemens dat op 13 april 2022 te bevestigen bij de Internationale Rechtshulpkamer (IRK) van deze rechtbank, waarna hij binnen tien dagen kan worden overgeleverd. De titel van de overleveringsdetentie vangt aan zodra de ISD-maatregel eindigt, maar de overlevering kan niet plaatsvinden indien de
ISD-maatregel niet wordt opgeheven. In het geval dat veroordeelde – hetgeen niet in de lijn der verwachtingen ligt – bij de IRK niet instemt met de verkorte procedure, dan zal de overleveringsdetentie voortduren totdat de IRK uitspraak doet over de overleveringszaak. Verder ziet de raadsvrouw gezien de vaste jurisprudentie geen mogelijkheid voor schorsing van de overleveringsdetentie vanwege het vluchtgevaar. Ook de detentieomstandigheden in Roemenië staan – gelet op een recente uitspraak van de IRK van 24 februari 2022 (ECLI:NL:RBAMS:2022:1141) – niet in de weg aan het toestaan van de overlevering.
Tot slot heeft de raadsvrouw verzocht vandaag te beslissen dat de tenuitvoerlegging van de
ISD-maatregel wordt opgeheven. De raadsvrouw heeft toegezegd om na de zitting bij de griffie schriftelijk afstand te doen van een rechtsmiddel in de zin van artikel 454 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot opheffing van de ISD-maatregel, omdat is gebleken dat veroordeelde (toch) wenst terug te keren naar Roemenië en hij heeft ingestemd met de verkorte overleveringsprocedure.
Ook de officier van justitie heeft toegezegd om na de zitting bij de griffie schriftelijk afstand te doen van een rechtsmiddel in de zin van artikel 454 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank moet in het kader van de onderhavige procedure beoordelen of voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel noodzakelijk is. In artikel 38m lid 2 van het Wetboek van Strafrecht is bepaald dat de ISD-maatregel strekt tot beveiliging van de maatschappij en beëindiging van de recidive van verdachte.
Op grond van de hiervoor genoemde stukken en het verhandelde op de openbare terechtzitting stelt de rechtbank vast dat veroordeelde vanwege zijn verblijfsstatus geen rechten heeft ten aanzien van sociale zekerheid of (geestelijke) gezondheidszorg in Nederland. Om die reden is de kans op recidive in Nederland bij beëindiging van de ISD-maatregel erg hoog.
Veroordeelde wenst terug te keren naar zijn vader in Roemenië om de nog openstaande straf uit te zitten en met een schone lei naar zijn moeder in [land] te kunnen vertrekken. De verwachting is dat veroordeelde op korte termijn zal worden overgebracht naar Roemenië in het kader van de (verkorte) overleveringsprocedure. De titel van de overleveringsdetentie vangt aan zodra de ISD-maatregel eindigt, waardoor veroordeelde bij opheffing van de ISD-maatregel niet op straat zal belanden. De rechtbank stelt vast dat binnen afzienbare termijn kan worden voldaan aan één van de doelen van de ISD-maatregel voor vreemdelingen in het strafrecht, namelijk de repatriëring naar het land van herkomst. De rechtbank vindt het belangrijk dat de procedure tot overlevering naar Roemenië zo snel mogelijk tot stand komt en beslist daarom als volgt.
Gezien artikel 6:6:14 van het Wetboek van Strafvordering.

Beslissing

De rechtbank beëindigt de ISD-maatregel van
[veroordeelde]met ingang van 8 april 2022.
Deze beslissing is gegeven door
mr. P.K. Oosterling - van der Maarel, voorzitter,
mrs. W.M.C. van den Berg en C.C.J. Maas-van Es, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. Tal, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 8 april 2022.