4.1Het standpunt van de moederDe moeder voert aan, kort en zakelijk weergegeven, dat de relatie zich vanaf 2012 kenmerkte door onrust vanwege de manische periodes van de vader die gepaard gingen met gebruik van drank en verdovende middelen Een lang traject onder begeleiding van Veilig Thuis en JBRA volgde, waarbij de moeder het contact tussen de vader en de kinderen altijd gewaarborgd heeft. De omgang vond de eerste jaren begeleid plaats. De omgang is vervolgens langzaam uitgebreid met een overnachting. De moeder heeft de kinderen gedurende een periode van bijna twee jaar wekelijks naar Heemstede, en later Noordwijk, gebracht en weer opgehaald. De moeder is altijd in het huurappartement van partijen blijven wonen. De vader is in september 2018 onaangekondigd in de buurt komen wonen. Dat ervaart de moeder nog steeds als onprettig. Gedurende de Covid-pandemie heeft de moeder de vader om hulp gevraagd om de kinderen ook eenmaal per veertien dagen op woensdagmiddag bij zich te hebben. De vader heeft daarmee ingestemd, maar wilde de zorgregeling niet structureel uitbreiden. Zodra de Covid-pandemie voorbij zou zijn zou de reguliere zorgregeling weer gelden. De vader brengt de kinderen gedurende zijn zorgmomenten geregeld eerder terug als de kinderen ziek zijn of, in de ogen van de vader lastig. Naast de zorgregeling heeft de vader geen andere contactmomenten met de kinderen. Sinds drie jaar heeft de moeder een nieuwe relatie. Haar partner woont in [plaats 2] (omgeving [plaats 1] ) en heeft twee kinderen. Die kinderen wonen deels bij hun vader en deels bij hun moeder in [woonplaats] en de afstand vormt geen belemmering voor de zorgregeling. De moeder wil graag samenleven met haar nieuwe partner, maar zij kiezen er bewust voor om niet samen te gaan wonen. Zij hebben allebei een goede gezinssituatie met hun kinderen en willen hen niet belasten met de gevolgen van een samengesteld gezin. De moeder kan in [plaats 1] profiteren van aanvullende ondersteuning voor de kinderen van de familie van haar partner. Ook voor haar moeder is het eenvoudiger om in [plaats 1] op te passen, terwijl dit in verband met onder andere parkeerkosten en trappen nu minder goed mogelijk is.
[minderjarige 1] heeft het moeilijk op sociaal emotioneel gebied en op school gaat het ook niet goed. Zij heeft last van de situatie in zijn algemeenheid en ze heeft een aantal gesprekken gevoerd met een kind-adviseur van het Ouder Kind Team (OKT). Er is geconcludeerd dat [minderjarige 1] moeite heeft met de scheiding en de huidige zorgregeling. Het is voor haar niet duidelijk wanneer zij bij de vader is en zij vindt het niet fijn om ieder weekend halverwege te wisselen. Het OKT adviseert om de wissel per weekend te laten plaatsvinden. [minderjarige 1] zit nu in groep 4 en [minderjarige 2] in groep 2 van de basisschool. [minderjarige 1] zal doubleren en zij wil het [minderjarige 1] besparen dat zij op haar huidige school groep 4 moet overdoen want opeen nieuwe school in [plaats 1] zal dat minder opvallen. [minderjarige 2] kan in [plaats 1] in groep 3 starten. Van de huidige groep van [minderjarige 2] gaan slechts een paar kinderen door naar groep 3, zodat hij toch al geconfronteerd zal worden met nieuwe kinderen. De leeftijd van de kinderen maakt ook dat een verhuizing goed mogelijk is.
De moeder heeft de verschillende woonvormen en opties zorgvuldig tegen elkaar afgewogen, mede rekening houdend met de behoefte om haar vangnet en de financiële stabiliteit rondom de kinderen voor de toekomst te verstevigen. Ook alle andere betrokken belangen heeft zij in haar keuze betrokken. Haar huidige woonplaats beantwoordt onvoldoende aan de diverse wensen en belangen, zeker niet voor de langere termijn. Daarnaast is de noodzaak om elke dag in [woonplaats] te zijn in verband met haar werk verdwenen doordat thuiswerken is geaccepteerd. In [plaats 1] kan zij de kinderen ruimte en een gezondere en veiligere leefomgeving bieden. In de huidige woning delen de kinderen een slaapkamer, maar in [plaats 1] krijgen de kinderen ieder een eigen slaapkamer. Dat is vooral in het belang van [minderjarige 1] gelet op haar problematiek. De moeder heeft zelf ook emotioneel behoefte aan een nieuwe start. Zij heeft de sterke wens om een woning te betrekken die van haarzelf is en waar zij voor langere periode met de kinderen een rustige plek kan creëren. In [plaats 1] krijgt zij bovendien voor minder geld, meer ruimte. De moeder heeft de verhuizing grondig overdacht en voorbereid. Zij heeft al een geschikte woning op het oog. Deze woning is vlakbij de nieuwe school van de kinderen. Voor het geval zij in de zomervakantie 2022 nog geen woning kan betrekken, kan zij met de kinderen tijdelijk verblijven in een woning op het terrein van de ouders van haar partner. De kinderen kunnen worden geplaatst op de basisschool en de bso van [naam school] . Deze plek blijft tot januari 2023 voor de kinderen beschikbaar.
Bij een verhuizing kan de vader om de week van vrijdagmiddag tot zondagmiddag omgang hebben met de kinderen. De vader heeft ook nu door de week geen contact met de kinderen behalve om de week van woensdagmiddag tot donderdagochtend omdat zij dat heeft voorgesteld. De reistijd [woonplaats] - [plaats 1] is per trein minder dan een half uur en met de auto ongeveer 40 minuten. De moeder acht de inbreuk die een verhuizing van de kinderen naar [plaats 1] zal maken op de rechten van de vader en de kinderen op onverminderd contact in hun vertrouwde omgeving, gerechtvaardigd gezien haar zwaarwegende belangen om met de kinderen te verhuizen. Gelet op de zorgregeling, die
eenvoudiger wordt, verwacht zij dat de verhouding, wanneer de nieuwe situatie duidelijk is, zich zal normaliseren.
Al deze omstandigheden rechtvaardigen dat haar vervangende toestemming voor de verhuizing met de kinderen naar [plaats 1] , althans de omgeving van [plaats 1] , wordt verleend. De band tussen de kinderen en de vader blijft bij een verhuizing naar [plaats 1] of de omgeving van [plaats 1] gewaarborgd.
4.2 Het standpunt van de vader
De vader voert aan, kort en zakelijk weergegeven, dat hij na het verbreken van de relatie zich er hard voor heeft moeten maken dat omgang bleef bestaan tussen de kinderen en hem. De moeder had steeds haar zorgen en dit belemmerde de omgang, maar de destijds betrokken instanties hebben het contact tussen hem en de kinderen aangemoedigd. Die instanties zagen de vorderingen die hij maakte en het positieve effect daarvan. Als gevolg daarvan is de hulpverlening gestopt. De vader heeft nu al jarenlang een stabiel leven met zijn nieuwe partner. De moeder lijkt desondanks iedere mogelijkheid aan te grijpen om over het verleden te beginnen. De moeder lijkt na al deze jaren het verleden niet goed te hebben verwerkt en hij betreurt dit. De vader is bewust in de buurt van de moeder en de kinderen gaan wonen. Zo kan hij de moeder bijstaan in de opvoeding en verzorging van de kinderen. Dat heeft hij in het verleden veelvuldig gedaan, en nu nog steeds. De kinderen verblijven in de praktijk veel vaker bij hem dan op basis van de overeengekomen zorgregeling is vastgesteld. Hij is dan ook verbaasd dat de moeder aangeeft dat hij niet betrokken is en haar slechts minimaal ondersteunt bij de verzorging van de kinderen. De vader betwist dit uitdrukkelijk. De vader is betrokken bij de kinderen en actief bij de sportclubs van de kinderen, hij brengt ze ook graag naar activiteiten. Hij is betrokken bij school en ook bij andere afspraken met betrekking tot de kinderen is hij altijd aanwezig. De vader betwist dat de zorg voor de kinderen nagenoeg volledig op de moeder neerkomt. Hij heeft (ook doordeweeks) een evidente rol als opvoeder/verzorger van de kinderen. Wat de vader betreft blijft het verblijf van de kinderen bij hem op woensdag en donderdag voortduren.
[minderjarige 1] is gevoelig, maar het gaat goed met haar. De vader legt haar geen druk op en zorgt voor een rustige omgeving. [minderjarige 2] is stabiel. De kinderen verblijven bij hem in een rustige cirkel en dat is overzichtelijk voor de kinderen. Hij maakt zich geen zorgen om hen en het is geen vaststaand feit dat [minderjarige 1] het beter zal krijgen in [plaats 1] .
De vader staat wel open voor een verhuizing van de moeder met de kinderen, maar hij vindt [plaats 1] te ver weg.. De moeder geeft alleen maar aan dat zij naar [plaats 1] wil verhuizen omdat zij het daar zo mooi en zo leuk vindt. Zij trekt geheel haar eigen plan, zonder rekening te houden met de kinderen en met hem. De moeder heeft nog voor zij een gesprek hadden een bod uitgebracht op een woning in [plaats 1] en een school voor de kinderen benaderd. De moeder heeft het recht om te verhuizen en de vrijheid om haar eigen leven opnieuw in te richten, maar om aan dat belang tegemoet te komen is de vrijheid om haar leven elders opnieuw in te richten, wel beperkt. De vrijheid van de moeder wordt beperkt door het feit dat zij samen zorgdragen voor de opvoeding van de kinderen en dat de vader bewust op twee minuten loopafstand van de moeder en de kinderen is gaan wonen. Partijen hebben het van belang geacht dat de kinderen vanuit beide woningen zelfstandig naar de andere ouder kunnen lopen of fietsen en dat voor hen zo min mogelijk zou veranderen ten aanzien van hun omgeving, vrienden, sport en de basisschool. De moeder heeft onvoldoende aangetoond dat haar recht om te verhuizen en haar vrijheid om haar eigen leven opnieuw in te richten zwaarder dient te wegen dan het belang van de kinderen bij een eventuele verhuizing. Dat de moeder graag dicht bij haar nieuwe partner wil zijn, is te begrijpen, maar dat betekent niet dat zij met de kinderen naar [plaats 1] kan verhuizen.
De wens van de moeder om vaker en dichter bij haar partner te kunnen zijn, kan ook op een andere manier ingevuld worden. Zo kan de zorgregeling worden gewijzigd, waarbij de kinderen regelmatig bij hem verblijven, zodat de moeder tijd kan doorbrengen met haar partner. Er is geen noodzaak voor de moeder om met de kinderen te verhuizen naar [plaats 1] . Met het budget dat de moeder heeft, kan de moeder ervoor kiezen om te verhuizen binnen het woongebied Amsterdam/Abcoude/Amstelveen/Weesp/Zaandam/Almere. De reisafstand tussen [woonplaats] en [plaats 1] bedraagt met het OV maar liefst anderhalf uur en met de auto een uur of langer. Dat de moeder een verhuizing in de omgeving van [woonplaats] daadwerkelijk heeft onderzocht en serieuze inspanningen heeft gedaan om een groter huis in de huidige omgeving te verkrijgen, is niet gebleken.
Bij de zorgregeling die de moeder voorstelt zullen de kinderen, wanneer zij in het weekend in een andere woonplaats verblijven dan waar de school is hiertegen in protest komen als zij wat ouder zijn. Ook zal het vele reizen op een gegeven moment gaan tegenstaan. Het is een kwestie van tijd, maar een verhuizing naar [plaats 1] zal uiteindelijk leiden tot een volledige uitholling van het vaderschap en een aantasting van de band die de kinderen en hij met elkaar hebben. Bij verhuizing naar [plaats 1] zal sprake zijn van een weekendregeling en dit zal leiden tot minder contact tussen hem en de kinderen. Door de kinderen naar school te brengen of op te halen staat de vader in contact met hun leraren, vriendjes en hun ouders en naschoolse activiteiten. Verder is van belang dat de kinderen ouder worden en de komende jaren een steeds groter sociaal- en verenigingsleven zullen opbouwen en nog later mogelijk een bijbaantje krijgen. Met hun vriendjes/vriendinnetjes zullen zij in het weekend willen afspreken en ook sportverplichtingen zijn voor een groot deel in de weekenden. Indien de kinderen twee van de vier weekenden bij hem zijn en dan niet kunnen deelnemen aan deze sociale contacten, zullen zij op een gegeven moment niet langer in het weekend naar hem willen gaan en is deze regeling niet te realiseren. De vader wil daarnaast stem hebben omtrent welke school in het belang van de kinderen zou kunnen zijn. De verzoeken van de moeder dienen dan ook te worden afgewezen.