ECLI:NL:RBAMS:2022:2008

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
25 maart 2022
Publicatiedatum
14 april 2022
Zaaknummer
712232 / FA RK 22-60
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor verhuizing en schoolkeuze na echtscheiding

In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 25 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een moeder en een vader over de vervangende toestemming voor verhuizing van de kinderen naar [plaats 1] en de keuze van een nieuwe school. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. C. van Baalen-van IJzendoorn, verzocht om toestemming om met de kinderen te verhuizen en hen in te schrijven op een nieuwe school en buitenschoolse opvang in [plaats 1]. De vader, vertegenwoordigd door mr. S. Maachi, verzette zich tegen de verhuizing en stelde dat dit in strijd zou zijn met de belangen van de kinderen en hun band met hem zou aantasten.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder en vader gezamenlijk het gezag over de kinderen uitoefenen en dat de instemming van de vader noodzakelijk is voor een wijziging van de woonplaats van de kinderen. De rechtbank heeft de belangen van de kinderen, de noodzaak van de verhuizing en de gevolgen voor de zorgregeling afgewogen. De moeder heeft voldoende aangetoond dat de verhuizing naar [plaats 1] in het belang van de kinderen is, omdat zij daar meer ruimte en een betere leefomgeving kan bieden. De rechtbank oordeelde dat de moeder de verhuizing goed heeft voorbereid en dat de kinderen in [plaats 1] kunnen profiteren van een nieuwe school en een betere woonomgeving.

De rechtbank heeft de verzoeken van de moeder toegewezen en haar vervangende toestemming verleend om met de kinderen te verhuizen naar [plaats 1], hen in te schrijven op de nieuwe school en de buitenschoolse opvang. Tevens is de zorgregeling gewijzigd, zodat de vader de kinderen om de week van vrijdag na school tot maandag naar school bij zich heeft. De rechtbank heeft benadrukt dat het belang van de kinderen voorop staat en dat de moeder voldoende maatregelen heeft getroffen om de gevolgen van de verhuizing voor de kinderen en de vader te verzachten. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/13/712232 / FA RK 22/60
Beschikking van 25 maart 2022
in de zaak van:
[de moeder] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de moeder,
advocaat mr. C. van Baalen-van IJzendoorn te Amsterdam,
tegen
[de vader] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de vader,
advocaat mr. S. Maachi te Amsterdam.
1. Het verloop van de procedureDe rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift, met bijlagen, van de moeder, ingekomen ter griffie 5 januari 2022;
- de door de moeder op 2 maart 2022 overgelegde producties;
- het verweerschrift, met bijlagen, van de vader, ingekomen ter griffie 7 maart 2022.
De behandeling heeft plaatsgevonden ter terechtzitting met gesloten deuren op 8 maart 2022.
Verschenen en gehoord zijn:
Partijen, bijgestaan door hun advocaten.
De moeder heeft ter zitting haar verzoek gewijzigd.
2. De feiten
Partijen zijn gehuwd op 29 augustus 2011 te Bloemendaal. Het huwelijk tussen partijen is op
18 september 2018 ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking op
1 augustus 2018 in de registers van de burgerlijke stand.
Uit het huwelijk van partijen zijn geboren:
[minderjarige 1],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 2014;
[minderjarige 2],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 2] 2016.
Partijen oefenen gezamenlijk het gezag uit over de kinderen.
Bij beschikking van 1 augustus 2018 is, onder andere, de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de moeder vastgesteld.
De vader heeft de kinderen bij zich de ene week van vrijdag 15.00 uur tot zaterdag 16.30 uur en de andere week van zaterdag 16.30 uur tot zondag 16.30 uur alsmede de helft van de vakanties.

3.Het verzoek van de moeder

De moeder verzoekt, na wijziging, om haar vervangende toestemming te verlenen om met de kinderen in de periode van de zomervakantie 2022 naar [plaats 1] , althans binnen een straal van 5 kilometer van [plaats 1] , te verhuizen. Tevens verzoekt de moeder om haar vervangende toestemming te verlenen om de kinderen na de zomervakantie op 22 augustus 2022 te laten beginnen op [naam school] in [plaats 1] en hen op die school in te schrijven. Voorts verzoekt de moeder om haar vervangende toestemming te verlenen om de kinderen na de zomervakantie te laten beginnen op de buitenschoolse opvang (bso) van [naam school] en hen op die bso in te schrijven. Ten slotte verzoekt de moeder de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken tussen de ouders te wijzigen in die zin dat de kinderen gedurende een weekend per veertien dagen bij de vader zullen verblijven van vrijdagmiddag uit school tot zondag 16.00 uur, waarbij partijen het halen en brengen verdelen of dat zij in het midden afspreken.
4. De standpunten
4.1
Het standpunt van de moederDe moeder voert aan, kort en zakelijk weergegeven, dat de relatie zich vanaf 2012 kenmerkte door onrust vanwege de manische periodes van de vader die gepaard gingen met gebruik van drank en verdovende middelen Een lang traject onder begeleiding van Veilig Thuis en JBRA volgde, waarbij de moeder het contact tussen de vader en de kinderen altijd gewaarborgd heeft. De omgang vond de eerste jaren begeleid plaats. De omgang is vervolgens langzaam uitgebreid met een overnachting. De moeder heeft de kinderen gedurende een periode van bijna twee jaar wekelijks naar Heemstede, en later Noordwijk, gebracht en weer opgehaald. De moeder is altijd in het huurappartement van partijen blijven wonen. De vader is in september 2018 onaangekondigd in de buurt komen wonen. Dat ervaart de moeder nog steeds als onprettig. Gedurende de Covid-pandemie heeft de moeder de vader om hulp gevraagd om de kinderen ook eenmaal per veertien dagen op woensdagmiddag bij zich te hebben. De vader heeft daarmee ingestemd, maar wilde de zorgregeling niet structureel uitbreiden. Zodra de Covid-pandemie voorbij zou zijn zou de reguliere zorgregeling weer gelden. De vader brengt de kinderen gedurende zijn zorgmomenten geregeld eerder terug als de kinderen ziek zijn of, in de ogen van de vader lastig. Naast de zorgregeling heeft de vader geen andere contactmomenten met de kinderen. Sinds drie jaar heeft de moeder een nieuwe relatie. Haar partner woont in [plaats 2] (omgeving [plaats 1] ) en heeft twee kinderen. Die kinderen wonen deels bij hun vader en deels bij hun moeder in [woonplaats] en de afstand vormt geen belemmering voor de zorgregeling. De moeder wil graag samenleven met haar nieuwe partner, maar zij kiezen er bewust voor om niet samen te gaan wonen. Zij hebben allebei een goede gezinssituatie met hun kinderen en willen hen niet belasten met de gevolgen van een samengesteld gezin. De moeder kan in [plaats 1] profiteren van aanvullende ondersteuning voor de kinderen van de familie van haar partner. Ook voor haar moeder is het eenvoudiger om in [plaats 1] op te passen, terwijl dit in verband met onder andere parkeerkosten en trappen nu minder goed mogelijk is.
[minderjarige 1] heeft het moeilijk op sociaal emotioneel gebied en op school gaat het ook niet goed. Zij heeft last van de situatie in zijn algemeenheid en ze heeft een aantal gesprekken gevoerd met een kind-adviseur van het Ouder Kind Team (OKT). Er is geconcludeerd dat [minderjarige 1] moeite heeft met de scheiding en de huidige zorgregeling. Het is voor haar niet duidelijk wanneer zij bij de vader is en zij vindt het niet fijn om ieder weekend halverwege te wisselen. Het OKT adviseert om de wissel per weekend te laten plaatsvinden. [minderjarige 1] zit nu in groep 4 en [minderjarige 2] in groep 2 van de basisschool. [minderjarige 1] zal doubleren en zij wil het [minderjarige 1] besparen dat zij op haar huidige school groep 4 moet overdoen want opeen nieuwe school in [plaats 1] zal dat minder opvallen. [minderjarige 2] kan in [plaats 1] in groep 3 starten. Van de huidige groep van [minderjarige 2] gaan slechts een paar kinderen door naar groep 3, zodat hij toch al geconfronteerd zal worden met nieuwe kinderen. De leeftijd van de kinderen maakt ook dat een verhuizing goed mogelijk is.
De moeder heeft de verschillende woonvormen en opties zorgvuldig tegen elkaar afgewogen, mede rekening houdend met de behoefte om haar vangnet en de financiële stabiliteit rondom de kinderen voor de toekomst te verstevigen. Ook alle andere betrokken belangen heeft zij in haar keuze betrokken. Haar huidige woonplaats beantwoordt onvoldoende aan de diverse wensen en belangen, zeker niet voor de langere termijn. Daarnaast is de noodzaak om elke dag in [woonplaats] te zijn in verband met haar werk verdwenen doordat thuiswerken is geaccepteerd. In [plaats 1] kan zij de kinderen ruimte en een gezondere en veiligere leefomgeving bieden. In de huidige woning delen de kinderen een slaapkamer, maar in [plaats 1] krijgen de kinderen ieder een eigen slaapkamer. Dat is vooral in het belang van [minderjarige 1] gelet op haar problematiek. De moeder heeft zelf ook emotioneel behoefte aan een nieuwe start. Zij heeft de sterke wens om een woning te betrekken die van haarzelf is en waar zij voor langere periode met de kinderen een rustige plek kan creëren. In [plaats 1] krijgt zij bovendien voor minder geld, meer ruimte. De moeder heeft de verhuizing grondig overdacht en voorbereid. Zij heeft al een geschikte woning op het oog. Deze woning is vlakbij de nieuwe school van de kinderen. Voor het geval zij in de zomervakantie 2022 nog geen woning kan betrekken, kan zij met de kinderen tijdelijk verblijven in een woning op het terrein van de ouders van haar partner. De kinderen kunnen worden geplaatst op de basisschool en de bso van [naam school] . Deze plek blijft tot januari 2023 voor de kinderen beschikbaar.
Bij een verhuizing kan de vader om de week van vrijdagmiddag tot zondagmiddag omgang hebben met de kinderen. De vader heeft ook nu door de week geen contact met de kinderen behalve om de week van woensdagmiddag tot donderdagochtend omdat zij dat heeft voorgesteld. De reistijd [woonplaats] - [plaats 1] is per trein minder dan een half uur en met de auto ongeveer 40 minuten. De moeder acht de inbreuk die een verhuizing van de kinderen naar [plaats 1] zal maken op de rechten van de vader en de kinderen op onverminderd contact in hun vertrouwde omgeving, gerechtvaardigd gezien haar zwaarwegende belangen om met de kinderen te verhuizen. Gelet op de zorgregeling, die
eenvoudiger wordt, verwacht zij dat de verhouding, wanneer de nieuwe situatie duidelijk is, zich zal normaliseren.
Al deze omstandigheden rechtvaardigen dat haar vervangende toestemming voor de verhuizing met de kinderen naar [plaats 1] , althans de omgeving van [plaats 1] , wordt verleend. De band tussen de kinderen en de vader blijft bij een verhuizing naar [plaats 1] of de omgeving van [plaats 1] gewaarborgd.
4.2 Het standpunt van de vader
De vader voert aan, kort en zakelijk weergegeven, dat hij na het verbreken van de relatie zich er hard voor heeft moeten maken dat omgang bleef bestaan tussen de kinderen en hem. De moeder had steeds haar zorgen en dit belemmerde de omgang, maar de destijds betrokken instanties hebben het contact tussen hem en de kinderen aangemoedigd. Die instanties zagen de vorderingen die hij maakte en het positieve effect daarvan. Als gevolg daarvan is de hulpverlening gestopt. De vader heeft nu al jarenlang een stabiel leven met zijn nieuwe partner. De moeder lijkt desondanks iedere mogelijkheid aan te grijpen om over het verleden te beginnen. De moeder lijkt na al deze jaren het verleden niet goed te hebben verwerkt en hij betreurt dit. De vader is bewust in de buurt van de moeder en de kinderen gaan wonen. Zo kan hij de moeder bijstaan in de opvoeding en verzorging van de kinderen. Dat heeft hij in het verleden veelvuldig gedaan, en nu nog steeds. De kinderen verblijven in de praktijk veel vaker bij hem dan op basis van de overeengekomen zorgregeling is vastgesteld. Hij is dan ook verbaasd dat de moeder aangeeft dat hij niet betrokken is en haar slechts minimaal ondersteunt bij de verzorging van de kinderen. De vader betwist dit uitdrukkelijk. De vader is betrokken bij de kinderen en actief bij de sportclubs van de kinderen, hij brengt ze ook graag naar activiteiten. Hij is betrokken bij school en ook bij andere afspraken met betrekking tot de kinderen is hij altijd aanwezig. De vader betwist dat de zorg voor de kinderen nagenoeg volledig op de moeder neerkomt. Hij heeft (ook doordeweeks) een evidente rol als opvoeder/verzorger van de kinderen. Wat de vader betreft blijft het verblijf van de kinderen bij hem op woensdag en donderdag voortduren.
[minderjarige 1] is gevoelig, maar het gaat goed met haar. De vader legt haar geen druk op en zorgt voor een rustige omgeving. [minderjarige 2] is stabiel. De kinderen verblijven bij hem in een rustige cirkel en dat is overzichtelijk voor de kinderen. Hij maakt zich geen zorgen om hen en het is geen vaststaand feit dat [minderjarige 1] het beter zal krijgen in [plaats 1] .
De vader staat wel open voor een verhuizing van de moeder met de kinderen, maar hij vindt [plaats 1] te ver weg.. De moeder geeft alleen maar aan dat zij naar [plaats 1] wil verhuizen omdat zij het daar zo mooi en zo leuk vindt. Zij trekt geheel haar eigen plan, zonder rekening te houden met de kinderen en met hem. De moeder heeft nog voor zij een gesprek hadden een bod uitgebracht op een woning in [plaats 1] en een school voor de kinderen benaderd. De moeder heeft het recht om te verhuizen en de vrijheid om haar eigen leven opnieuw in te richten, maar om aan dat belang tegemoet te komen is de vrijheid om haar leven elders opnieuw in te richten, wel beperkt. De vrijheid van de moeder wordt beperkt door het feit dat zij samen zorgdragen voor de opvoeding van de kinderen en dat de vader bewust op twee minuten loopafstand van de moeder en de kinderen is gaan wonen. Partijen hebben het van belang geacht dat de kinderen vanuit beide woningen zelfstandig naar de andere ouder kunnen lopen of fietsen en dat voor hen zo min mogelijk zou veranderen ten aanzien van hun omgeving, vrienden, sport en de basisschool. De moeder heeft onvoldoende aangetoond dat haar recht om te verhuizen en haar vrijheid om haar eigen leven opnieuw in te richten zwaarder dient te wegen dan het belang van de kinderen bij een eventuele verhuizing. Dat de moeder graag dicht bij haar nieuwe partner wil zijn, is te begrijpen, maar dat betekent niet dat zij met de kinderen naar [plaats 1] kan verhuizen.
De wens van de moeder om vaker en dichter bij haar partner te kunnen zijn, kan ook op een andere manier ingevuld worden. Zo kan de zorgregeling worden gewijzigd, waarbij de kinderen regelmatig bij hem verblijven, zodat de moeder tijd kan doorbrengen met haar partner. Er is geen noodzaak voor de moeder om met de kinderen te verhuizen naar [plaats 1] . Met het budget dat de moeder heeft, kan de moeder ervoor kiezen om te verhuizen binnen het woongebied Amsterdam/Abcoude/Amstelveen/Weesp/Zaandam/Almere. De reisafstand tussen [woonplaats] en [plaats 1] bedraagt met het OV maar liefst anderhalf uur en met de auto een uur of langer. Dat de moeder een verhuizing in de omgeving van [woonplaats] daadwerkelijk heeft onderzocht en serieuze inspanningen heeft gedaan om een groter huis in de huidige omgeving te verkrijgen, is niet gebleken.
Bij de zorgregeling die de moeder voorstelt zullen de kinderen, wanneer zij in het weekend in een andere woonplaats verblijven dan waar de school is hiertegen in protest komen als zij wat ouder zijn. Ook zal het vele reizen op een gegeven moment gaan tegenstaan. Het is een kwestie van tijd, maar een verhuizing naar [plaats 1] zal uiteindelijk leiden tot een volledige uitholling van het vaderschap en een aantasting van de band die de kinderen en hij met elkaar hebben. Bij verhuizing naar [plaats 1] zal sprake zijn van een weekendregeling en dit zal leiden tot minder contact tussen hem en de kinderen. Door de kinderen naar school te brengen of op te halen staat de vader in contact met hun leraren, vriendjes en hun ouders en naschoolse activiteiten. Verder is van belang dat de kinderen ouder worden en de komende jaren een steeds groter sociaal- en verenigingsleven zullen opbouwen en nog later mogelijk een bijbaantje krijgen. Met hun vriendjes/vriendinnetjes zullen zij in het weekend willen afspreken en ook sportverplichtingen zijn voor een groot deel in de weekenden. Indien de kinderen twee van de vier weekenden bij hem zijn en dan niet kunnen deelnemen aan deze sociale contacten, zullen zij op een gegeven moment niet langer in het weekend naar hem willen gaan en is deze regeling niet te realiseren. De vader wil daarnaast stem hebben omtrent welke school in het belang van de kinderen zou kunnen zijn. De verzoeken van de moeder dienen dan ook te worden afgewezen.

5.De beoordeling

De rechtbank stelt voorop dat partijen gezamenlijk het gezag hebben over de kinderen. Dit brengt mee dat in beginsel de instemming van de vader noodzakelijk is indien de moeder de woonplaats van de kinderen wenst te wijzigen. Indien partijen het hierover niet eens worden, kan het geschil op grond van artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek worden voorgelegd aan de rechter. De rechter dient dan een zodanige beslissing te nemen die hem in het belang van het kind wenselijk voorkomt. Bij de beslissing over dit soort geschillen dient de rechter echter alle omstandigheden van het geval in acht te nemen, wat er in een voorkomend geval toe kan leiden dat andere belangen zwaarder wegen dan het belang van het kind, hoezeer ook dat belang een overweging van de eerste orde is bij de te verrichten afweging van belangen [1] .
Bij het nemen van een beslissing dienen het belang van de kinderen een eerste overweging van de rechtbank te vormen. Voorts dient rekening te worden gehouden met onder meer het recht en belang voor de verhuizende ouder om te verhuizen en de vrijheid om zijn of haar leven opnieuw in te richten, de noodzaak om te verhuizen en de mate waarin deze is doordacht en voorbereid, de door de verhuizende ouder geboden alternatieven en maatregelen om de gevolgen van de verhuizing voor de kinderen en de andere ouder te verzachten en/of te compenseren, de verdeling van de zorgtaken en de continuïteit van de zorg, de frequentie van het contact tussen het kind en de andere ouder voor en na de verhuizing, de leeftijd van de kinderen en de mate waarin zij geworteld zijn in hun omgeving.
De rechtbank overweegt als volgt. De moeder heeft in beginsel het recht om haar leven opnieuw in te richten. Voldoende is gesteld en gebleken dat de moeder in het verleden voornamelijk voor de kinderen heeft gezorgd. Ondanks de vroegere problemen van de vader heeft de moeder het contact tussen de kinderen en de vader gestimuleerd en in stand gehouden. Een verhuizing naar [plaats 1] biedt de moederde mogelijkheid om een nieuwe start te maken, samen met haar nieuwe partner. Die stap is in het belang van de moeder. De moeder is de hoofdopvoeder van de kinderen en die stap is dan ook om die reden in het belang van de kinderen.
Hoewel de rechtbank overweegt dat de moeder onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat op dit moment de noodzaak bestaat, acht de rechtbank de verhuizing naar [plaats 1] niettemin in het belangen van de kinderen. De kinderen en de moeder zullen in een nieuwe omgeving meer rust ervaren en kunnen profiteren van meer ruimte, zowel op het gebied van wonen als om in te leven. De kinderen zullen in [plaats 1] in een nieuwe woning kunnen beschikken over een eigen slaapkamer. Met de financiële middelen die de moeder ter beschikking heeft, is dit in [plaats 1] eenvoudiger te realiseren dan in [woonplaats] of omgeving, waar nauwelijks tot geen mogelijkheden voor de moeder zijn om de kinderen meer woonruimte te bieden. Een grotere en rustigere woonomgeving zullen de kinderen en de moeder naar verwachting meer stabiliteit bieden. Het belang van de kinderen is hiermee gediend.
De moeder heeft de verhuizing voldoende doordacht en voorbereid. De moeder heeft onderzoek gedaan naar beschikbare woningen die geschikt zijn voor haar en de kinderen en de opties tegen elkaar afgewogen, rekening houdend met de behoefte om haar vangnet en de financiële stabiliteit rondom de kinderen voor de toekomst te verbeteren. Mocht onverhoopt op korte termijn geen geschikte woning beschikbaar zijn, dan kan de moeder tijdelijk in een woning op het terrein van de ouders van haar partner terecht, totdat zijgeschikte woonruimte heeft gevonden. Voor de kinderen is een school en een bso beschikbaar. Daarnaast is voldoende gesteld en gebleken dat de moeder haar sociale netwerk inmiddels voornamelijk in [plaats 1] heeft, in elk geval meer dan in [woonplaats] . De moeder kan, wanneer zij voor haar werk moet reizen en de kinderen niet op de bso terecht kunnen, een beroep doen op de familie van haar partner of vrienden in de omgeving om voor korte duur de zorgtaken voor de kinderen op zich te nemen. Ook is het voor oma van moederszijde, die twee dagen per week op de kinderen past, eenvoudiger om naar [plaats 1] te reizen.
De moeder heeft de vader voldoende alternatieven en maatregelen geboden om de gevolgen van de verhuizing voor de kinderen en de vader te verzachten en te compenseren. De kinderen houden contact met de vader, in de weekenden, en in de vakanties. Doordeweeks kan er videocontact zijn tussen de kinderen en de vader, waarbij overigens wel een belangrijke rol voor de moeder is weggelegd om dit contact te stimuleren en mogelijk te maken.
Weliswaar is de verhuizing een inbreuk op de rechten van de vader en de kinderen op onverminderd contact in hun vertrouwde omgeving, maar de belangen van de kinderen om met de moeder naar [plaats 1] te verhuizen wegen zwaarder. Niet is gebleken dat de moeder de intentie heeft om de vader buitenspel te zetten. Het contact tussen de kinderen en de vader zal blijven bestaan, ook nu de afstand wordt vergroot. Partijen wonen nu nog op loopafstand van elkaar, maar voldoende is gebleken dat dit niet gezamenlijk is beslist om de zorgtaken eenvoudiger te kunnen verdelen. Daarnaast heeft de beperkte afstand niet geleid tot een veel uitgebreidere omgangsregeling of een co-ouderschapsregeling. De moeder heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat het contact tussen de kinderen en de vader voornamelijk in het weekend plaatsvindt en dat de rol van de vader doordeweeks beperkt is. De rechtbank ziet dan ook niet in dat de vader door de verhuizing van de kinderen op afstand zal worden geplaatst en dat zijn rol ernstig wordt beperkt. De rechtbank ziet een betrokken vader, maar de betrokkenheid naast de omgangsmomenten is minimaal. De vader heeft weliswaar de laatste periode de kinderen ook eenmaal (per twee weken) doordeweeks een dag met overnachting bij zich, maar dit betreft een tijdelijke situatie en partijen hebben daarover nog geen concrete afspraken gemaakt. Ook heeft de vader gesteld geen probleem te hebben met een verhuizing van moeder an sich maar wel met het feit dat [plaats 1] op een te grote afstand van [woonplaats] ligt. De rechtbank deelt die mening niet. Partijen zijn ook na de verhuizing in staat om te communiceren op de wijze zoals dat thans plaatsvindt. Het contact vindt voornamelijk via de digitale kanalen plaats en het noodzakelijke contact over de kinderen kan ook vanuit [plaats 1] eenvoudig via de telefoon of per mail worden onderhouden.
De verdeling van de zorgtaken en de continuïteit van de zorg is gewaarborgd. Een verhuizing zal daaraan niets veranderen. De rol van de vader zal niet zodanig worden beperkt dat het belang van de kinderen wordt geschaad. Voorts ziet de rechtbank in de reistijd [woonplaats] - [plaats 1] geen belemmering, hoewel begrijpelijkerwijs het niet ideaal is voor zowel de kinderen als de vader. De reisduur en -afstand wordt overkomelijk geacht en als een minimale belasting voor de kinderen en de vader gezien. De afstand is niet zodanig dat nu al te verwachten valt dat de kinderen zich daartegen zullen gaan verzetten. Voor de (sport)activiteiten zullen de ouders een modus moeten vinden waar ook de kinderen zich in kunnen vinden. Op sociaal gebied kunnen de kinderen in zowel de omgeving van [plaats 1] als [woonplaats] hun contacten hebben.
De frequentie van het contact tussen de kinderen en de vader wordt na de verhuizing niet zodanig gewijzigd dat die regeling niet in het belang van de kinderen zal zijn. De ouders kunnen afspraken maken over het verblijf van de kinderen bij de vader in geval van bepaalde activiteiten of evenementen. Ook hierin ligt een taak voor de moeder om de belangen van de kinderen te waarborgen. De vader kan op afstand contact houden met de school van de kinderen. Voor het fysiek bijwonen van een ouderavond, zal de vader moeten reizen, maar in een schooljaar zijn normaliter de ouderavonden beperkt tot een aantal keer en eventueel kan vader ook middels een video-verbinding aanwezig zijn.
De kinderen zijn nog jong en nog niet zodanig geworteld in [woonplaats] dat een verhuizing niet in hun belang zal zijn. [minderjarige 1] kan een nieuwe start maken in groep vier van een andere school en [minderjarige 2] in groep drie. Niet is gebleken dat een wijziging van school en of andere wijziging in de leefomgeving van de kinderen niet in het belang van hun ontwikkeling zal zijn.
De extra kosten voor de vader voor wat betreft de zorgregeling mogen geen belemmering vormen voor een verhuizing van de moeder met de kinderen naar [plaats 1] . Weliswaar nemen de kosten voor de vader toe, maar partijen kunnen afspraken maken voor wat betreft het halen en brengen van de kinderen, waarbij de moeder zich soepel zal moeten opstellen en waar nodig de vader tegemoet dient te komen in de vervoerskosten.
Gelet op het voorgaande zal het verzoek van de moeder om haar vervangende toestemming te verlenen om met de kinderen in de periode van de zomervakantie 2022 naar [plaats 1] , althans binnen een straal van 5 kilometer van [plaats 1] , te verhuizen, worden toegewezen. Tevens zal het verzoek van de moeder om haar vervangende toestemming te verlenen om de kinderen na de zomervakantie op
22 augustus 2022 te laten beginnen op [naam school] in [plaats 1] , hen op die school in te schrijven, om haar vervangende toestemming te verlenen om de kinderen na de zomervakantie te laten beginnen op de bso van [naam school] en hen op die bso in te schrijven, worden toegewezen. Hoewel de moeder de vader niet heeft gekend in die keuze, heeft de moeder voldoende aannemelijk gemaakt dat bij een verhuizing naar [plaats 1] of omgeving een keuze voor de basisschool en de bso van [naam school] , in het belang van de kinderen is. Nu de moeder toestemming zal worden verleend om met de kinderen te verhuizen, dienen discussies omtrent deze schoolkeuze te worden voorkomen.
Gelet op alle omstandigheden van het geval, waarbij het belang van de kinderen op regelmatige omgang met de vader, rekening houdend met de afstand, voorop staat, is de rechtbank van oordeel dat een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken tussen de ouders waarbij de vader de kinderen om de week van vrijdag uit school tot uiterlijk maandag naar school bij zich heeft, het meest in het belang van de kinderen is. Voldoende is gesteld en gebleken dat de huidige zorgregeling, met een wisseling in het weekend, niet in het belang van [minderjarige 1] is. Weliswaar verzoekt de moeder om de zorgregeling te laten duren tot zondag 16.00 uur, maar daarmee wordt voorbijgegaan aan het belang van de kinderen en de vader om met een regelmatige frequentie omgang met elkaar te hebben. Met het eindigen van de zorgregeling op zondag om 16.00 uur heeft de vader op zondag een gebroken dag met de kinderen waardoor hij zal worden beperkt in zijn activiteiten met de kinderen. Daar staat dan wel tegenover dat de kinderen en de vader op maandagochtend moeten reizen van [woonplaats] naar [plaats 1] , voordat de school begint, maar het belang van een verblijf van een hele zondag met overnachting van de kinderen bij de vader, weegt wellicht zwaarder. Uiteraard staat het partijen vrij hierin een andere keuze te maken als het belang van de kinderen dat vergt. Partijen dienen in onderling overleg afspraken te maken over het halen en brengen van de kinderen.
De moeder zal, wanneer de kinderen doordeweeks en in de weekenden niet bij de vader zijn, het contact tussen de kinderen en de vader via face-time dienen te stimuleren, in het belang van de kinderen.
De verdeling van de zorg- en opvoedingstaken voor wat betreft de vakanties blijft ongewijzigd, in die zin dat de vader de kinderen de helft van de vakanties bij zich heeft.
De rechtbank ziet geen aanleiding om de uitvoerbaarheid van de beschikking achterwege te laten, te meer nu de verhuizing van de moeder en de kinderen na de zomervakantie 2022 zal plaatsvinden.
Er zal worden beslist als na te melden.

6.De beslissingDe rechtbank:

- verleent de moeder vervangende toestemming om in de periode van de zomervakantie 2022
(16 juli 2022 tot 22 augustus 2022), met de kinderen naar [plaats 1] , althans binnen een straal van
5 kilometer van [plaats 1] , te verhuizen;
- verleent de moeder vervangende toestemming om de kinderen na de zomervakantie van 2022 te laten beginnen op [naam school] in [plaats 1] en hen op die school in te schrijven;
- verleent de moeder vervangende toestemming om de kinderen na de zomervakantie te laten beginnen op de bso van [naam school] en hen op die bso in te schrijven;
- bepaalt de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken tussen de ouders, met wijziging van de zorgregeling als overeengekomen in het ouderschapsplan, dan wel nadien tussen partijen is overeengekomen, aldus dat met ingang van 1 september 2022 de vader de kinderen bij zich heeft om de week van vrijdag na school tot uiterlijk maandag naar school, waarbij partijen in onderling overleg afspraken dienen te maken omtrent het halen en brengen;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.K. Mireku, voorzitter tevens kinderrechter,
mr. M.I. Heyning en mr. I.M. Nusselder, rechters, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van P.A.W. van Schaick, griffier, op 25 maart 2022.
de oudste rechter is verhinderd om te ondertekenen
Voor zover tegen de beschikking hoger beroep openstaat kan dit via een advocaat worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (IJdok 20 / Postbus 1312, 1000 BH). Het beroep moet worden ingesteld:
- door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.

Voetnoten

1.Zie een arrest van de Hoge Raad van 25 april 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC5901, NJ 2008, 414.