Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
quickscanvan de telefoon blijkt dat dit gaat om een overzicht van inkomende chats, waarvan één op naam van “ [persoon 2] ”. Ervan uitgaande dat deze “ [persoon 2] ” verdachte betreft, kan hieruit niet worden opgemaakt dat verdachte gebruik heeft gemaakt van de telefoon, maar enkel dat verdachte een bericht heeft gestuurd naar de gebruiker van de telefoon. De rechtbank zal hem daarom niet als gebruiker van de Huawei telefoon aanmerken.
5.Bewezenverklaring
6.Strafbaarheid van de feiten
7.Strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
d.d. 24 januari 2022 waaruit blijkt dat verdachte niet eerder strafrechtelijk is veroordeeld. Hij zal dan ook worden aangemerkt als
first offender.
de Raadaangegeven dat er zorgen zijn over de jonge leeftijd en proceshouding van verdachte. Indien verdachte een rol heeft gehad in het geheel adviseert de Raad aan verdachte een onvoorwaardelijke werkstraf op te leggen. De Raad is onvoldoende geïnformeerd om een leerstraf of bijzondere voorwaarden te adviseren.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
werkstraf voor de duur van 40 (veertig) uren, met aftrek van de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht naar de maatstaf van 2 (twee) uren per dag.