Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Strafbaarheid
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
premier vice-procureurheeft namens de
Procureur de la Républiquebij het
Tribunal de Grande Instance de Paris(Frankrijk) per brief op 16 april 2020 de volgende garantie gegeven:
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13 OLW
- het onderzoek is in Frankrijk aangevangen;
- het bewijsmateriaal bevindt zich in Frankrijk;
- de verdovende middelen waren bestemd voor de Franse markt;
- de verdovende middelen zijn in Frankrijk ingevoerd en aangetroffen;
- medeverdachten zijn in Frankrijk aangehouden;
- het openbaar ministerie is niet voornemens zelf vervolging voor de feiten in te stellen.
7.Detentieomstandigheden
Procureur de la Républiquebij het
Tribunal de Grande Instance de Paris, laten weten dat de opgeëiste persoon wordt gedetineerd in de detentie-instelling Fleury Mérogis.
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsartikelen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de Officier van Justitie bij de Rechtbank van Eerste aanleg te Parijs (Frankrijk) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.