In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 3 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil over de laattijdige aanvraag van een Wajong-uitkering door eiser, die visuele beperkingen heeft. Eiser, geboren in 1981, heeft een aangeboren aandoening (glaucoom) en heeft in het verleden verschillende opleidingen gevolgd, maar heeft zijn Wajong-aanvraag pas in 2016 ingediend. Het Uwv heeft in eerdere besluiten geoordeeld dat eiser op zijn 18e jaar arbeidsvermogen had, maar eiser betwist dit en stelt dat hij op die datum geen taken kon uitoefenen in een arbeidsorganisatie.
De rechtbank heeft de eerdere besluiten van het Uwv beoordeeld en geconcludeerd dat het Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd dat eiser op zijn 18e jaar over arbeidsvermogen beschikte. In een nieuw besluit heeft het Uwv echter twee andere taken geselecteerd die eiser zou kunnen uitvoeren, maar eiser betwist dat deze taken geschikt zijn gezien zijn visuele beperkingen. De rechtbank heeft de geschiktheid van de taak 'spiegelen' beoordeeld en geconcludeerd dat deze taak wel degelijk geschikt is voor eiser, ondanks zijn beperkingen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat eiser op de datum in geding (medio oktober 1999) arbeidsvermogen had en dat hij daarom geen recht heeft op een Wajong-uitkering. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van griffierecht. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.