Op 14 januari 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in twee strafzaken tegen een verdachte, waarbij de rechtbank de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) voor de duur van twee jaar heeft opgelegd. In zaak A werd de verdachte veroordeeld voor diefstal met (bedreiging met) geweld van goederen ter waarde van € 156,79 bij de Albert Heijn in Amsterdam op 9 oktober 2021. In zaak B werd de verdachte veroordeeld voor diefstal van een blik bier bij de Aldi in Amsterdam op 30 september 2021. De rechtbank oordeelde dat de feiten in beide zaken bewezen konden worden, met uitzondering van de bedreiging met geweld in zaak A, waar de verdachte partieel werd vrijgesproken.
De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de getuigen gewogen en kwam tot de conclusie dat de verdachte niet te goeder trouw handelde bij de diefstal van de boodschappenkar. De rechtbank oordeelde dat de verdachte geen respect had voor andermans eigendom en dat de ISD-maatregel noodzakelijk was ter bescherming van de maatschappij, gezien de recidivekans en de ernst van de feiten. De verdediging voerde aan dat de ISD-maatregel niet kon worden opgelegd, maar de rechtbank volgde de officier van justitie in haar vordering. De rechtbank legde de maatregel voor de maximale termijn op, zonder aftrek van voorarrest, en gelastte de teruggave van een in beslag genomen mes aan de verdachte, omdat dit niet was gebruikt bij de bewezen verklaarde feiten.