Op 27 januari 2020 heeft de heffingsambtenaar van de gemeente Amstelveen een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd aan eiser, die hiertegen bezwaar heeft gemaakt. De heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar op 8 juni 2021 ongegrond, waarna eiser beroep instelde. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 3 februari 2022, waarbij eiser en zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de heffingsambtenaar zich wel liet vertegenwoordigen. Eiser had verzocht om een skypezitting, maar dit verzoek werd afgewezen omdat er geen algemene regel voor skypezittingen bestaat en er geen concrete redenen waren aangevoerd die verband hielden met de coronapandemie.
De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar eiser voldoende gelegenheid had geboden om te worden gehoord. Eiser was uitgenodigd voor een telefonische hoorzitting, maar zijn gemachtigde had niet gereageerd op alternatieve data. De rechtbank concludeerde dat de hoorplicht niet was geschonden, aangezien de wet enkel vereist dat de gelegenheid tot horen wordt geboden.
De rechtbank stelde vast dat er bij de parkeerlocatie voldoende informatie aanwezig was over het betaald parkeren, zowel door middel van bebording als een parkeerautomaat. Eiser had niet aangetoond dat er geen duidelijk zichtbaar bord aanwezig was. De rechtbank oordeelde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd en verklaarde het beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht.