ECLI:NL:RBAMS:2022:1156

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 maart 2022
Publicatiedatum
10 maart 2022
Zaaknummer
C/13/713867 / HA RK 22-46
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen een kantonrechter wegens vermeende vooringenomenheid

Op 10 maart 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen kantonrechter mr. Y.A.M. Jacobs. Het verzoek tot wraking was ingediend op 18 januari 2022 en was gebaseerd op de vrees voor vooringenomenheid van de rechter, omdat verzoeker de Nederlandse taal niet machtig was en de rechter de Engelse stukken buiten beschouwing zou hebben gelaten. Tijdens de openbare zitting op 3 maart 2022 zijn zowel verzoeker als de rechter verschenen, evenals een tolk en de teamvoorzitter van de afdeling privaatrecht. De rechter heeft in haar schriftelijke reactie op het wrakingsverzoek aangegeven dat zij de zitting in het Engels heeft gehouden om verzoeker te ondersteunen en dat zij de Engelse stukken wel degelijk had gelezen. De wrakingskamer heeft de argumenten van verzoeker beoordeeld en geconcludeerd dat de vrees voor vooringenomenheid niet objectief gerechtvaardigd was. De rechter had geen bevooroordeeld gedrag vertoond en had de belangen van beide partijen in acht genomen. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat de procedure met zaaknummer 9411159 CV EXPL 21-12455 hervat zal worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de indiening van het wrakingsverzoek.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Beslissing van 10 maart 2022 op het op 18 januari 2022 gedane en onder zaaknummer C/13/713867 HA/RK 22/46 ingeschreven verzoek van:
[verzoeker] ,wonende te [woonplaats] ,
verzoeker,
welk verzoek strekt tot wraking van mr. Y.A.M. Jacobs, kantonrechter te Amsterdam, hierna: de rechter.

1.1. De procedure

De wrakingskamer heeft kennisgenomen van de navolgende processtukken:
  • een op 18 januari 2022 ingediend klachtenformulier van verzoeker (in de Engelse taal) dat door de rechtbank is aangemerkt als een verzoek tot wraking;
  • een op 11 februari 2022 ingediende Nederlandse vertaling van het verzoek tot wraking;
  • de schriftelijke reactie van de rechter van 24 februari 2022 op het verzoek tot wraking, met een vijftal stukken betrekking hebbend op de procedure tegen verzoeker met zaaknummer 9411159 CV EXPL 21-12455 (dagvaarding, verweer van verzoeker, proces-verbaal van 2 september 2021, reactie van de eisende partij en aantekeningen van de griffier van de zitting van 18 januari 2022).
De rechter berust niet in de wraking.
Het verzoek is behandeld ter openbare terechtzitting van 3 maart 2022. Verschenen zijn verzoeker, [naam tolk] (die als tolk Nederlands / Engels heeft gefungeerd), de rechter en mr. A.J. Wesdorp, teamvoorzitter Afdeling Privaatrecht, team kanton. De beslissing is bepaald op 10 maart 2022.

2.De feiten

Bookkeeper B.V. heeft tegen verzoeker een procedure aanhangig gemaakt bij de rechter waarin betaling van een openstaand bedrag wordt gevorderd.
In deze procedure heeft op 18 januari 2022 ten overstaan van de rechter een mondelinge behandeling plaatsgevonden.
Na afloop van de mondelinge behandeling heeft verzoeker een klachtenformulier ingediend dat is aangemerkt als wrakingsverzoek.

3.Het verzoek en de gronden daarvan

Het wrakingsverzoek is – samengevat weergegeven – gebaseerd op de volgende gronden. De rechter was bevooroordeeld omdat verzoeker de Nederlandse taal niet machtig is. De stukken van verzoeker waren in het Engels en die heeft de rechter buiten beschouwing gelaten. De rechter koos steeds de kant van de eisende partij. De advocaat van de eisende partij en de rechter lachten verzoeker uit bij zijn pogingen de zaak in het Nederlands te vertalen. Op deze manier heeft verzoeker geen eerlijk proces gekregen en is hij gediscrimineerd. Het vertrouwen van verzoeker in het Nederlandse rechtssysteem is zeer geschaad.

4.De reactie van de rechter

De rechter heeft in haar schriftelijke reactie – samengevat weergegeven – aangevoerd dat zij de zitting in het Engels heeft gehouden, nadat zij had vastgesteld dat verzoeker geen Nederlands sprak en geen tolk had meegenomen. Zij heeft dit gedaan om verzoeker ter wille te zijn en zo veel mogelijk het beginsel van hoor en wederhoor te waarborgen. De rechter heeft de Engelse stukken wel gelezen, ook omdat de vertalingen die verzoeker met Google Translate had gemaakt geen begrijpelijk verhaal opleverden. De rechter heeft verzoeker niet uitgelachen. Het is onjuist dat de rechter de kant van de eisende partij koos.

5.5. De gronden van de beslissing

5.1
Op grond van het bepaalde in artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) dient in een wrakingsprocedure te worden onderzocht of sprake is van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarbij staat voorop dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij verzoeker bestaande vrees dat de rechter niet onpartijdig is dan wel een vooringenomenheid koestert, objectief gerechtvaardigd is.
5.2
Het verwijt van verzoeker aan de rechter komt erop neer dat hij haar niet vertrouwt want zij zou de stukken niet hebben gelezen, zij heeft samen met de wederpartij honend en lachend gereageerd over de gebrekkige kennis van verzoeker van de Nederlandse taal en tijdens de gehele zitting leek zij veel meer op de hand van wederpartij. Ter zitting van de wrakingskamer is door de rechter aangevoerd dat zij de Engelse stukken wel degelijk heeft gelezen, hetgeen blijkt uit de door haar in die stukken aangebrachte gele arceringen. Zij heeft aangevoerd dat zij die stukken ook wel moest lezen omdat de Google Translate vertaling onbegrijpelijk was. Verder heeft zij aangevoerd dat zij verzoeker niet honend heeft bejegend en dat er hooguit een moment is gelachen om de (onbegrijpelijke) Google Translate vertaling, maar dat dat zich niet richtte op verzoeker. Gezien deze reactie van de rechter acht de wrakingskamer de vrees van verzoeker dat de rechter door het niet lezen van de Engelse stukken en door het lachen vooringenomen is, niet objectief gerechtvaardigd. Verder kan uit de zittingsaantekeningen niet worden afgeleid dat de rechter op de hand van de wederpartij was. Aan beide partijen zijn kritische vragen gesteld. Ook dat punt maakt dus niet dat de vrees van verzoeker voor vooringenomenheid objectief is gerechtvaardigd.
5.3 Het verzoek tot wraking zal dus worden afgewezen.
BESLISSING
De rechtbank:
  • wijst het verzoek tot wraking af;
  • bepaalt dat de procedure met zaaknummer 9411159 CV EXPL 21-12455 wordt hervat in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de indiening van het wrakingsverzoek.
Aldus gegeven door mrs. P.B. Martens, voorzitter, en I.M. Bilderbeek en M.J.M. Langeveld, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 maart 2022.
Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39 lid 5 Rv geen voorziening open.