Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 maart 2022 in de zaak tussen
[eiser] , te Amsterdam, eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 11 maart 2022.
Rechtbank Amsterdam
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 11 maart 2022, is de zaak behandeld van een eiser die een WIA-uitkering aanvroeg na een bedrijfsongeval. De eiser, die zich voor het eerst ziek meldde op 1 oktober 2016, had een arbeidsongeschiktheid van 28,1% vastgesteld door de verweerder, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De rechtbank beoordeelt of deze vaststelling terecht is. De eiser had eerder uitkeringen op basis van de Ziektewet en Werkloosheidswet ontvangen, maar de verweerder weigerde de WIA-uitkering omdat de eiser minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. De rechtbank heeft de medische rapporten van de verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen beoordeeld en geconcludeerd dat deze zorgvuldig zijn opgesteld en dat de conclusies logisch voortvloeien uit de rapporten. De rechtbank oordeelt dat de eiser niet meer beperkt is dan door de verzekeringsarts is vastgesteld en dat de geselecteerde functies voor de eiser geschikt zijn. De rechtbank verklaart het beroep van de eiser ongegrond, wat betekent dat de beslissing van de verweerder om de WIA-uitkering te weigeren wordt bevestigd. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige rapportages en de rol van de verzekeringsartsen in het vaststellen van arbeidsongeschiktheid.