Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure in de zaak 20-424
2.De procedure in de zaak 20-491
3.De feiten
CS24. Deze factuur vermeldt, voor zover hier van belang, het volgende:
€ 125.000,00 aan [bedrijf] betaald.
€ 6.824,85 en is AFR in de proceskosten veroordeeld.
6 november 2019 wordt opgevat als een ontslag op staande voet. Ook [eiseres in de 20-491] heeft een procedure bij de kantonrechter aangespannen.
re-integratieverplichtingen. De door [eiseres in de 20-491] verzochte wedertewerkstelling is toegewezen vanaf het moment dat [eiseres in de 20-491] hersteld zou zijn, op straffe van een dwangsom van € 500,-- per dag met een maximum van € 50.000,--.
€ 18.000,00. Op 24 maart 2020 is dat beslag vervolgens gelegd.
€ 18.000,00,
€ 7.840,-- netto aan achterstalligloon over november 2019 tot en met juni 2020, tot betaling van 8% vakantietoeslag zoals deze opeisbaar was op 31 mei 2020, de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW beperkt tot 25% over de voornoemde bedragen tot het moment dat het achterstallig loon en de 8% vakantietoeslag volledig betaald zullen zijn, de wettelijke rente over de som van de hiervoor genoemde bedragen en is bepaald dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen eindigt met ingang van 1 oktober 2020. Daarnaast is AFR veroordeeld tot betaling van het gemiddeld loon ad € 980,-- netto per maand over de periode vanaf 1 juli 2020 tot 1 oktober 2020, is AFR veroordeeld tot betaling van de transitievergoeding aan [eiseres in de 20-491] en is [eiseres in de 20-491] veroordeeld in proceskosten in principaal en incidenteel appel, zijnde € 760,- aan verschotten, € 2.148,- salaris in het principaal appel € 1.074,- salaris in het incidenteel appel.
e-mail van 7 mei 2021 aan de rechtbank meegedeeld dat hij de procedure niet overneemt.
4.Het geschil
€17.557,23 aan beslagkosten), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 september 2020 tot de dag der algehele voldoening,
CS24 te voldoen,
5.De beoordeling
€ 616.898 opgenomen (zie 3.18). Deze bedragen zijn substantieel hoger dan de bedragen die CS24 in juni 2019 voor de inventaris en voorraad van de winkel aan de [adres 1] heeft betaald.
1.442,00(2 punten × tarief € 721,00)
1.442,00(2 punten × tarief € 721,00)