Uitspraak
in haar hoedanigheid van bijzondere curator over na te noemen minderjarige,
hierna te noemen de bijzondere curator,
als advocaat voor zichzelf verschijnende.
regio Amsterdam, locatie Amsterdam,
hierna te noemen: de Raad.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 6 september 2022 een beschikking gegeven betreffende vervangende toestemming tot erkenning, gezag en omgang in een familiekwestie. De verzoeker, aangeduid als de man, heeft verzocht om vervangende toestemming om zijn dochter, [minderjarige], te erkennen. De moeder, de verwerende partij, heeft zich verzet tegen dit verzoek en heeft aangegeven dat de erkenning haar belangen zou schaden en de ontwikkeling van [minderjarige] in gevaar zou brengen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man de verwekker is van [minderjarige], maar dat er een verstoorde relatie is tussen de ouders, wat de omgang en het gezag bemoeilijkt. De rechtbank heeft de man toestemming gegeven voor de erkenning, maar het verzoek om een omgangsregeling en gezamenlijk gezag afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de belangen van [minderjarige] voorop staan en dat er momenteel geen basis is voor een gezonde communicatie tussen de ouders. De bijzondere curator en de Raad voor de Kinderbescherming hebben ook aangegeven dat er goed naar [minderjarige] moet worden geluisterd, gezien haar leeftijd van 15 jaar. De rechtbank heeft de beslissing genomen om de man als vader te erkennen, maar zonder hem zeggenschap te geven over [minderjarige]. De beschikking is openbaar uitgesproken door de kinderrechter en kan door belanghebbenden worden aangevochten.