Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 december 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te Amstelveen, eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 december 2021.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 21 december 2021 uitspraak gedaan in een beroep van eiser, een voormalig docent, tegen de ongegrondverklaring van zijn bezwaar door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiser had een uitkering op grond van de Inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) aangevraagd, welke hem per 20 november 2020 was toegekend. Het Uwv verklaarde het bezwaar van eiser ongegrond, wat leidde tot het indienen van beroep door eiser. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 16 november 2021, waarbij eiser werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. R. Slager. Het Uwv verscheen niet op de zitting.
De rechtbank overwoog dat het Uwv het bezwaar terecht ongegrond had verklaard, omdat zowel het primaire als het bestreden besluit strekten tot toekenning van een IVA-uitkering met dezelfde ingangsdatum en hoogte. Eiser stelde dat er sprake was van een materieel gewijzigd besluit, omdat de verhoging van zijn maandloon invloed had op zijn arbeidsongeschiktheidspensioen. De rechtbank oordeelde echter dat er geen wijziging in het beoogde rechtsgevolg was, aangezien de besluiten van het Uwv niet waren gericht op een ander rechtsgevolg dan de toekenning van de IVA-uitkering.
De rechtbank concludeerde dat het Uwv de kosten in bezwaar niet hoefde te vergoeden, omdat er geen sprake was van een herroeping van het besluit. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van griffierecht. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.