Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 juli 2020, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 3 februari 2021, waarin ambtshalve een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 8 juli 2021, met de daarin genoemde stukken,
- de brief van mr. De Bruin van 26 juli 2021 naar aanleiding van het proces-verbaal.
2.De feiten
Door de dwangsommen moet er nu gewoon iets gebeuren. We kunnen niet meer wachten.
3.Het geschil
- een bijdragen van € 70.157,77 aan de funderingskosten, op basis van een verdeelsleutel gebaseerd op drukverdeling waarbij 44,85 % ten laste van [gedaagde] komt,
- een bijdrage van € 16.093,86 aan de kosten voor het uitplaatsen van de huurder, op basis van dezelfde verdeelsleutel, en
- € 1.637,52 aan buitengerechtelijke incassokosten.
4.De beoordeling
verdelingsmaatstaf
verdeling. De rechtbank is van oordeel dat een vergoeding van de ‘extra kosten’ die [eisers] heeft moeten maken, dan wel de kosten die [gedaagde] heeft ‘uitgespaard’, niet kan worden aangemerkt als een daadwerkelijke
verdelingvan de gemaakte kosten en daarmee niet geschikt is als verdelingsmaatstaf. Het feit dat ook [gedaagde] nog veel kosten voor funderingsherstel heeft moeten maken, doet daar niet aan af. Een verdeelsleutel op basis van drukverdeling is daartoe wel geschikt en wordt door de rechtbank redelijk geacht.
kosten funderingsherstel
bij aktede kosten van het funderingsherstel van de mandelige muur nader te onderbouwen.
bij aktemogen uitlaten over de persoon van de te benoemen deskundige en de aan deze te stellen vragen.
kosten uitplaatsing huurder
bij aktede kosten van de uitplaatsing van de huurder te onderbouwen.
BTW
bij aktenader te onderbouwen dat [eiser 1] de kosten voor fundering van de mandelige muur in privé heeft betaald en de btw daarom niet heeft kunnen verrekenen.
- Voor [eisers] een onderbouwing van de kosten van de fundering van de mandelige muur (zie 4.15);
- Voor beide partijen: het voornemen van de rechtbank om een deskundige te benoemen om te bepalen welke kosten noodzakelijk waren voor het funderingsherstel. (zie 4.17);
- Voor [eisers] een onderbouwing van de kosten van de uitplaatsing van de huurder (zie 4.19);
- Voor [eisers] een onderbouwing dat [eiser 1] de kosten voor fundering van de mandelige muur in privé heeft betaald en de btw daarom niet heeft kunnen verrekenen (zie 4.21).
5.De beslissing
20 oktober 2021voor het nemen van een akte door [eisers] over hetgeen is vermeld onder 4.22, waarna [gedaagde] op de rol van
zes wekendaarna een antwoordakte kan nemen,