Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Ibij dit vonnis.
3.Waardering van het bewijs
nietalleen in de woning was en later heeft hij gehoord dat aangeefster zich in de kast had verstopt. Aangeefster is aan pathologische leugenaar. Tegen een aantal mensen heeft zij verteld wat er daadwerkelijk is gebeurd. Deze mensen willen niet getuigen, omdat zij hun werk belangrijker vinden. Verdachte heeft een aantal namen genoemd.
4.Bewezenverklaring
bijlage IIvervatte bewijsmiddelen, waarin de redengevende feiten en omstandigheden zijn opgenomen, bewezen dat verdachte:
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf en maatregel
risico op vergelijkbare delictenals thans tenlastegelegd als
tenminste matig verhoogdingeschat.
Gelet op de aanwezige pathologie en de als tenminste matig verhoogde kans op herhaling van gelijksoortige feiten als waarvan verdachte thans wordt verdacht, wordt geadviseerd om het reclasseringstoezicht voort te zetten gericht op praktische zaken als (begeleid) wonen (hij is reeds aangemeld bij [naam plaats] ), dagbesteding en financiën. Daarnaast wordt een forensische behandeling geadviseerd (die eveneens geboden kan worden door [naam plaats] ) waarin aandacht is voor het delictscenario (zowel betreft de huidige feiten indien hij daarvoor wordt veroordeeld als de feiten waarvoor hij in 2020 is veroordeeld), agressieregulatie, relatie- en persoonlijkheidsdynamiek en eventueel nadere diagnostiek gericht op zijn intellectuele vaardigheden.
Het voorgaande kan plaatsvinden in het kader van bijzondere voorwaardenbij een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf. Mogelijk dat indien de praktische zaken geregeld zijn, er ruimte ontstaat voor betr. om van de behandeling te profiteren en zijn leven een positieve wending te geven
dadelijke uitvoerbaarheidvan deze voorwaarden en het toezicht omdat de kans op een misdrijf met schade voor personen is groot.
8.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
9.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
6 (zes) maanden, van deze gevangenisstraf
niet tenuitvoergelegdzal worden, tenzij later anders wordt gelast.
proeftijdvan
2 (twee) jaarvast.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
dadelijk uitvoerbaarzijn.
[naam benadeelde partij]gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 1.000,- (duizend euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het 6 juli 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening.
aan de Staat€ 1.000,- (duizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade d.d. 6 juli 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening
te betalen. Bij gebreke van betaling en verhaal kan
gijzelingworden toegepast voor de duur van
20 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
6 (zes) maanden gevangenisstraf.