2.2Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
“1. De verklaring van de verdachte op de terechtzitting van 4 januari 2019, inhoudende:
Ik heb de foto’s gezien van het letsel van aangeefster. Dat komt door mij, dat heb ik gedaan. Ik heb haar met een vlakke hand geslagen. Ik kan heel hard slaan. Ik heb haar drie, hoogstens vier klappen gegeven.
2. Het proces-verbaal van verhoor, nummer 13, pagina’s 32 tot en met 36 in het proces-verbaal met dossiernummer PL1700-2017333561, van politie eenheid Rotterdam, district Rijnmond-Oost, inhoudende als verklaring van verdachte:
Ik heb gisteren (de politierechter begrijpt: 20 oktober 2017) met mijn vriendin (de politierechter begrijpt: [slachtoffer]) wat gedronken. Ik heb haar met mijn vlakke hand geslagen, niet met mijn vuist.
3. Het proces-verbaal van aangifte, nummer 1, pagina’s 6 tot en met 9 in het proces-verbaal met dossiernummer PL1700-2017333561, van politie eenheid Rotterdam, district Rijnmond-Oost, inhoudende als verklaring van aangeefster [slachtoffer]: Nadat ik 22 september 2017 aangifte tegen [verdachte] heb gedaan, heeft hij zo op mij ingepraat, dat ik hem geloofde. Hij zei dat de politie ons kapot wilde maken. Ik dacht: het zal wel zo zijn omdat hij meer ervaring had met de politie. Hij weet hoe dat allemaal werkt. Hij heeft mij uiteindelijk toch weer overtuigd zodat ik weer een relatie met hem aan ben gegaan. (...)
[verdachte] begon met zijn vuisten in mijn gezicht te slaan. Voor mijn gevoel duurde het echt uren. [verdachte] bleef maar doorgaan met slaan tegen mijn hoofd. Ik denk dat hij met beide vuisten sloeg. Ik voelde alleen maar pijn aan mijn hoofd en bij elke klap leek het net of mijn hersenen schudden. Elke keer leek het of ik zwart zag. Ik weet wel dat hij tegen mij zei: “kom, opstaan”. Volgens mij dacht hij echt dat ik dood was.
Toen ik mezelf in de spiegel zag schrok ik me dood. Ik herkende mezelf niet. Ik zag dat mijn oog helemaal dicht zat. Ik bloedde uit mijn neus, had bloed op mijn gezicht. Ik had verschrikkelijke hoofdpijn.
Ik heb foto’s van mijn letsel laten maken welke bij mijn aangifte gevoegd mogen worden.
4. Het proces-verbaal van aangifte, nummer 16, pagina’s 18 en 19 in het proces-verbaal met dossiernummer PL1700-2017333561, van politie eenheid Rotterdam, district Rijnmond-Oost, inhoudende als verklaring van aangeefster [slachtoffer]: Ik denk dat het ongeveer 01.30 uur is geweest dat hij mij ging slaan.
5. Het proces-verbaal van bevindingen, nummer 2, pagina’s 24 en 25 in het proces-verbaal met dossiernummer PL1700-2017333561, van politie eenheid Rotterdam, district Rijnmond-Oost, inhoudende als relaas van de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] of één van hen:
Op zaterdag 21 oktober 2017, omstreeks 09.00 uur werden wij door een centralist van het operationeel centrum van de politie eenheid Rotterdam verzocht ter plaatse te gaan aan de [a-straat 1] te [plaats]. Wij hoorden dat deze centralist ons mededeelde dat een vrouw zojuist de politie had gebeld en had verklaard dat ze gisterenavond is geslagen.
6. Een ander geschrift bevattende medische informatie betreffende letselbeschrijving van Forensisch Artsen Rotterdam Rijnmond, opgemaakt door de arts D. Strop, pagina 10 in het proces-verbaal met dossiernummer PL1700-2017333561, van politie eenheid Rotterdam, district Rijnmond-Oost, inhoudende: Zwelling rechts onder en bovenooglid, bloeding van het oogwit en een breuk van de oogkasbodem rechts.”