1.4.Verweerder heeft aan eiseres een schadevergoeding toegekend van € 57,50, te weten € 22,50 voor de administratiekosten die eiseres heeft betaald bij het depot om één fiets mee te nemen en € 35,- voor de andere fiets, die zij niet heeft opgehaald. Verweerder heeft toegelicht dat zij voor deze laatste fiets uitsluitend de kosten zal vergoeden die eiseres zou hebben gehad als ze de tweede fiets had laten thuisbezorgen.
2. Eiseres kan zich hiermee niet verenigen. Zij gaat niet akkoord met een beperking van de vergoeding in verband met het verwijderen van de tweede fiets tot € 35,-. Zij voert aan dat, nu verweerder haar bezwaar alsnog gegrond heeft verklaard, zij recht heeft op een redelijke vergoeding van circa € 120,- voor de niet opgehaalde fiets en het slot.
3. Verweerder stelt zich hiertegenover op het standpunt dat de geboden vergoeding redelijk is, nu eiseres niet voldaan heeft aan haar schadebeperkingsplicht. Als eiseres de fiets had opgehaald, was de schade beperkt gebleven tot € 35,- De fiets is nog enige tijd langer bewaard dan normaal het geval geweest zou zijn, maar de consequenties van het niet ophalen of laten bezorgen van de fiets zijn eiseres duidelijk gemaakt.
Het oordeel van de rechtbank
4. De rechtbank overweegt allereerst dat – gelet op de algehele herziening – eiseres geen procesbelang meer heeft bij de beoordeling van het bestreden besluit. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres tegen het bestreden besluit daarom niet-ontvankelijk.
5. Voor het overige betreft het beroep van eiseres de door verweerder genoemde hoogte van de schadevergoeding bij het besluit van 24 juni 2021. De rechtbank merkt het beroep daarom mede aan als een verzoek om schadevergoeding als bedoeld in artikel 8:90 van de Awb. Ten aanzien van dit verzoek geldt het volgende.
6. Uit artikel 8:88, eerste lid, aanhef en onder a, van de Awb volgt dat de rechtbank bevoegd is op verzoek van eiseres verweerder te veroordelen tot vergoeding van de door haar geleden schade als gevolg van een door verweerder genomen onrechtmatig besluit. Een dergelijk verzoek om schadevergoeding komt uitsluitend voor inwilliging in aanmerking, indien de gestelde schade in zodanig verband staat met het onrechtmatige besluit dat deze schade verweerder, mede gezien de aard en de aansprakelijkheid van de schade, kan worden toegerekend. Bovendien geldt er een schadebeperkingsplicht voor eiseres. Dit betekent dat degene die schade leidt binnen redelijke grenzen maatregelen moet nemen ter voorkoming of beperking van schade.
7. De rechtbank stelt vast dat niet in geschil is dat er sprake is van schade die toerekenbaar is aan een door verweerder genomen onrechtmatig besluit. Ook de hoogte van de schade in verband met het verwijderen van de eerste fiets (€ 22,50) is niet in geschil. Partijen verschillen alleen nog van mening over de hoogte van de schadevergoeding in verband met het verwijderen van de tweede fiets, met oog op de schadebeperkingsplicht. Niet in geschil is dat de € 35,- niet de kosten van een vergelijkbare fiets dekt.