Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 20 januari 2021;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 28 oktober 2021, met de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
B.B.O.M. Vastgoed/Savelkoul q.q.)). Ook heeft het stellen van zekerheid geen betrekking op reeds uitgevoerde werkzaamheden. Daarbij voert de curator het volgende aan. Het door [gedaagde] niet betaalde bedrag dat nog openstaat voor de al uitgevoerde werkzaamheden en waarvan al verscheidene termijnen waren vervallen ten tijde van de faillietverklaring, biedt genoeg zekerheid voor [gedaagde] voor de nog uitstaande opleverpunten en ook voor garanties voor het al geleverde werk. [gedaagde] heeft getekend voor oplevering en grote delen van de facturen die openstaan niet betwist. Het openstaande bedrag is hoger dan het percentage, maximaal 5%, dat [gedaagde] achter mocht houden voor de opleverpunten. De curator zou nog enkel de opleverpunten uit moeten voeren. De rechtbank volgt de curator hierin. Feitelijk had [gedaagde] voldoende zekerheid voor de uitvoering van de opleverpunten en tot zekerheidstelling voor de naleving van garantieverplichtingen is de curator niet verplicht. Ten aanzien van die laatste garantieverplichtingen voor reeds uitgevoerd werk, heeft [gedaagde] eventueel een concurrente vordering (
zie B.
B.O.M. Vastgoed/Savelkoul q.q).
3.540,00(2,0 punten × tarief € 1.770,00)