Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 september 2020 met producties,
- de conclusie van antwoord met producties,
- het tussenvonnis van 12 mei 2021, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 21 oktober 2021 met de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
2.7. Sedgwick Nederland B.V. (hierna: Sedgwick) heeft in opdracht van Nationale-Nederlanden onderzoek verricht naar de aard en omvang van beide schades. Zij heeft naar aanleiding daarvan rapporten opgesteld van 11 juli 2017 (over de eerste schade) en 19 april 2018 (over de tweede schade).
gehad met de afvoer van een desinfecteermachine. Mogelijk dat een losgeschoten afvoerslang debet
is geweest aan de lekkage. Afvoerwater is langs doorvoeren in de houten vloeren uitgestroomd in de winkel van verzekerde. Het vervuilde water is op de bovengenoemde meubelen terechtgekomen.”
2.9. Sedgwick heeft in haar rapport van 19 april 2018 de schade die is opgetreden als gevolg van het voorval op 28 juni 2017 vastgesteld op een bedrag van € 19.582,50 exclusief btw. Ten aanzien van de oorzaak van de schade is in het rapport het volgende opgenomen:
Wij vermoeden dat de voornoemde installatie ten grondslag ligt aan de recente waterschade in maart 2017 en tevens verband houdt met de onderhavige instorting van het op riet gestucte plafond op 28 juni 2017.
Naar onze mening moet al langere tijd sprake zijn geweest van lekkages en/of het overlopen van de voornoemde teil. Voornoemde uitstroom van water heeft naar alle waarschijnlijkheid de hechting van het op riet gestucte plafond met het onderliggende rachelwerk in de loop der jaren doen verzwakken, met de instorting tot gevolg. Aanwijzingen dat deze situatie al langer het geval is, vormen de oude watersporen op de vloerdelen en de sporen van corrosie op het plafond rondom de plafondlampen (…).
2.10. In opdracht van VvAA heeft DEKRA Experts een expertise verricht naar de oorzaak van de schade die is ontstaan op 28 juni 2017. Naar aanleiding daarvan heeft zij een rapport opgesteld van 9 maart 2018. DEKRA Experts heeft haar bevindingen gebaseerd op de verklaringen van [gedaagde] en geen onderzoek ter plaatse uitgevoerd. In haar rapport staat onder meer het volgende:
Naar aanleiding van een melding van mijn onderbuurman de heer [naam] over vochtproblemen in het plafond, zijn door mij acties opgestart om een onderzoek in te stellen. Allereerst is (...) [vastgoedbeheer] bij mij geweest. Samen met hem is gezocht naar een mogelijke oorzaak van het vochtprobleem. Wij hebben niets kunnen vinden.
Aansluitend zijn in opdracht van [vastgoedbeheer] een tweetal loodgieters langs gewest. Gesteld werd dat smeltwater afkomstig van smeltend sneeuw langs de schoorsteenschacht naar beneden is gestroomd. Tevens zijn enige afvoerleidingen geïnspecteerd, maar er is niets bijzonders waargenomen.
Bij nader inzien blijkt de afvoerslang van mijn thermodesinfector in de behandelkamer niet aangesloten te zijn. Deze is de loodgieter vergeten aan te sluiten ten tijde van de recente inspectie. Ik ben hierachter gekomen door een natte vloer nabij deze installatie ten tijde van het eerstvolgende gebruik. De heer [naam] had ook al gemeld dat een waterlekkage was geconstateerd. Dit was achter in de winkel. Na het aansluiten van de afvoerslang is verder ook geen vervolglekschade geconstateerd.
Enige tijd later is het gipsplafond in het vertrek van de heer [naam] naar beneden gekomen en ben ik zelf weer op onderzoek uitgegaan.
Ik constateerde een poreus slangetje ter plaatse van de wateraanvoer van mijn spitoon. Dit is een installatie waarin patiënten kunnen spoelen/spugen na een behandeling.
Na het constateren hiervan heb ik deze installatie afgesloten en sindsdien ook niet meer gebruikt. Door het poreuze slangetje constateerde ik dat delen van de constructie van de vloer nat waren. Dit waren onder andere spaanplaten. Volledigheidshalve kan ik wel melden dat de locatie van de poreuze slang elders is, dan de locatie waar een afvoerslang vergeten was aan te sluiten.
Met betrekking tot de plastic teiltjes die onder mijn behandelunit zijn verwerkt in de vloerconstructie kan ik melden dat deze al een jaar of twintig permanent staan opgesteld om bij het loskoppelen ter vervanging/schoonmaken van een zogenoemde amalgaanscheider het beetje restwater dat daarbij vrijkomt op te vangen en te voorkomen dat dit naar beneden sijpelt. De aanwezigheid van de teiltjes hebben dus niets te maken met het voornoemde probleem. Op basis van hetgeen mij bekend is, is de mogelijke oorzaak van het bezwijken van het plafond dus de gebrekkige poreuze leiding ten behoeve van de wateraanvoer van de spitoon installatie.
(…)
OorzaakOp basis van de ontvangen informatie is het aannemelijk dat als gevolg van een continu lekkende poreuze slang ten behoeve van de wateraanvoer van een spitoon (…) de vloerconstructie en ook de afwerking in het ondergelegen vertrek bestaande uit een op riet gestuct plafond langzaam is volgezogen met water. Het is aannemelijk dat in het verleden ten tijde van de opbouw van het plafond de rieten delen met ijzerdraad zijn vastgezet aan het hierboven aanwezige houten regelwerk. De continue aanvoer van water vanuit dit slangetje is door de constructie geabsorbeerd, waardoor dit niet direct heeft geleid tot een vochtprobleem in de vertrekken van de antiquair. Het vocht heeft echter wel geleid tot een aantasting (corrosie) van het ophangsysteem van het riet. Hierdoor is op 28 juni 2017 het gestucte plafond bezweken in de ruimte die door wederpartij wordt gebruikt voor het uitstallen van zijn antiek.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
1.442,00(2,0 punten × tarief € 721,00)
5. De beslissing