In deze zaak hebben verzoekers, eigenaren van een appartementsrecht, een verzoek ingediend om een besluit van de Vereniging van Eigenaren (VvE) te vernietigen en om vervangende toestemming te verkrijgen voor bouwkundige splitsing van hun woning in vier zelfstandige woonruimten. De VvE heeft geweigerd toestemming te verlenen, omdat zij van mening is dat de voorgenomen splitsing in strijd is met de splitsingsakte en het reglement. De kantonrechter heeft de zaak op 15 november 2021 mondeling behandeld, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De verzoekers willen de woning, die momenteel als één geheel wordt gebruikt, splitsen in vier kleinere woningen van ongeveer 35 m2, met de intentie deze afzonderlijk te verhuren. De VvE stelt dat de splitsingsakte en het modelreglement verbieden dat de woning op deze manier wordt gebruikt, en dat de toestemming voor de verbouwingswerkzaamheden terecht is onthouden.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de splitsingsakte en het modelreglement duidelijk maken dat de bedoeling is om de appartementsrechten als één geheel te behouden. De rechter heeft geconcludeerd dat de voorgenomen splitsing in strijd is met de bepalingen in de splitsingsakte, die onder andere een verbod op ondersplitsing en kamerverhuur bevatten. De verzoekers hebben niet overtuigend aangetoond dat hun plannen niet in strijd zijn met deze bepalingen. Daarom heeft de kantonrechter het verzoek van de verzoekers afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten van de VvE.