ECLI:NL:RBAMS:2021:6980

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 november 2021
Publicatiedatum
1 december 2021
Zaaknummer
RK 21/2830
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klaagschrift ex artikel 552a Sv betreffende teruggave van in beslag genomen gegevensdragers

In deze beschikking van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 12 november 2021, is het klaagschrift van klaagster, geboren in 1991, behandeld. Het klaagschrift betreft de teruggave van in beslag genomen voorwerpen, waaronder een Samsung Galaxy Z Flip, een Microsoft Laptop/tablet en een HP Computer. De inbeslagname vond plaats op 29 september 2020 tijdens een doorzoeking in de woning van klaagster, die wordt verdacht van deelname aan een criminele organisatie met betrekking tot witwassen, handel in verdovende middelen en valsheid in geschrifte. Klaagster verzocht om teruggave van de gegevensdragers, die essentieel zijn voor haar als startende ondernemer in de IT-branche. De rechtbank heeft het klaagschrift deels gegrond verklaard, waarbij de teruggave van de HP Computer is gelast, terwijl het verzoek om teruggave van de andere twee gegevensdragers ongegrond is verklaard. De rechtbank oordeelde dat het belang van strafvordering zich verzet tegen teruggave van deze gegevensdragers, gezien de aanwijzingen dat er valse documenten op zijn aangetroffen. De beslissing is openbaar uitgesproken en klaagster kan binnen veertien dagen beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK [plaats 3]
Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/997042-19
RK: 21/2830
Beschikking op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[klaagster] ,
geboren op [geboortedag] 1991 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] ,
woonplaats kiezend op het kantooradres van haar raadsman,
mr. J.F. van der Brugge,
[adres raadsman] ,
klaagster, tevens beslagene.

1.Procesgang

Het klaagschrift is op 20 mei 2021 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
Het Openbaar Ministerie heeft op 5 oktober 2021 schriftelijk zijn standpunt kenbaar gemaakt.
De rechtbank heeft op 29 oktober 2021 de gemachtigde raadsman,
mr. Van der Brugge, en de officier van justitie, mr. M. Kok, in openbare raadkamer gehoord.
Klaagster is, hoewel geldig opgeroepen, niet in raadkamer verschenen.

2.Inhoud van het klaagschrift

Het klaagschrift strekt tot teruggave de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- een Samsung Galaxy Z Flip ( [serienummer 1] );
- een Laptop/tablet Microsoft ( [serienummer 2] );
- een HP Computer ( [serienummer 3] ).
In het klaagschrift is opgenomen dat de woning van klaagster op 29 september 2020 is binnengetreden en doorzocht. Tijdens de doorzoeking zijn voornoemde gegevensdragers in beslag genomen. Volgens klaagster zijn de gegevensdragers enkel voor legale activiteiten gebruikt en behoren deze tot haar eigendom. In april heeft klaagster een brief ontvangen van Domeinen Roerende Zaken waarin aan haar bevestigd wordt dat een van de inbeslaggenomen gegevensdragers, te weten de HP computer, aan haar retour zal worden gegeven en dat ze deze kan ophalen in [plaats 1] . Vanwege de afstand is het onmogelijk voor klaagster om haar gegevensdrager daar op te halen. Klaagster verzoekt deze gegevensdrager en de overige gegevensdragers te kunnen ophalen bij de locatie van Domeinen Roerende Zaken in [plaats 2] . De gegevensdragers zijn voor klaagster, een startende ondernemer in de IT-branche onder de naam [naam onderneming] , essentieel. Gelet op de ruime periode die is verstreken, kan er verder volgens klaagster geen sprake meer zijn van een onderzoeksbelang. Klaagster verzoekt het klaagschrift gegrond te verklaren en het beslag op te heffen met last tot teruggave van de gegevensdragers aan klaagster.
De raadsman van klaagster heeft in raadkamer de rechtbank verzocht het Openbaar Ministerie de opdracht te geven de HP computer door te sturen naar de locatie van Domeinen Roerende Zaken in [plaats 3] of [plaats 2] . Ten aanzien van de overige gegevensdragers heeft de raadsman aangevoerd dat het voortduren van het beslag niet nodig is, nu er geen onderzoeksbelang (meer) is en er tot op heden nog geen concrete beschuldiging is geformuleerd tegen klaagster. De enkele mededeling dat binnenkort een vervolgingsbeslissing zal worden genomen is onvoldoende gelet op de tijd die inmiddels is verstreken sinds de doorzoeking. De spullen komen niet in aanmerking voor verbeurdverklaring. Fotoshoppen doe je niet op een telefoon.

3.Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft – onder verwijzing naar het schriftelijk standpunt van het Openbaar Ministerie – verklaard dat de HP Computer reeds onderzocht is en dat beslist is dat deze computer aan klaagster wordt geretourneerd. Het verzoek van klaagster om de computer op een andere locatie op te halen, moet neergelegd worden bij de Beslagautoriteit. De officier van justitie gaat daar niet over.
Ten aanzien van de twee andere gegevensdragers stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat het belang van strafvordering zich verzet tegen teruggave. Uit onderzoek is naar voren gekomen dat er op de gegevensdragers valse en gefotoshopte documenten staan die betrekking hebben op strafbare feiten. De kans dat de gegevensdragers verbeurd worden verklaard bij vervolging van klaagster, omdat deze gebruikt zijn bij het plegen van strafbare feiten, is reëel.
De verdenking jegens klaagster maakt deel uit van een groter onderzoek met meerdere verdachten, waarvan een deel reeds is gedagvaard. Er wordt binnenkort (in ieder geval dit jaar nog) ook een vervolgingsbeslissing in de zaak van klaagster genomen.

4.De beoordeling

Uit de stukken en het verhandelde in raadkamer is het volgende gebleken.
Op 29 september 2020 zijn op de voet van artikel 94 Sv voornoemde voorwerpen in beslag genomen.
Klaagster is als verdachte van deelname aan een criminele organisatie die ziet op witwassen, handel in verdovende middelen en valsheid in geschrifte, aangemerkt in het onderzoek Coalcity.
De rechtbank stelt voorop dat het onderzoek in raadkamer naar aanleiding van een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a Sv een summier karakter draagt. Dat betekent dat van de rechtbank niet kan worden gevergd ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak of ontnemingsprocedure te treden. Daarvoor is in de beklagprocedure geen plaats, omdat ten tijde van een dergelijke procedure veelal het dossier zoals dat uiteindelijk aan de zittingsrechter in de hoofd- of ontnemingszaak zal worden voorgelegd, nog niet compleet is en omdat voorkomen moet worden dat de beklagrechter vooruitloopt op het in de hoofd- of de ontnemingszaak te geven oordeel. Het beperkte karakter van de beklagprocedure komt tot uitdrukking in enkele van de aan te leggen toetsingsmaatstaven (Hoge Raad 28 september 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL2823, NJ 2010/654).
In geval van een beklag van de beslagene tegen een op de voet van artikel 94 Sv gelegd beslag dient de rechtbank a. te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert, en zo neen, b. de teruggave van de in beslag genomen voorwerpen te gelasten aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van die voorwerpen moet worden beschouwd.
Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave indien het veiligstellen van de belangen waarvoor artikel 94 Sv de inbeslagneming toelaat, het voortduren van het beslag nodig maakt. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer het inbeslaggenomene kan dienen om de waarheid aan de dag te brengen of om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen. Voorts verzet het door artikel 94 Sv beschermde belang van strafvordering zich tegen teruggave indien niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, met betrekking tot die voorwerpen de verbeurdverklaring zal uitspreken of onttrekking aan het verkeer zal bevelen, al dan niet naar aanleiding van een afzonderlijke vordering daartoe als bedoeld in artikel 36b, eerste lid onder 4°, Sr in verbinding met art 552f Sv.
In het onderhavig geval meent het Openbaar Ministerie dat de HP Computer teruggegeven kan worden aan klaagster en dat de overige twee gegevensdragers vatbaar zijn voor verbeurdverklaring.
De rechtbank dient in dit geval te beoordelen of het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring van de voorwerpen zal uitspreken.
T.a.v. de HP Computer:
Er is reeds besloten tot teruggave. Het beklag ten aanzien van de computer dient dan ook gegrond te worden verklaard en de rechtbank zal de teruggave aan klaagster gelasten.
De rechtbank gaat niet over de verdere uitvoering van het retourneren van in beslag genomen voorwerpen. Wel deelt de rechtbank het standpunt dat het praktisch mogelijk zou moeten zijn voor de Beslagautoriteit om de computer door te sturen naar de locatie van Domeinen Roerende Zaken in [plaats 3] of [plaats 2] , zodat klaagster haar gegevensdrager daar kan ophalen.
T.a.v. de overige twee gegevensdragers:
Op grond van de zich thans in het dossier bevindende stukken en het verhandelde in raadkamer is de rechtbank van oordeel dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de tablet en de telefoon, zal verbeurd verklaren. Uit de stukken blijkt namelijk dat er aanwijzingen zijn dat op die gegevensdragers valse documenten, althans gefotoshopte documenten, zijn aangetroffen.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat het strafvorderlijk belang zich verzet tegen opheffing van het beslag.
Het beklag dient daarom ten aanzien van deze gegevensdragers ongegrond te worden verklaard.

5.De beslissing

De rechtbank komt tot de volgende beslissing.
Ten aanzien van de HP Computer:
De rechtbank verklaart het beklag
gegronden
gelast de teruggave aan klaagstervan:
 een HP Computer ( [serienummer 3] ).
Ten aanzien van de overige twee gegevensdragers:
De rechtbank verklaart het beklag
ongegrondten aanzien van:
  • een Samsung Galaxy Z Flip ( [serienummer 1] );
  • een Laptop/tablet Microsoft ( [serienummer 2] ).
Deze beslissing is gegeven door
mr. D. van den Brink, rechter,
mrs. R.A. Overbosch en R.C.J. Elte-Hamming, rechters
in tegenwoordigheid van mr. C.T. St Rose, griffier
en in het openbaar uitgesproken op 12 november 2021.
Tegen de beslissing van deze rechtbank staat voor klager beroep in cassatie bij de Hoge Raad open,
in te stellen bij de griffie van deze rechtbank,
binnen veertien (14) dagen na betekening van deze beschikking.