Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Koninen strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[adres] ,
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
the Regional Court in Koninvan 21 juni 2018 (II K 34/16) dat is gewijzigd bij een arrest van 8 januari 2019 van
the Court of Appeal in Poznań(referentienummer: II K 223/18).
the Regional Court in Koninvan 21 juni 2018 en dat de door de opgeëiste persoon gemachtigde advocaat ter zitting in hoger beroep aanwezig was. Gelet op deze informatie, is de datum van de machtiging niet relevant, nu deze in ieder geval dateert van ná de pleegdatum van het feit waarvoor de opgeëiste persoon is veroordeeld. De opgeëiste persoon was derhalve op de hoogte van de procedure in hoger beroep en een door hem gemachtigd advocaat heeft zijn verdediging gevoerd tijdens het proces. De rechtbank is daarom, met de officier van justitie, van oordeel dat de weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW niet aan de orde is. Het verweer wordt verworpen.
4.Strafbaarheid: feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
5.Artikel 11 OLW juncto artikel 47 van het Handvest
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court in Konin.