Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 10 september 2021 in de zaak tussen
[eiseres] , te Amsterdam, eiseres
de minister van Buitenlandse zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
ook een Nederlandse” tot en met “
organisaties,[..]” geen persoonlijke beleidsopvatting is, maar een feitelijke mededeling. Dit betekent dat de minister deze passage alsnog openbaar dient te maken. De rechtbank is verder van oordeel dat in document 28 de eerste zin van de tweede en overeenkomstige vierde passage vanaf “
De ouders” tot en met “
deze situatie.” ook geen persoonlijke beleidsopvatting is, maar een feitelijke weergave van zaken, zodat de minister ook deze zinsnede in beide passages openbaar dient te maken. Deze beroepsgrond slaagt.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit voor zover het ziet op de in document 93 genoemde documenten en op de toepassing van de weigeringsgrond van artikel 11, eerste lid van de Wob op de documenten 12 en 28;
- draagt de minister op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van [eiseres] met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt de minister op het betaalde griffierecht van € 178,- aan [eiseres] te vergoeden;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van [eiseres] tot een bedrag van
- € 1.496,-.
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 10 september 2021.
Rechtsmiddel
1. In geval van een verzoek om informatie uit documenten, opgesteld ten behoeve van intern beraad, wordt geen informatie verstrekt over daarin opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen.