Uitspraak
1.Procesgang
2.Inhoud van het klaagschrift
3.Standpunt van het Openbaar Ministerie
4.De beoordeling
5.De beslissing
niet-ontvankelijkin zijn beklag.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 22 september 2021 uitspraak gedaan in een klaagschrift ex artikel 552b van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Klager, eigenaar van een brommer, had een klaagschrift ingediend tegen de verbeurdverklaring van zijn brommer, die in beslag was genomen toen een vriend van hem zonder rijbewijs reed. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verbeurdverklaring op 29 mei 2019 was uitgesproken, maar dat het vonnis van de kantonrechter pas op 23 april 2020 onherroepelijk is geworden. Klager diende zijn klaagschrift op 28 april 2021 in, wat meer dan drie maanden na de onherroepelijke uitspraak was. De rechtbank oordeelde dat klager niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn beklag, omdat hij niet binnen de wettelijke termijn had gereageerd. De rechtbank benadrukte dat belanghebbenden zich tijdig en voortdurend over het verloop van de zaak moeten informeren. De beslissing werd genomen door rechter H.E. Hoogendijk in aanwezigheid van griffier C.T. St Rose en werd openbaar uitgesproken. Klager heeft de mogelijkheid om beroep in cassatie aan te tekenen bij de Hoge Raad binnen veertien dagen na betekening van de beschikking.