ECLI:NL:HR:2012:BY2844
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van klaagschrift inzake inbeslagname auto
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 december 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van de Rechtbank Groningen. De zaak betreft een klaagschrift van de klaagster, die in 1975 is geboren en wiens auto, een BMW X5, op 19 oktober 2010 in beslag was genomen. De klaagster had een klaagschrift ingediend tegen deze inbeslagname, maar de Rechtbank verklaarde het klaagschrift niet-ontvankelijk omdat het niet tijdig was ingediend. De termijn voor het indienen van het klaagschrift is vastgesteld op drie maanden na de uitvoerbaarheid van de beslissing, die volgens het Openbaar Ministerie op 30 juli 2011 was. De klaagster stelde dat zij niet op de hoogte was gesteld van deze beslissing door het Openbaar Ministerie, en dat dit haar in de gelegenheid had moeten stellen om tijdig een klaagschrift in te dienen.
De Hoge Raad oordeelde dat de opvatting van de klaagster, dat het nalaten van het Openbaar Ministerie om haar te informeren over haar rechten de termijnoverschrijding verontschuldigbaar maakte, geen steun vond in het recht. De Hoge Raad bevestigde de beslissing van de Rechtbank en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van klaagschriften en de verantwoordelijkheden van zowel het Openbaar Ministerie als de klaagster in dit proces. De beslissing werd genomen door de vice-president en twee raadsheren, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.