In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 9 november 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres, bewoonster van een appartement, en de Autoriteit Persoonsgegevens, met de Vereniging van Eigenaren (VvE) als derde-partij. De eiseres was het niet eens met de plaatsing van nieuwe beveiligingscamera's in haar flatgebouw, die volgens haar in strijd waren met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De VvE had besloten om de camerabewaking te vernieuwen, en de Autoriteit Persoonsgegevens had het verzoek van eiseres om handhavend op te treden afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de VvE een gerechtvaardigd belang had bij de plaatsing van de camera's, aangezien deze dienden ter beveiliging van de eigendommen en om incidenten te kunnen onderbouwen met camerabeelden. De rechtbank concludeerde dat de inbreuk op de privacy van eiseres beperkt was en dat de VvE voldoende waarborgen had ingebouwd om de privacy van bewoners te beschermen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en droeg de verweerder op het betaalde griffierecht te vergoeden.