ECLI:NL:RBAMS:2021:6073

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
25 oktober 2021
Publicatiedatum
26 oktober 2021
Zaaknummer
C/13/707590 / KG ZA 21-781
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot beëindiging van overschrijding van gecontracteerd transportvermogen door netbeheerder Liander N.V.

In deze zaak heeft Liander N.V., de netbeheerder van het elektriciteitsnet in Noord-Holland, een kort geding aangespannen tegen een afnemer die herhaaldelijk het contractueel overeengekomen transportvermogen overschrijdt. De vordering van Liander is gericht op het verbieden van deze overschrijdingen en het handhaven van de transportbeperkingen die zijn vastgelegd in de Overeenkomst betreffende aansluiting en transport van elektriciteit voor grootverbruikers (ATO). Liander stelt dat de overschrijdingen een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid en betrouwbaarheid van het elektriciteitsnet met zich meebrengen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat Liander voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de extra transportcapaciteit niet kan worden verleend zonder het risico van uitval of schade aan het net. De rechter heeft de vorderingen van Liander toegewezen, waarbij [gedaagde] wordt bevolen de overschrijdingen te staken en niet meer dan 46 kW aan transportvermogen te gebruiken totdat Liander de transportbeperking opheft. Tevens is [gedaagde] verplicht om meetgegevens te verstrekken aan Liander. De proceskosten zijn voor rekening van [gedaagde].

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/707590 / KG ZA 21-781 IHJK/LO
Vonnis in kort geding van 25 oktober 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LIANDER N.V.,
gevestigd te Arnhem,
eiseres bij dagvaarding van 1 oktober 2021,
advocaat mr. B.J.M. van Oorschot te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] BV,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. M.G. Blokziel te Almere.
Partijen zullen hierna Liander en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

Ter zitting van 11 oktober 2021 heeft Liander de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding en akte wijziging van eis toegelicht. [gedaagde] heeft verweer gevoerd. Beide partijen hebben producties en een pleitnota ingediend.
Ter zitting waren aanwezig:
aan de kant van Liander: [naam 1] , bedrijfsjurist, [naam 2] , bedrijfsjurist,
[naam 3] , regiolead, en mr. Van Oorschot, mr. H. Stamps (kantoorgenoot) en
P. Oedit Doebé (student-stagiair);
aan de kant van [gedaagde] : [naam 4] , [naam 5] , opsteller van het energierapport, en mr. Blokziel.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Liander is beheerder en eigenaar van het elektriciteitsnet in [regio] , Noord-Holland.
2.2.
Liander heeft te kampen met transportcapaciteitsproblemen in de regio [regio] . Zij heeft in september 2019 een eerste aankondiging van deze problemen gedaan op haar website. In een rapport ‘Congestiegebied [regio] ’ (hierna: het Rapport) houdt Liander de ontwikkelingen bij. Daar staat in dat de oorzaak van de capaciteitsproblemen is gelegen in de toename van behoefte aan elektriciteit op het net. Het net is daar in bepaalde gevallen nog niet op toegespitst Deze situatie leidt tot spanningsvariaties die niet langer binnen de vereiste kwaliteitsnormen vallen. Bij een te hoge of te lage spanning werken de aangesloten installaties mogelijk niet als gewenst of kunnen deze schade oplopen.
2.3.
[gedaagde] exploiteert een groothandel in [product] . Zij heeft sinds 25 september 2020 een bedrijfslocatie aan de [adres] , waar zich meerdere koelcellen bevinden.
2.4.
Op 1 oktober 2020 is in het Rapport voor het deel van het net met aansluitingen die vallen onder de postcode [postcode] een aanvullende vooraankondiging met betrekking tot capaciteitsproblemen gepubliceerd. In het Rapport staat onder meer het volgende.
(…) 1. Congestiegebied
Liander heeft meer aanvragen naar extra vermogen ontvangen dan initieel verwacht. In de regio van verdeelstation [naam verdeelstation] lopen we tegen de grenzen van het aanwezige elektrische vermogen aan. Als de van toepassing zijnde veiligheidsgrenzen overschreden worden, vallen onderdelen van ons net uit of raakt het net beschadigd door overbelasting. (…)
2. Technische analyse (…)
2.2
Huidige en verwachte belasting
Voor middenspanningskabels zijn de gerealiseerde vermogenscurves, verwachte belastingprognoses en verwachte hoeveelheid niet te transporteren energie helaas niet beschikbaar. Dit komt door de technische samenstelling van het middenspanningsnet waarbij de aanwezige capaciteit lokaal sterk kan variëren. (…)
2.4
Net- en bedrijfsvoeringstechnische randvoorwaarden
Dit congestiegebied wordt gekenmerkt door een probleem in de reservestelling van het middenspanningsnet. Omschakelmogelijkheden voor belasting zorgen ervoor dat de gevolgen van een storing voor de aangeslotenen in dit gebied beperkt blijven. De netbeheerder is wettelijk verplicht om voldoende reservecapaciteit aan te houden voor het transport van elektriciteit. Doordat storingen niet vooraf te voorspellen zijn, is congestiemanagement zoals beschreven in de Netcode elektriciteit geen geschikte oplossing voor dit probleem. Bij congestiemanagement wordt immers gewerkt met dagelijkse transportprognoses op basis waarvan de netbeheerder de dag van te voren biedingen uitvraagt aan aangeslotenen en marktpartijen. Hierdoor wordt in dit congestiegebied niet voldaan aan de voorwaarden zoals gesteld in de Netcode elektriciteit. (…)
3. Marktanalyse (…)
3.5
Conclusie
Aangezien er in dit congestiegebied niet voldaan wordt aan de net- en bedrijfsvoeringstechnische randvoorwaarden voor de toepassing van het congestiemanagement, is de marktanalyse in dit hoofdstuk beperkt gebleven tot inzicht verschaffen in de actuele situatie in dit netdeel.
2.5.
Liander en [gedaagde] hebben voor de aansluiting op het elektriciteitsnet van de elektrische installaties die zich bevinden op de bedrijfslocatie van [gedaagde] op 12 januari/18 januari 2021 een Overeenkomst betreffende aansluiting en transport van elektriciteit voor grootverbruikers gesloten (hierna: ATO), met als aanvangsdatum 1 januari 2021.
2.6.
In een Aanhangsel bij de ATO staat dat er een transportbeperking geldt en dat het gecontracteerde (beperkte) te leveren transportvermogen 46 kW bedraagt. De maximale capaciteit van de aansluiting bedraagt 160 kVa.
2.7.
[gedaagde] heeft Liander per 1 april 2021 verzocht om een verhoging van het gecontracteerde transportvermogen. Liander heeft het verzoek afgewezen.
2.8.
[gedaagde] heeft het gecontracteerde transportvermogen bij herhaling overschreden, tot een piekbelasting van 103 kW.
2.9.
In het afgelopen jaar heeft [gedaagde] verschillende mogelijkheden onderzocht om het probleem van de overschrijding op te lossen, maar dit heeft nog geen resultaat gehad.
2.10.
De transportbeperking van [gedaagde] zal, vanwege recente ontwikkelingen en verwachte aanpassingen van het net, naar verwachting eind 2021/begin 2022 worden opgeheven.

3.Het geschil

3.1.
Liander vordert – samengevat en na wijziging van eis – om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
(i) [gedaagde] te bevelen de overschrijdingen van het gecontracteerde transportvermogen te staken en gestaakt te houden;
(ii) [gedaagde] te bevelen niet meer dan 46 kW aan transportvermogen te gebruiken totdat Liander de transportbeperking heeft opgeheven;
(iii) [gedaagde] te bevelen de meetgegevens per 15 minuten voor het verbruik en de vermogenspieken op eerste verzoek aan Liander te (laten) verstrekken;
(iv) te bepalen dat [gedaagde] een onmiddellijk opeisbare dwangsom is verschuldigd van € 15.000,00 voor iedere overtreding van de bevelen onder (i) tot en met (iii), dan wel een door de voorzieningenrechter te bepalen bedrag, waarbij meerdere overtredingen op één dag gelden als één overtreding;
(v) [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
[gedaagde] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het door Liander gestelde gevaar voor de veiligheid en betrouwbaarheid van de elektriciteitsnetten, dat ontstaat door voortgaande overschrijdingen van het transportvermogen door [gedaagde] , maakt dat zij een spoedeisend belang heeft bij deze vordering in kort geding.
4.2.
Tussen partijen is niet in geschil dat [gedaagde] het overeengekomen transportvermogen vrijwel maandelijks overschrijdt. Daarmee handelt [gedaagde] in strijd met de ATO.
4.3.
[gedaagde] beroept zich ter rechtvaardiging van haar handelwijze allereerst op een door Liander aan de vorige gebruiker/eigenaar van het pand aan de [adres] gedane toezegging. In de overeenkomst met deze gebruiker was een transportvermogen van 160 kVA overeengekomen. In verband met tijdelijke leegstand van het pand was dit verlaagd, met de toezegging dat het contract weer kon worden gewijzigd naar de oude situatie van 160 kVa bij verkoop van het pand. Op basis van die toezegging heeft [gedaagde] het pand gekocht.
4.4.
Dit verweer slaagt niet. Liander is niet gebonden aan een toezegging die aan de vorige eigenaar zou zijn gedaan. De tussen partijen geldende afspraken staan in de ATO.
4.5.
[gedaagde] stelt zich verder op het standpunt - samengevat - dat Liander vergroting van het transportvermogen niet mag weigeren omdat een netbeheerder geen misbruik mag maken van zijn monopoliepositie. Zij verwijst naar het Rapport, waarin staat dat congestiemanagement en/of individuele klantafspraken een tijdelijke oplossing kunnen bieden voor het capaciteitsprobleem. Liander heeft met haar niet over oplossingen gesproken en er is ook geen congestiemanagement toegepast. Zij vindt dat Liander geen transport mag weigeren, nu zij onvoldoende cijfermatige onderbouwing heeft gegeven voor de gestelde onmogelijkheid om de congestie op te lossen. Volgens Liander is congestiemanagement in dit geval niet mogelijk, omdat aan de voorwaarden, genoemd in artikel 9.4 lid 2 van de Netcode Elektriciteit niet wordt voldaan. Wat [gedaagde] voor maatregelen neemt achter de meter is aan haar, aldus Liander.
4.6.
[gedaagde] heeft in dit kort geding niet om uitbreiding van het overeengekomen transportvermogen verzocht. De afwijzing van een verzoek tot uitbreiding ligt hier niet ter beoordeling voor. [gedaagde] heeft het overeengekomen transportvermogen overschreden. De vraag die moet worden beantwoord is, of [gedaagde] deze overschrijding moet beëindigen.
4.7.
Op grond van artikel 24 van de Energiewet is de netbeheerder (in dit geval Liander) verplicht om voor degene die daarom verzoekt transport van elektriciteit uit te voeren op het door haar beheerde net. Die verplichting geldt niet voor zover de netbeheerder voor het gevraagde transport redelijkerwijs geen capaciteit heeft (lid 2). Een weigering moet met redenen zijn omkleed. De netbeheerder dient zich te onthouden van iedere vorm van discriminatie tussen degenen jegens wie de verplichting geldt (lid 3).
4.8.
In artikel 9 van de Netcode Elektriciteit zijn voorwaarden gesteld voor het oplossen van (fysieke) congestie. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft de kern van de regeling samengevat in
‘Vragen en antwoorden transportschaarste’.Het komt erop neer dat een netbeheerder tijdelijk een verzoek tot transport mag weigeren als sprake is van fysieke congestie. Voordat het transport mag worden geweigerd moet de netbeheerder wel een aantal maatregelen hebben genomen. Ten eerste moeten netbeheerders hun inschatting van de beschikbare capaciteit op het netwerk niet baseren op de som van reeds aan aangeslotenen vergeven transportrechten (het contractuele gebruik), maar op het daadwerkelijke gebruik van die transportrechten op ieder moment (het fysieke gebruik), omdat lang niet alle transportrechten die contractueel zijn verschaft op ieder moment worden gebruikt. Er is dus een marge om meer transportrechten uit te geven dan er fysieke capaciteit is. Verder heeft de netbeheerder de mogelijkheid van congestiemanagement. Dit houdt in dat wanneer de netbeheerder na sluiting van de ‘dagvooruit markt’ fysieke congestie in zijn netwerk voorziet, hij in overleg treedt met marktpartijen met productie- of verbruikseenheden binnen en buiten het congestiegebied door hen een bod te laten doen door aan beide kanten van de fysieke congestie hun flexibiliteit in te zetten door productie- of consumptieniveaus aan te passen (zie conclusie A-G mr. B.J. Drijber ECLI:NL:HR:2021:1096).
4.9.
Liander werkt aan uitbreiding van het netwerk, en verwacht daarmee de congestieproblemen eind 2021/begin 2022 te hebben opgelost. Tot die tijd is het niet mogelijk om aan de extra vraag van [gedaagde] , maar ook van andere afnemers in het gebied, te voldoen. Liander heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat het handhaven van de tijdelijke transportbeperking noodzakelijk is, dat zij de mogelijkheid van congestiemanagement heeft overwogen, maar dat - nu niet aan de basisvoorwaarden daarvoor is voldaan - congestiemanagement in dit geval geen oplossing biedt. Dat blijkt uit het Rapport (zie 2.4) en uit de staatjes van de spanningsvariaties die onder randnummer 13 van de dagvaarding zijn opgenomen en waaruit blijkt dat er geen mogelijkheid is om het transport via een andere route te laten lopen. Dat betekent dat Liander geen extra transportvermogen kan toekennen, toelaten of gedogen totdat er ruimte vrijkomt of het net is uitgebreid. Zij heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat dit zou leiden tot een onaanvaardbaar risico op uitval in het hele gebied, of beschadiging van het net. Dat dat de afgelopen tien maanden nog niet is gebeurd, wil niet zeggen dat het risico niet aanwezig is.
4.10.
Hoewel een noodoplossing voor de komende twee maanden voor [gedaagde] tot hoge kosten leidt, kan niet van Liander worden gevergd dat zij voor [gedaagde] een uitzondering maakt door aan [gedaagde] wel extra vermogen ter beschikking te stellen. Er zijn nog meer wachtenden die een nieuw contract dan wel uitbreiding van hun contract willen, maar ook zij moeten wachten. Liander moet haar afnemers gelijk behandelen.
4.11.
De conclusie is dat de vorderingen onder (i) en (ii) zullen worden toegewezen, met ingang van twee weken na betekening van het vonnis. [gedaagde] zal immers de tijd moeten krijgen om een noodoplossing, in de vorm van een aggregaat of anderszins, te organiseren. [gedaagde] heeft ter zitting toegezegd aan een eventuele veroordeling te zullen voldoen, zodat het opleggen van een dwangsom niet nodig is.
Ook de vordering [gedaagde] te veroordelen de meetgegevens per vijftien minuten te (doen) verstrekken zal worden toegewezen. Liander heeft onweersproken gesteld dat het verbruik fluctueert en dat zij aan één getal per maand niet kan zien of het gecontracteerd transportvermogen op enig moment is overschreden.
4.12.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Liander worden begroot op:
- dagvaarding € 98,52
- griffierecht 667,00
- salaris advocaat
1.016,00
Totaal € 1.781,52

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
beveelt [gedaagde] de overschrijdingen van het gecontracteerde transportvermogen uiterlijk twee weken na betekening van dit vonnis te staken en gestaakt te houden,
5.2.
beveelt [gedaagde] om niet meer dan 46 kW aan transportvermogen te gebruiken totdat Liander de transportbeperking heeft opgeheven,
5.3.
beveelt [gedaagde] de meetgegevens per vijftien minuten voor het verbruik en de vermogenspieken op eerste verzoek van Liander aan haar te verstrekken of te laten verstrekken door het meetbedrijf,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Liander begroot op € 1.781,52,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H.J. Konings, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. L. Oostinga, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 25 oktober 2021. [1]

Voetnoten

1.type: LO