ECLI:NL:RBAMS:2021:6057

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 oktober 2021
Publicatiedatum
25 oktober 2021
Zaaknummer
9111167
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

VvE-zaak over machtiging en uitleg splitsingstekening met betrekking tot gemeenschappelijke en privé gedeelten

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 22 oktober 2021, hebben verzoekers, eigenaren van een appartementsrecht, een verzoek ingediend tot het verkrijgen van een vervangende machtiging van de kantonrechter. Dit verzoek was gericht op het uitvoeren van onderzoek naar de oorzaak van geluidsoverlast in de vorm van waterslagklappen en het verwijderen van een constructie en deur in het gemeenschappelijke trappenhuis. De verzoekers stelden dat de Vereniging van Eigenaren (VvE) niet adequaat op hun klachten reageerde en dat de VvE ten onrechte weigerde medewerking te verlenen aan hun verzoeken. De VvE daarentegen betwistte dat de problemen met de waterslagklappen een VvE-kwestie waren en stelde dat de overlast voortkwam uit privé leidingen van de bovenburen.

De kantonrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak onderzocht, waaronder de splitsingsakte en de splitsingstekening. De rechter concludeerde dat de splitsingstekening een verbijzondering van de splitsingsakte was en dat er geen tegenstrijdigheid was tussen de documenten. De rechter oordeelde dat de overloop deels gemeenschappelijk en deels privé was, en dat de VvE geen zeggenschap had over het privé gedeelte. De verzoeken van de verzoekers werden afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten van de VvE. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken in de splitsingsakte en de rol van de VvE in het beheer van gemeenschappelijke en privé gedeelten.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 9111167 EA VERZ 21-201
beschikking van: 22 oktober 2021
func.: 47653

beschikking van de kantonrechter

I n z a k e

[verzoeker 1] en [verzoeker 2]

wonende te [woonplaats]
verzoekers,
nader te noemen: [verzoekers] c.s.
gemachtigde: mr. A.M. Zoete- van der Zwart (ARAG Rechtsbijstand)
t e g e n

de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging

VvE [verweerster]
gevestigd te [vestigingsplaats]
verweerster,
nader te noemen: de VvE
gemachtigde: mr. J.W.C. Bruins.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Op 26 maart 2021 hebben [verzoekers] c.s. een verzoekschrift (plus producties) ingediend tot afgifte van een vervangende machtiging als bedoeld in artikel 5:121 BW tot het (kortweg) uitvoeren van onderzoek naar oorzaak en oplossing van waterslagklappen alsmede het verwijderen van een constructie en een deur in het trappenhuis. Op 14 juni 2021 is namens de VvE een verweerschrift (plus producties) ingediend. Namens verzoekers zijn op 26 augustus 2021 aanvullende stukken ingediend, waaronder een geluidsopname en is een aan- vullend verzoekschrift ingediend. Eveneens op 26 augustus 2021 heeft de VvE aanvullende stukken ingediend en is bezwaar gemaakt tegen behandeling van het aanvullend verzoek. Op 1 september 2021 is namens de VvE een productie (nr. 25) overgelegd gevolgd door op 2 september 2021 het volledige exemplaar van deze productie. Het geding is behandeld ter zitting van 3 september 2021, waar [verzoeker 2] is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. De gemachtigde heeft pleitaantekeningen voorgedragen. Namens de VvE is verschenen [naam 1] , bijgestaan door de gemachtigde. Tevens zijn verschenen als belanghebbenden/leden van de VvE: [naam 2] , [naam 3] en [naam 4] .

UITGANGSPUNTEN

1. De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.
1.1.
Bij akte van splitsing van 18 mei 2006 is een negental percelen gelegen aan de [adres 1] gesplitst in 36 appartementsrechten en is de VvE opgericht.
1.2.
[verzoekers] c.s. zijn sinds 14 mei 2019 eigenaar van het appartementsrecht met appartementsindex 23 . Het betreft de woning gelegen aan de [adres 2] . In de splitsingsakte is dit appartementsrecht omschreven als ‘omvattende het uitsluitend gebruik van een woning cum annexis gelegen op tweede verdieping van het gebouw, plaatselijk bekend (etc.)’.
1.3.
De bovenburen, [naam 4] en [naam 3] zijn eigenaar van het appartementsrecht met appartementsindex 32 (nr. [nummer 2] ). In de splitsingsakte is dit appartementsrecht omschreven als ‘omvattende het uitsluitend gebruik van een woning cum annexis gelegen op de derde en vierde verdieping van het gebouw met berging op de vliering, met afzonderlijk trappenhuis tussen de tweede en derde verdieping, plaatselijk bekend (etc.)’.
1.4.
In het Kadaster is tevens op 19 mei 2006 een zogenoemde splitsingstekening ingeschreven. Het deel van de tekening dat ziet op het appartement met indexnummer 23 ziet er (uitvergroot) uit als volgt:
1.5.
In de splitsingsakte is het Modelreglement bij splitsing in appartementsrechten 2006 (hierna: het Modelreglement) van toepassing verklaard.
1.6.
In artikel 17 van het Modelreglement zijn de gemeenschappelijke zaken gedefinieerd. Daarin is bepaald, voor zover van belang:
1.
Tot de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken worden onder meer gerekend, voor zover aanwezig:
( )
b. ( ) de hallen, de gangen, de trappenhuizen, ( )
( )
d. ( ) de deurkozijnen met de deuren en drempels ( ) die zich bevinden in de ( ) wanden die de scheiding vormen tussen gemeenschappelijke gedeelten of tussen (een) gemeenschappelijk(e) gedeelte(n) en een privé gedeelte, ( )
( ).
1.7.
Artikel 21 van het Modelreglement luidt, voor zover van belang, als volgt:
1.
Iedere eigenaar en gebruiker is verplicht zich te onthouden van luidruchtigheid, het onnodig verblijf in de gemeenschappelijke gedeelten ( ), en het plaatsen van voertuigen of andere voorwerpen op plaatsen die hiervoor niet bestemd zijn.
2.
De wanden en/of plafonds van de gemeenschappelijke gedeelten mogen niet worden gebruikt voor het ophangen schilderijen, afbeeldingen of andere voorwerpen, en het aanbrengen van decoraties en dergelijke.
3.
De vergadering kan tot de in het eerste en tweede lid genoemde handelingen toestemming verlenen.
4.
( ).
1.7.
In artikel 22 van het Modelreglement is, voor zover van belang, bepaald:
( )
2.
Het zichtbaar aanbrengen in of aan het gebouw van naamborden ( ), schijnwerpers, schotelantennes, ( ) mag slechts geschieden met toestemming van de vergadering of volgens de regels te bepalen in het huishoudelijk reglement.
( ).
1.8.
In artikel 28 (hoofdstuk: G. Gebruik, beheer en onderhoud van de privé gedeelten) van het Modelreglement is bepaald, voor zover van belang:
( )
3.
Indien voor het verrichten van een handeling met betrekking tot een ander privé gedeelte of met betrekking tot de gemeenschappelijke gedeelten of de gemeenschappelijke zaken, de toegang tot of het gebruik van een privé gedeelte naar het oordeel van het bestuur noodzakelijk is, is iedere desbetreffende eigenaar en gebruiker verplicht hiertoe zijn toestemming en medewerking te verlenen.
4.
( ).
1.9.
In de splitsingsakte is onder H Uitwerking Modelreglement in aanvulling en/of wijziging op de tekst van het modelreglement het volgende – voor zover van toepassing bepaald:
‘Toegevoegd wordt[aan artikel 8]
een extra lid:
5.
In afwijking van het vorenstaande zullen de kosten verbonden aan onderhoud, reparatie, vernieuwing, schoonhouden en stroomverbruik van verlichting voor dat gedeelte van het trappenhuis dat gezamenlijk is, inclusief overlopen toegang gevende tot de woonappartementen, in afwijking van het vorenstaande, uitsluitend voor rekening komen van de eigenaars van de appartementsrechten met indexnummer 10 tot en met 36, ieder voor één/zevenentwinstigste (1/27ste) aandeel.’
1.10.
In het Huishoudelijk Reglement, zoals vastgesteld door de VvE op 18 juli 2017, is in artikel 5 voor zover van belang, bepaald:
Behoudens voorafgaande goedkeuring van de vergadering is het de eigenaar en/of gebruiker niet toegestaan:
( )
5.2
de wanden en/of plafonds van de hallen en trappenhuizen te gebruiken voor het ophangen van reclame uitingen, pamfletten, schilderen en/of andere voorwerpen;
5.3
in de trappenhuizen rijwielen (met of zonder hulpmotor), motorrijwielen, kinderwagens, meubilair of andere voorwerpen te plaatsen en/of te laten plaatsen.
( ).
1.11.
[verzoekers] c.s. ervaren al langere tijd geluidsoverlast in de vorm van waterslagklappen (terugslag-geluid in het leidingensysteem door het open- en dichtdraaien van de kraan), en in het trappenhuis dat zij delen met nr. [nummer 2] . Zij hebben al (muur)isolatie aangebracht in hun eigen woning en vloerbedekking in het trappenhuis, maar dat heeft naar hun mening geen soelaas geboden. Tevens maken zij bezwaar tegen het stallen door de bovenburen van allerlei spullen op de overloop/in de hal op 2-hoog als bijvoorbeeld een slee, jassen, stepjes, schoenen, rekjes, fietswielen, hockeysticks, fietstassen.
1.12.
Inmiddels is een aantal zaken verwijderd, hetzij door [verzoekers] c.s. hetzij door de bovenburen; er resteren nog diverse haken in of aan de muur en gaten waar eerder (ophang)haken hebben gezeten.
1.13.
[verzoekers] c.s. hebben op 6 november 2020 aan de VvE verzocht handhavend op te treden in die zin dat de goederen uit het gemeenschappelijke trappenhuis verwijderd worden en dat onderzoek wordt gedaan naar de staat en kwaliteit van ombouw en toegangsdeur op de 2e naar de 3e etage. Tevens hebben zij verzocht een nieuwe vergadering uit te schrijven en te beslissen dat op de trappen in het gemeenschappelijk trappenhuis tapijt wordt gelegd. Uiteindelijk zijn op de vergadering van 30 november 2020 deze punten niet geagendeerd en is ter zake niet beslist.
1.14.
Nadien heeft zich een correspondentie ontwikkeld tussen [verzoekers] c.s. en de (rechtsbijstandsverzekeraar van de) bovenburen, alsmede tussen [verzoekers] c.s. en (het bestuur van) de VvE, ook over het schilderen van het trappenhuis, hetgeen niet geleid heeft tot maatregelen.

VERZOEK EN VERWEER

2. [verzoekers] c.s, verzoeken de kantonrechter, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, bij beschikking een vervangende machtiging te verlenen tot:
a. het uitvoeren van onderzoek door de firma Top Expertise naar de oorzaak en de oplossing van de waterslagklappen in het gedeelte van het gebouw aan de [nummer 1] per appartement, en tevens te bepalen dat de kosten daarvan tot een bedrag van € 2.500,00 voor rekening van de gezamenlijke eigenaren van het appartementsgebouw komen;
b. voor wat betreft de deur:
primair: opheffing van de onrechtmatige toestand door verwijdering van de huidige constructie en deur en terugplaatsing van een deur naar de oorspronkelijke locatie/toestand bovenaan de trap op de 3e etage;
subsidiair: het uitvoeren van een onderzoek door de firma Top Expertise naar de bouwkundige staat van de toegangsdeur naar het appartementsrecht aan de [nummer 2] . En tevens te bepalen dat de aanbevolen werkzaamheden waarmee de deur aan de in 2009 gestelde bouwkundige normen voor een toegangsdeur, omlijsting en kozijn zal voldoen te laten verrichten tot een bedrag van € 3.500,00 voor rekening en risico van de eigenaar van het privé gedeelte aan de [nummer 2] ;
c. het voor rekening en risico van de gezamenlijke eigenaren door verzoekers laten verwijderen van de kapstokken, beugels, lichtsensor en zaken uit het gemeenschappelijke trappenhuis in het gedeelte van het gebouw aan de [nummer 1] en tevens laten herstellen van de achtergebleven gaten in de muur tot een maximum bedrag van € 750,00;
d. met veroordeling van de VvE in de proceskosten.
In aanvulling op het eerdere verzoek hebben [verzoekers] c.s. op 26 augustus 2021 verzocht om een vervangende machtiging tot het voor rekening en risico van de gezamenlijke eigenaren, door een technisch installateur, laten verwijderen van de Lewis metaalplaat in de gemeenschappelijke ventilatieschacht en het door deze monteur laten vernieuwen dan wel doortrekken van de afgesneden leidingen in de ventilatieschacht en doortrekken tot de gemeenschappelijke dak van het pand tot een maximaal bedrag van € 7.000,00.
3. Aan het verzoek leggen [verzoekers] c.s. ten grondslag dat de VvE ten onrechte van mening is dat de desbetreffende deur en overloop behoren tot het privé gedeelte van nr. [nummer 2] , dat de desbetreffende deur ten onrechte eerder is verplaatst, dat de overlast ter zake de waterslagklappen ook in de visie van de bovenburen iets is dat zich voordoet in het gehele gebouw maar dat zij weigeren mee te werken aan onderzoek en dat de lichtsensor en de overige zaken van de bovenburen hinder veroorzaken en dat de VvE op grond van de reglementen daartegen moet optreden.
4. Aan het aanvullend verzoek leggen [verzoekers] c.s. ten grondslag dat in de koof waarin de luchtventilatieleidingen van de appartementsgerechtigden lopen ter hoogte van appartement [nummer 2] een blokkade zit, in de vorm van een Lewis metaalplaat waardoor ventilatie vanuit de badkamer en wc van [verzoekers] c.s. niet mogelijk is, met stank- en vochtoverlast tot gevolg. Aldus is sprake van inbreuk op hun eigendomsrecht en hoewel het bestuur bekend is met het constructieve gebrek heeft hij geen ledenvergadering uitgeschreven waarin beslist kan worden omtrent herstel/een oplossing.
5. De VvE is van mening dat de kwestie van de waterslagklappen geen VvE-issue is nu de desbetreffende terugslag in de leidingen zich enkel voordoet in de privé leidingen van appartement [nummer 2] , zo blijkt ook uit het rapport van Top Expertise; de VvE heeft al een loodgieter ingeschakeld en zij is niet gehouden tot nader onderzoek; het gedeelte van de overloop dat in gebruik is bij de bovenburen komt op grond van de splitsingstekening ook uitsluitend toe aan die bovenburen zodat deze vrij zijn daar een kapstok op te hangen en hun spullen te stallen; de desbetreffende deur staat niet op de grens van privé gedeelte/gemeenschappelijk gedeelte zodat de VvE ook daarover niet gaat; bovendien is op 13 april 2011 toestemming gegeven door de VvE voor het (ver)plaatsen van de deur. De VvE wil wel meewerken aan onderzoek maar dan als ‘opdrachtgever’ hetgeen [verzoekers] c.s. op hun beurt niet goed vonden. Ten slotte is ook het herstel van de muur na het verwijderen van de kapstok/haken een kwestie die de VvE niet regardeert omdat dit het deel van de muur betreft in het privégedeelte van de bovenburen.
6. Met betrekking tot het ‘aanvullend verzoek’ heeft de VvE er tegen bezwaar gemaakt dat dit verzoek in de onderhavige procedure wordt meegenomen. Er is sprake van een nieuw verzoek, naar aanleiding van een klacht opgekomen na indienen van het initiële verzoek en het bestuur is vanwege vakantie niet in staat vóór de zitting een standpunt te formuleren. Bovendien is de klacht bij de beheerder in behandeling.

BEOORDELING

7. Ter beoordeling ligt de vraag voor of vervangende machtigingen als bedoeld in artikel 5:121 BW aan [verzoekers] c.s. kunnen worden verleend.
8. Op grond van het bepaalde in artikel 5:121 BW kan de kantonrechter onder meer de vervangende machtiging verlenen, indien de vereniging van eigenaar of haar organen zonder redelijke grond weigert om hun medewerking of toestemming te verlenen aan het verzoek of voorstel van (in casu) [verzoekers] c.s., of zich te dier zake niet verklaren. Voor de vraag of daarvan sprake is zijn alle omstandigheden van belang.
9. Daarbij is de toets niet of (in casu) de VvE een redelijke grond heeft, maar of de weigering naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
Het ‘aanvullend verzoek’
10. Met betrekking tot het ‘aanvullend’ verzoek dat eerst in de week voorafgaand aan de zitting van 3 september 2021 is ingediend, overweegt de kantonrechter dat hij dat verzoek niet in deze procedure zal behandelen; dat verzoek zal worden afgewezen. Niet alleen is te dier zake (nog) niet sprake van een weigering van de VvE of een van haar organen (in concreto: het bestuur) om medewerking of toestemming daaraan te verlenen; er is ook geen weigering van het bestuur om deze kwestie op een vergadering te agenderen. Maar ook stelt de kantonrechter vast dat het probleem van de blokkade in de ventilatieschacht bij de beheerder bekend is, die er ook aan werkt. Met de VvE is de kantonrechter van oordeel dat eigenlijk sprake is van een nieuw verzoek en dat de goede procesorde zich er tegen verzet – gelet ook op de onmogelijkheid van het bestuur om ter zake op deze korte termijn een standpunt te formuleren – dat over deze kwestie thans een inhoudelijk oordeel wordt geveld.
Gemeenschappelijk of privé
11. Het punt dat partijen vooral verdeeld houdt, is de vraag of een deel van het trappenhuis en meer specifiek: de overloop op 2-hoog, geheel of gedeeltelijk gezamenlijk eigendom is van alle appartementsgerechtigden.
12. Uit de bij de splitsingsakte behorende splitsingstekening (zie 1.4) komt naar voren dat op de 2e verdieping van nr. [nummer 1] (maar in feite in alle 9 percelen van het bouw-blok) sprake is van 2 appartementsindices. Bij nr. [nummer 1] zijn op de 2e verdieping zowel appartementsindex 23 als 32 ingetekend. Nadere bestudering van de splitsingstekening wijst uit dat op de desbetreffende overloop, een lijn is ingetekend. De eigenaar van appartementsindex 32 heeft bij de notaris ten overstaan van wie destijds de levering van zijn appartement heeft plaatsgevonden, navraag gedaan over de uitleg van de tekening. Deze notaris, C.P. Neeff te Amsterdam heeft op 9 april 2021 schriftelijk verklaard: ‘alles binnen de dikke lijnen is uw eigendom, waar nummer 32 is aangegeven (uw woning). Alles met dunne lijnen is aangegeven is gemeenschappelijk.’
13. De kantonrechter ziet geen aanleiding deze toelichting van de notaris niet te volgen; door [verzoekers] c.s. is niet gesteld dat de splitsingstekening onjuist is en door hun is niet aangegeven op grond waarvan de toelichting van de notaris niet juist of niet begrijpelijk zou zijn. De conclusie moet dan zijn dat de splitsingsakte in zoverre afwijkt van de splitsingstekening. Immers, in artikel 17 van het van toepassing verklaarde Modelreglement worden hallen, gangen en trappenhuizen gedefinieerd als zijnde ‘gemeenschappelijk’ terwijl in de splitsingsakte met betrekking tot alleen het trappenhuis tussen de tweede en derde verdieping afwijkend is bepaald dat dit behoort tot het uitsluitend gebruik van (in casu) de woning met appartementsindex 32, dus tot dat privé gedeelte.
14. Een afwijking betekent niet dat sprake is van een tegenstrijdigheid. Er is naar het oordeel van de kantonrechter niet sprake van een situatie als aan de orde in het arrest van 1 november 2013 van de Hoge Raad waarin de ingeschreven splitsingsstukken voor verschillende uitleg vatbaar zijn (waarbij overigens steeds heeft te gelden dat de splitsingsakte van evenveel betekenis is als de splitsingstekening), maar van een situatie waarin in de splitsingsakte de status van de overlopen in het geheel niet zijn beschreven, noch als privé gedeelte noch als gemeenschappelijk gedeelte, terwijl dat in de splitsingstekening dus wel zo is. De splitsingstekening is dan in zoverre, in dit geval, als het ware een verbijzondering van de splitsingsakte.
15. Dat in artikel 8.5, zoals nader uitgewerkt in de splitsingsakte (zie 1.9.) wel over ‘overlopen (toegang gevende tot de appartementen)’ wordt gesproken, maakt dit niet anders, nu deze bepaling alleen ziet op de kosten van onderhoud etc. daarvan. Uit deze bepaling vloeit (slechts) voort dat de begane grond-appartementsgerechtigden in het geheel niet, maar de appartementsgerechtigden van de eerste, tweede, derde en vierde verdieping alle eenzelfde deel aan dat onderhoud bijdragen, ondanks dat bijvoorbeeld de appartementsgerechtigden van de eerste etages geen gebruik zullen maken van de rest van het hoger gelegen trappenhuis.
16. Aan de hand van de splitsingstekening wordt derhalve geoordeeld dat de overloop die het hier betreft, deels gezamenlijk is en deels privé, te weten voor een deel dus uitsluitend ten gebruike van de eigenaar van nr. [nummer 2] .
17. Dat betekent eveneens dat de VvE geen zeggenschap heeft over het deel van de overloop dat toebehoort aan de eigenaar van nr. [nummer 2] zodat zij in zoverre terecht, gelet op de verplichtingen van de appartementseigenaren zoals omschreven in artikel 21 van het Modelregelement, geen aanleiding heeft gezien tegen die eigenaar handhavend op te treden (onderdeel c van het verzoek).
18. Overigens heeft de VvE, blijkbaar op grond van bepalingen in het Huishoudelijk Reglement, op 15 april 2021 besloten dat de ‘trappenhuizen’ leeg moeten worden gemaakt. Blijkens de door [verzoekers] c.s. overgelegde foto’s is het desbetreffende trappenhuis al zo goed als leeg. In zoverre zouden [verzoekers] c.s. ook geen belang (meer) hebben bij toewijzing van (dit deel) van hun verzoek.
De toegangsdeur en kozijn
19. In het verlengde van het hiervoor overwogene moet ten aanzien van de (constructie van de) deur en het kozijn geoordeeld worden dat die zich bevinden in dat deel van het perceel dat in privé toebehoort aan de eigenaars van nr. [nummer 2] . Ook ter zake daarvan heeft de VvE geen handhavings-taak, althans niet op grond van de splitsingsakte. Ook hier moet de conclusie zijn dat niet gezegd kan worden dat er sprake is van een situatie dat de VvE zonder redelijke grond geweigerd heeft medewerking of toestemming te verlenen aan een verzoek van [verzoekers] c.s.
Het onderzoek naar de waterslagklappen
20. De VvE heeft naar deze klacht een onderzoek laten instellen. De loodgieter heeft blijkbaar bij [verzoekers] c.s. geen onderzoek kunnen doen, omdat hij niet werd binnengelaten, zo volgt uit de e-mail van 18 maart 2021 van de beheerder Velzel VvE Beheer. Uit het onderzoek zou zijn gebleken dat de terugslag in de waterleiding niet afkomstig is van de (gemeenschappelijke) standleiding(en) maar van privé leidingen van de bovenburen. Ook uit het onderzoek van QuattroExpertise in opdracht van [verzoekers] c.s. blijkt (wel van overschrijdingen van geluids- grenswaarden vanwege waterslag maar) niet dat er elders in het gebouw soortgelijke problemen in de waterleidingen zich voordoen. Dit betekent dan dat ook ter zake van dit punt niet sprake is van een situatie dat de VvE zonder redelijke grond geweigerd heeft medewerking of toestemming te verlenen aan het verzoek van [verzoekers] c.s.
Conclusie
21. Op grond van het hiervoor overwogene moeten de verzoeken van [verzoekers] c.s. worden afgewezen. Nu zij in het ongelijk worden gesteld, zullen wij veroordeeld worden in de proceskosten van de VvE.

BESLISSING

De kantonrechter:
- wijst de verzoeken af;
- veroordeelt [verzoekers] c.s. in de proceskosten aan de zijde van de VvE, dezerzijds begroot op (2 punten à € 249,00 zijnde) € 498,00 aan salaris gemachtigde;
- veroordeelt [verzoekers] c.s. in de na deze beschikking ontstane kosten, begroot op € 62,00 aan salaris gemachtigde, te verhogen met een bedrag van € 68,00 en de explootkosten van betekening van de beschikking, een en ander voor zover van toepassing inclusie btw, onder de voorwaarde dat [verzoekers] c.s. niet binnen veertien dagen na aanschrijving volledig aan deze beschikking heeft voldaan en betekening van de beschikking pas na veertien dagen na aanschrijving heeft plaatsgevonden;
- verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. R. Kruisdijk, kantonrechter, in het openbaar uitgesproken op 22 oktober 2021 in aanwezigheid van de griffier.
De griffier de kantonrechter