ECLI:NL:RBAMS:2021:5994
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Toestemming voor beveiligingswerkzaamheden onthouden op basis van betrouwbaarheid en integriteit
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 20 oktober 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen verzoeker, een aspirant-beveiliger, en de korpschef van politie Amsterdam. Verzoeker had toestemming aangevraagd om beveiligingswerkzaamheden te verrichten, maar deze was hem onthouden op basis van zijn eerdere veroordeling voor poging tot diefstal in 2018. Verweerder stelde dat verzoeker niet beschikte over de benodigde betrouwbaarheid en integriteit, zoals vereist door de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr). Verzoeker voerde aan dat hij zijn leven had verbeterd, geen contact meer had met justitie en dat de terugkijktermijn van acht jaar hem onevenredig benadeelde in zijn kansen op werk en opleiding. De voorzieningenrechter oordeelde dat verweerder in redelijkheid had kunnen besluiten om de toestemming te onthouden, gezien de ernst van het strafbare feit en de vereisten voor de beveiligingssector. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van betrouwbaarheid en integriteit in de beveiligingsbranche en de ruimte die verweerder heeft bij het toepassen van de terugkijktermijn.