Uitspraak
RK nummer: 21/5370
[opgeëiste persoon] ,
BESLISSING:
De rechtbank beslist:
[opgeëiste persoon]wordt voortgezet tot het tijdstip waarop de rechtbank over de gevangenhouding beslist.
Rechtbank Amsterdam
Op 6 oktober 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam, Internationale Rechtshulp Kamer, een beslissing genomen in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon aan Polen. De opgeëiste persoon, geboren in 1985 in Polen en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, werd op 30 september 2021 aangehouden op basis van een Europees Aanhoudingsbevel. Tijdens het verhoor bij de officier van justitie werd de advocaat van de opgeëiste persoon geïnformeerd over een nieuwe procedure voor de rechterlijke toetsing van de inverzekeringstelling, die voortaan buiten zitting plaatsvindt. De advocaat heeft echter geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om schriftelijk en gemotiveerd bezwaar te maken tegen de inverzekeringstelling.
De rechtbank heeft de inhoud van het dossier, inclusief het bevel tot inverzekeringstelling en het proces-verbaal van verhoor, bestudeerd. In eerdere jurisprudentie heeft de rechtbank vastgesteld dat zij verplicht is om kort na de aanhouding een rechterlijke toets uit te voeren om te bepalen of de overleveringsdetentie moet worden voortgezet. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er vluchtgevaar is en dat er geen gronden zijn voor opheffing van het bevel tot inverzekeringstelling. Daarom heeft de rechtbank besloten dat de overleveringsdetentie van de opgeëiste persoon moet worden voortgezet tot het moment waarop de rechtbank over de gevangenhouding beslist.