Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Procureure de la République près le Tribunal Judiciaire de Val de Briey(Hoofdofficier van Justitie bij de gewone Rechtbank te Val de Briey), Frankrijk, en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Form A– welk formulier zich in het dossier bevindt en wordt gelezen in samenhang met het EAB – blijkt dat de opgeëiste persoon, kort gezegd, ten aanzien van feit 1, feit 3, feit 4, feit 5, feit 6 en feit 7 door de Franse autoriteiten wordt verdacht van het gebruik, bezit, invoer van en handel in verdovende middelen (in ieder geval cannabis) in de periode van 1 oktober 2020 tot en met 21 november 2020 te [plaats 2] (Frankrijk). Daarnaast wordt hij ten aanzien van feit 2 en feit 9 verdacht van het vervoer en bezit van een wapen in de periode van 1 oktober 2020 tot en met 21 november 2020 te [plaats 2] (Frankrijk). Tot slot wordt hij ten aanzien van feit 8 verdacht van het negeren van een stopteken op 21 november 2020 te Belgie. In Form A is zijn rol aangegeven als dader (perpetrator).
4.Strafbaarheid
5.Artikel 11: detentieomstandigheden
Subsitut de la procureurevan het
Tribunal Judiciaire de Val-de-Brieyeen garantie afgegeven dat de opgeëiste persoon niet in de detentie-instelling in Nîmes wordt gedetineerd. Deze garantie is naar het oordeel van de rechtbank voldoende.
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsartikelen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon] alias [opgeëiste persoon]aan de
Procureure de la République près le Tribunal Judiciaire de Val de Briey(Hoofdofficier van Justitie bij de gewone Rechtbank te Val de Briey), Frankrijk
.