In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen een omgevingsvergunning die verleend was voor de kap van een boom in de achtertuin van een woning in Amsterdam. De boom was inmiddels al gekapt, waardoor de rechtbank moest beoordelen of eiseres nog procesbelang had. De rechtbank constateerde dat er in beginsel geen procesbelang bestaat wanneer beroep wordt ingesteld tegen een vergunning voor een eenmalige activiteit die al is uitgevoerd. Dit is in lijn met de vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Eiseres had geen ander belang gesteld, zoals schadevergoeding of herplant van de boom, en kon derhalve niet meer bereiken wat zij wilde met haar beroep. De rechtbank heeft het beroep van eiseres dan ook niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. J.H.M. van de Ven op 29 september 2021, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.