ECLI:NL:RBAMS:2021:5555
Rechtbank Amsterdam
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de Belgische officier van justitie tot het uitvaardigen van een Europees aanhoudingsbevel met het oog op strafvervolging
Op 9 september 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussenuitspraak gedaan in een zaak betreffende de bevoegdheid van de Belgische officier van justitie om een Europees aanhoudingsbevel (EAB) uit te vaardigen met het oog op strafvervolging. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 1 juli 2021 en betreft een EAB dat op 29 juni 2021 is uitgevaardigd door het Parket van de procureur des Konings Antwerpen, afdeling Turnhout. De opgeëiste persoon, geboren in 1992 en gedetineerd in Nederland, was aanwezig via een videoverbinding en werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. E. Kolokatsi.
Tijdens de openbare zitting op 26 augustus 2021 heeft de rechtbank de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en de termijn voor uitspraak verlengd. De rechtbank heeft in eerdere uitspraken vastgesteld dat Belgische officieren van justitie voldoen aan de vereisten om als 'uitvaardigende rechterlijke autoriteit' te worden aangemerkt. Echter, in deze zaak is het EAB uitgevaardigd met het oog op strafvervolging, en de rechtbank heeft niet voldoende informatie ontvangen om te concluderen dat er voldaan is aan de vereisten voor effectieve rechterlijke bescherming.
De rechtbank heeft besloten het onderzoek te heropenen en te schorsen voor onbepaalde tijd, zodat de officier van justitie de vraag kan voorleggen aan de uitvaardigende justitiële autoriteit over de evenredigheid van de beslissing om het vervolgings-EAB uit te vaardigen. De rechtbank heeft ook bevolen de oproeping van de opgeëiste persoon en zijn raadsvrouw tegen een nader te bepalen datum en tijdstip.