Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
de Procureur des Konings, Parket van de Procureur des Konings van Brussel(België) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
hierna: Hof van Justitie) van 27 mei 2019 in de zaken OG en PI [1] en PF [2] .
Het onderzoek heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. U.E.A. Weitzel. De opgeëiste persoon heeft afstand gedaan van zijn recht ter zitting te worden gehoord. Hij heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn raadsman, mr. De Bruijn. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting voor bepaalde tijd geschorst, te weten tot de zitting van 8 augustus 2019, en daarbij de raadsman en de officier van justitie verzocht om uiterlijk 2 augustus 2019 eventuele vragen te formuleren die in hun visie aan de Belgische autoriteiten gesteld zouden moeten worden.
mr. M. Diependaal. De opgeëiste persoon heeft afstand gedaan van zijn recht ter zitting te worden gehoord. Hij heeft zich wederom laten vertegenwoordigen door mr. De Bruijn.
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Bevoegdheid tot het uitvaardigen van het EAB
4.Grondslag en inhoud van het EAB
5.Strafbaarheid: feiten waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
Hij verbleef illegaal op het grondgebied” is de rechtbank met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat het naar Nederlands recht geen strafbaar feit oplevert. Daarom is niet aan het vereiste van de dubbele strafbaarheid voldaan ten aanzien van dit feit.
6.Slotsom
de diefstal uit een voertuigwaarvoor de overlevering wordt gevraagd, is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW en ook overigens geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan, dient de overlevering voor dat feit te worden toegestaan. Voor het feit dat ziet op
illegaal verblijf op grondgebiedmoet de overlevering worden geweigerd.
de diefstal uit een voertuigwaarvoor de overlevering moet worden toegestaan. Een en ander staat ter beoordeling van de bevoegde autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat, die gehouden zijn om, na de feitelijke overlevering, de tenuitvoerlegging van de straf tot het hiervoor bedoelde gedeelte te beperken.
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
de Procureur des Konings, Parket van de Procureur des Konings van Brussel(België) ten behoeve van de tenuitvoerlegging van het gedeelte van de vrijheidsstraf, te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat, dat is opgelegd wegens het feit dat ziet op
de diefstal uit een voertuig;
[opgeëiste persoon]voor zover het EAB betrekking heeft op het gedeelte van de vrijheidsstraf dat is opgelegd wegens het feit dat ziet op
illegaal verblijf op grondgebied.