Op 9 september 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Amtsgericht Bielefeld in Duitsland. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 7 juli 2021 en de behandeling vond plaats op 26 augustus 2021. De opgeëiste persoon, geboren in 1977 en met de Nederlandse nationaliteit, werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. E. Kolokatsi. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en de inhoud van het EAB beoordeeld, waarin melding wordt gemaakt van een arrestatiebevel en een strafrechtelijk onderzoek naar georganiseerde of gewapende diefstal.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de overlevering kan worden toegestaan, omdat het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, valt onder de lijst van bijlage 1 bij de Overleveringswet (OLW). De rechtbank heeft ook de garantie van de Duitse autoriteiten beoordeeld, die bevestigden dat de opgeëiste persoon zijn straf in Nederland kan ondergaan indien hij wordt veroordeeld. De raadsvrouw heeft betoogd dat de overlevering onevenredig bezwarend is, maar de rechtbank oordeelde dat er geen uitzonderlijke omstandigheden zijn die een beroep op onevenredigheid rechtvaardigen. De rechtbank concludeerde dat het EAB voldoet aan de eisen van de OLW en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de overlevering van de opgeëiste persoon aan Duitsland toe te staan, en deze beslissing is uitgesproken in de openbare zitting van 9 september 2021. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, OLW.