In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 29 september 2021 uitspraak gedaan over de erkenning van een geslachtsnaamwijziging van drie verzoekers, die hun geslachtsnaam in Marokko hebben gewijzigd. De verzoekers, die zowel de Nederlandse als de Marokkaanse nationaliteit bezitten, hebben de ambtenaar van de burgerlijke stand in Nederland verzocht om hun Nederlandse geboorteakten aan te passen in overeenstemming met de wijziging die in Marokko is doorgevoerd. De ambtenaar weigerde dit verzoek, met als argument dat de wijziging niet binnen de Nederlandse wettelijke kaders mogelijk was, aangezien Marokko niet is aangesloten bij de Overeenkomst van Istanbul en er geen sprake zou zijn van een wijziging in de persoonlijke staat.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de geslachtsnaamwijziging in Marokko rechtsgeldig is en dat de ambtenaar de wijziging niet op basis van de Nederlandse openbare orde kan weigeren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de geslachtsnaamwijziging voldoet aan de processuele toets van artikel 10:24 BW, wat betekent dat de wijziging in Nederland erkend moet worden. De rechtbank heeft het beroep van de verzoekers gegrond verklaard, het besluit van de ambtenaar vernietigd en de ambtenaar gelast om de latere vermelding van de geslachtsnaamwijziging op te maken en toe te voegen aan de geboorteakten van de verzoekers.
Deze uitspraak benadrukt het belang van erkenning van buitenlandse naamswijzigingen en de toepassing van de Nederlandse wetgeving in gevallen waar verzoekers zowel de Nederlandse als een andere nationaliteit bezitten. De rechtbank heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand opgedragen om de geslachtsnaamwijziging van de verzoekers in Nederland te erkennen, zodat zij niet langer de geslachtsnaam dragen die zij als onwelvoeglijk ervaren.