ECLI:NL:RBAMS:2021:5497

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
29 september 2021
Publicatiedatum
30 september 2021
Zaaknummer
C/13/698319 / FA RK 21-1374
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning van geslachtsnaamwijziging van verzoekers in Nederland na positieve beslissing van Marokkaanse autoriteiten

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 29 september 2021 uitspraak gedaan over de erkenning van een geslachtsnaamwijziging van drie verzoekers, die hun geslachtsnaam in Marokko hebben gewijzigd. De verzoekers, die zowel de Nederlandse als de Marokkaanse nationaliteit bezitten, hebben de ambtenaar van de burgerlijke stand in Nederland verzocht om hun Nederlandse geboorteakten aan te passen in overeenstemming met de wijziging die in Marokko is doorgevoerd. De ambtenaar weigerde dit verzoek, met als argument dat de wijziging niet binnen de Nederlandse wettelijke kaders mogelijk was, aangezien Marokko niet is aangesloten bij de Overeenkomst van Istanbul en er geen sprake zou zijn van een wijziging in de persoonlijke staat.

De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de geslachtsnaamwijziging in Marokko rechtsgeldig is en dat de ambtenaar de wijziging niet op basis van de Nederlandse openbare orde kan weigeren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de geslachtsnaamwijziging voldoet aan de processuele toets van artikel 10:24 BW, wat betekent dat de wijziging in Nederland erkend moet worden. De rechtbank heeft het beroep van de verzoekers gegrond verklaard, het besluit van de ambtenaar vernietigd en de ambtenaar gelast om de latere vermelding van de geslachtsnaamwijziging op te maken en toe te voegen aan de geboorteakten van de verzoekers.

Deze uitspraak benadrukt het belang van erkenning van buitenlandse naamswijzigingen en de toepassing van de Nederlandse wetgeving in gevallen waar verzoekers zowel de Nederlandse als een andere nationaliteit bezitten. De rechtbank heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand opgedragen om de geslachtsnaamwijziging van de verzoekers in Nederland te erkennen, zodat zij niet langer de geslachtsnaam dragen die zij als onwelvoeglijk ervaren.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/698319 / FA RK 21-1374
Beschikking van 29 september 2021 betreffende weigering ambtenaar burgerlijke stand tot het opmaken van een akte, als bedoeld in artikel 1:27 van het Burgerlijk Wetboek
in de zaak van:

1.[verzoeker 1] ,wonende te [woonplaats] ,verzoekende partij sub 1,hierna te noemen [verzoeker 1] ,

en
2. [verzoeker 2] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij sub 2,
hierna te noemen [verzoeker 2] ,
en
3. [verzoeker 3]
,
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij sub 3,
hierna te noemen [verzoeker 3]
advocaat mr. M.R.P. Hoppenbrouwers te Amsterdam,
tegen
de ambtenaar van de burgerlijke stand,
zetelende te Amsterdam,
verwerende partij,
hierna te noemen de ambtenaar,

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van:
- het verzoekschrift van verzoekers, ingekomen op 25 februari 2021;
1.2.
De mondelinge behandeling achter gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 2 september 2021.
1.3.
Verschenen zijn:
  • [verzoeker 1] en [verzoeker 2] , bijgestaan door mr. Hoppenbrouwers;
  • de heer [naam 1] namens de ambtenaar.
1.4.
[verzoeker 3] is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet op de mondelinge behandeling verschenen.

2.De vaststaande feiten

2.1.
[verzoeker 1] is op [geboortedatum 1] 1981 te [geboorteplaats] geboren. [verzoeker 2] is op [geboortedatum 2] 1984 te [geboorteplaats] geboren. [verzoeker 3] is op [geboortedatum 3] 1994 geboren. Hun ouders zijn [de moeder] en [de vader] .
2.2.
Verzoekers dragen de geslachtsnaam [geslachtsnaam] .
2.3.
Verzoekers hebben zich tot de minister van Binnenlandse Zaken, afdeling burgerlijke stand, van Marokko gewend met het verzoek hun geslachtsnaam te wijzigen van [geslachtsnaam] in [nieuwe geslachtsnaam] . Op grond van het oordeel van het hoger comité van de burgerlijke stand is de beslissing genomen dat er toestemming wordt gegeven om de familienaam van verzoekers te vervangen door [nieuwe geslachtsnaam] . Het besluit is vervaardigd op 24 januari 2020. De minister van Binnenlandse zaken is belast met de uitvoering van het besluit. De geslachtsnaam van verzoekers is op hun Marokkaanse geboorteaktes gewijzigd.
2.4.
Verzoekers hebben de ambtenaar verzocht om hun Nederlandse geboorteakten te wijzigen in die zin dat de geslachtsnaam wordt gewijzigd van [geslachtsnaam] in [nieuwe geslachtsnaam] . Op 15 januari 2021 heeft de ambtenaar het besluit genomen tot weigering van het verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam.
2.5.
Verzoekers hebben de Nederlandse en de Marokkaanse nationaliteit.

3.De beoordeling

3.1.
Verzoekers hebben verzocht te verklaren voor recht dat de met betrekking tot verzoekers op 24 januari 2020 op hen betrekking hebbende buiten Nederland opgemaakte akten overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie zijn opgemaakt of gedaan en naar hun aard vatbaar zijn voor opneming in een Nederlands register van de burgerlijke stand en de ambtenaar opdracht te geven hiervan een akte op te maken.
3.2.
Verzoekers onderbouwen het verzoek als volgt. De opa van verzoekers is in 1934 in Marokko geboren. Bij zijn geboorte heeft hij de naam [naam 2] gekregen. Het betreft een voornaam, omdat het in die tijd en in die streek in Marokko gebruikelijk was om een kind alleen een voornaam te geven. Vermoedelijk eind jaren 60 begin jaren 70 is hij vanuit Marokko naar Nederland gekomen. Bij die gelegenheid heeft hij zich moeten laten registreren. Hij wist zijn achternaam niet, waardoor hij zich heeft laten registreren onder de naam [geslachtsnaam] . [geslachtsnaam] verwijst naar een gast uit het café van de opa van verzoekers. Verzoekers zijn er nadien achter gekomen dat de familienaam van de opa [nieuwe geslachtsnaam] is geweest, terwijl zij nu de achternaam van een gast van het café dragen. Zij vinden de naam [geslachtsnaam] onwelvoeglijk en bespottelijk. Zij ervaren zeer veel hinder door de geslachtsnaam.
Verzoekers hebben bij de bevoegde Marokkaanse autoriteiten een verzoek ingediend tot achternaamwijziging. Op dit verzoek is positief beslist, hetgeen er toe heeft geleid dat de Marokkaanse geboorteaktes van verzoekers zijn gewijzigd. Nadien hebben verzoekers zich gewend tot de ambtenaar in Nederland met het verzoek om de geslachtsnaam op de Nederlandse aktes te wijzigen. De ambtenaar heeft dit verzoek echter niet ingewilligd.
Verzoekers menen dat voor naamswijzigingen die niet worden bestreken door de regeling van de Overeenkomst van Istanbul 1958 (hierna: de Overeenkomst van Istanbul) de erkenningsregeling van artikel 10:24 BW analoog dient te worden toegepast. Deze erkenningsregel dient naar de mening van verzoekers te gelden voor buitenlandse naamswijzigingen die worden verkregen door zowel een rechterlijke beslissing als door een administratieve autoriteit.
Uit een brief van mei 2015 zou volgen dat de ambtenaar de hierboven beschreven processuele erkenningsregel alleen toepast ter zake van buitenlandse naamswijzigingen die door een rechterlijke beslissing zijn verkregen. Wat betreft buitenlandse zelfstandige naamswijzigingen die worden verkregen door een administratieve autoriteit wordt daarentegen ten onrechte voorgesteld een conflictrechtelijke toets aan te leggen. Dit houdt in dat een naamswijziging slechts wordt erkend indien deze is toegestaan volgens het recht van de nationaliteit van de persoon van wie de naam wijzigt. Een Nederlander kan dan alleen geslachtsnaamwijziging verkrijgen op grond van het Besluit geslachtsnaamwijziging. Dit impliceert dat in deze opvatting buitenlandse administratieve naamswijzigingen van een Nederlander hier niet worden erkend. Verzoekers stellen zich op het standpunt dat er volgens Marokkaanse wetgeving sprake is van een rechtsgeldig verzoek en beslissing. Zij menen daarom dat hun verzoek tot geslachtsnaamwijziging dient te worden toegewezen.
3.3.
De ambtenaar voert verweer en stelt dat hetgeen verzoekers willen niet mogelijk is binnen de huidige wettelijke kaders. Artikel 10:24 BW bepaalt dat namen die zijn gewijzigd ter gelegenheid van een wijziging van de persoonlijke staat kunnen worden erkend. Van een wijziging van de persoonlijke staat is naar de mening van de ambtenaar echter geen sprake. De Overeenkomst van Istanbul bepaalt dat naamswijzigingen van daarbij aangesloten landen kunnen worden erkend. Marokko is echter niet aangesloten bij de Overeenkomst van Istanbul en daarbij komt dat er sprake is van reciprociteit. Dat houdt in dat de erkenningsregeling geen universele werking heeft en dus niet kan worden toegepast op niet-aangesloten landen. De enige bepaling over IPR naamrecht die toegepast kan worden is 10:19 BW. Dat artikel bepaalt echter dat op Nederlanders steeds Nederlands naamrecht van toepassing is. Naar Nederlands naamrecht is de Koning bevoegd om de geslachtsnamen te wijzigen. Verzoekers hebben zich echter niet tot de Nederlandse Koning maar tot de Marokkaanse autoriteiten gewend. Deze zijn niet bevoegd tot een naamswijziging naar Nederlands recht.
Rechtsmacht en toepasselijk recht
3.4.
De Nederlandse rechter heeft op grond van artikel 3 Rv rechtsmacht. Op het verzoek is Nederlands recht van toepassing.
Ontvankelijkheid
3.5.
Naar aanleiding van – zoals in dit geval – een besluit van een ambtenaar van de burgerlijke stand om op grond van artikel 1:18c of 20c BW te weigeren een akte van de burgerlijke stand op te maken, een latere vermelding aan een akte toe te voegen of, buiten het geval van stuiting van het huwelijk of het geregistreerd partnerschap en dat van afgifte van een afschrift of een uittreksel, aan een verrichting mee te werken, kunnen belanghebbende partijen binnen zes weken na de verzending van dat besluit een verzoek indienen bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waar de standplaats van de ambtenaar van de burgerlijke stand is gelegen (artikel 1:27 BW).
3.6.
Aangezien het gaat om een besluit van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam is deze rechtbank bevoegd om kennis te nemen van het verzoek. De verzoekers hebben het verzoek binnen de gestelde termijn van zes weken ingediend, zodat zij ontvankelijk zijn in het verzoek.
Inhoudelijke beoordeling
3.7.
Verzoekers menen dat het rechtsfeit dat hun geslachtsnaam in Marokko is gewijzigd in Nederland dient te worden erkend. De rechtbank dient te beoordelen of de ambtenaar op juiste gronden heeft geweigerd mee te werken aan het opmaken van de akte latere vermelding betreffende de geslachtsnaamwijziging. Uit artikel 1:18c lid 2 BW volgt dat de ambtenaar (onder meer) weigert tot het opmaken van de akte over te gaan, indien hij van oordeel is dat de Nederlandse openbare orde zich hiertegen verzet. De rechtbank begrijpt dat de ambtenaar meent dat de openbare orde zich verzet tegen het opmaken van de latere vermelding, omdat dit niet binnen de huidige wettelijke kaders mogelijk is.
3.8.
Tussen partijen is niet in geschil dat artikel 3 lid 1 van de Overeenkomst van Istanbul niet kan worden toegepast, nu Marokko niet is aangesloten bij deze overeenkomst en de wederzijdse erkenning van geslachtsnaamswijzigingen op grond van deze Overeenkomst op reciprociteit is gebaseerd. Voor de erkenning van een wijziging in een geslachtsnaam die buiten Nederland heeft plaatsgevonden, kan voorts naar artikel 10:24 BW worden gekeken. Artikel 10:24 lid 1 BW bepaalt dat indien de geslachtsnaam of de voornamen van een persoon ter gelegenheid van de geboorte buiten Nederland zijn vastgelegd of als gevolg van een buiten Nederland tot stand gekomen wijziging in de persoonlijke staat zijn gewijzigd en zijn neergelegd in een overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akte, de aldus vastgelegde of gewijzigde geslachtsnaam of voornamen in Nederland worden erkend. De erkenning kan niet wegens onverenigbaarheid met de openbare orde worden geweigerd op de enkele grond dat een ander recht is toegepast dan uit de bepalingen van deze wet zou zijn gevolgd.
3.9.
Artikel 10:24 lid 1 BW ziet slechts op situaties waar de geslachtsnaam is vastgesteld of gewijzigd ter gelegenheid van de geboorte buiten Nederland of als gevolg van een buiten Nederland tot stand gekomen wijziging in de persoonlijke staat. Een wettelijke definitie van het begrip persoonlijke staat is niet gegeven. De rechtbank sluit voor de invulling van dit begrip aan bij hetgeen de Commissie van Advies voor de zaken betreffende de burgerlijke staat en de nationaliteit in haar Officiële Mededeling 1/2011, onder ‘wijzigingen in de persoonlijke staat’ heeft verstaan, te weten ‘wijzigingen in de wettelijke relatie tussen twee personen die gevolgen hebben voor de geslachtsnaam of voornamen van een persoon’. Daarbij valt met name te denken aan wijzigingen in de wettelijke relatie tussen personen door afstamming, zoals erkenning, wettiging, adoptie of gerechtelijke vaststelling van het ouderschap, dan wel door het huwelijk of geregistreerd partnerschap. Daarvan is in dit geval geen sprake. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de enkele geslachtsnaamwijziging van verzoekers in Marokko niet als wijziging in de persoonlijke staat kan worden gekwalificeerd.
3.10.
Naar het oordeel van de rechtbank dient artikel 10:24 BW echter ruim uitgelegd te worden en dient de erkenningsregeling ook te gelden voor van overheidswege tot stand gekomen buitenlandse naamswijzigingen waarin geen sprake is van een wijziging in de persoonlijke staat, maar die wel de processuele toets van artikel 10:24 BW doorstaan. In het geval een geslachtsnaamwijziging de processuele toets doorstaat, dient immers ervan te worden uitgegaan dat de geslachtsnaamwijziging rechtsgeldig tot stand is gekomen, zodat de geslachtsnaamwijziging niet hier aan de hand van de Nederlandse verwijzingsregels opnieuw dient te worden beoordeeld. Daar komt bij dat aanvaarding van de bevoegdheid van de buitenlandse autoriteit inhoudt dat ook moet worden aanvaard dat deze autoriteit beslist met toepassing van de eigen rechtsregels. In dit kader acht de rechtbank bovendien relevant dat de ambtenaar tijdens de mondelinge behandeling heeft bevestigd dat de gemeente Amsterdam de processuele toets toepast ten aanzien van buitenlandse geslachtsnaamwijzigingen die door een rechterlijke beslissing zijn verkregen. Indien de geslachtsnaamwijziging dus door de processuele toets heen komt en het een rechterlijke beslissing betreft, komt de geslachtsnaamwijziging voor erkenning in aanmerking, ook als het niet gaat om een wijziging in de persoonlijke staat. De rechtbank ziet niet in waarom een besluit/rechtshandeling van een bevoegde administratieve autoriteit niet voor erkenning in aanmerking komt, indien dit besluit/ deze rechtshandeling de processuele toets doorstaat. Voor een onderscheid in erkenningsvoorwaarden bestaat naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende grond. Een dergelijk onderscheid is bovendien lastig te rechtvaardigen, aangezien een geslachtsnaamwijziging in sommige rechtstelsels plaatsvindt via tussenkomst van de rechter en in andere rechtsstelsels via tussenkomst van een administratieve autoriteit. De rechtbank zal daarom in het onderhavige geval beoordelen of de geslachtsnaamwijziging van verzoekers de processuele toets van artikel 10:24 BW doorstaat.
3.11.
Als eerste vereiste geldt dat de gewijzigde naam is neergelegd in een ‘overeenkomstig de plaatselijke voorschriften opgemaakte akte’. Met andere woorden er dient sprake te zijn van een rechtsgeldige beslissing of een rechtsfeit dat rechtsgeldig in een akte is neergelegd. Blijkens artikel 20 van de Wet inzake de Burgerlijke Stand (van Marokko) kunnen geslachtsnamen alleen door een besluit van de overheid gewijzigd worden. Verzoekers hebben in het onderhavige geval alle drie een besluit van het Koninkrijk Marokko overgelegd waaruit blijkt dat er toestemming wordt gegeven om de familienaam te veranderen in die zin dat de familienaam [geslachtsnaam] wordt vervangen door [nieuwe geslachtsnaam] . De geslachtsnaamwijziging is in hun Marokkaanse geboorteakten neergelegd. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat aan het eerste vereiste is voldaan.
3.12.
Als tweede vereiste geldt dat sprake is van een bevoegde instantie. Voor deze toets geldt als maatstaf dat de autoriteit op een internationaal algemeen aanvaarde grond rechtsmacht toekomt. Voor bevoegdheid van de administratieve autoriteit moet voldoende aanknoping met de rechtssfeer van zijn land bestaan. In het onderhavige geval hebben verzoekers naast de Nederlandse nationaliteit ook de Marokkaanse nationaliteit. De rechtbank is dan ook van oordeel dat aan het tweede vereiste is voldaan.
3.13.
Vervolgens dient te worden beoordeeld of er sprake was van een behoorlijke rechtspleging of een adequaat onderzoek. Dit volgt impliciet uit artikel 10:24 BW. Bij de toetsing van dit vereiste geldt een nationale maatstaf. Er mag geen sprake zijn van schending van fundamentele beginselen van procesrecht van de eigen staat. Het gaat hier bijvoorbeeld om een tijdige en doelmatige oproeping van de gedaagde partij zodat deze in staat was verweer te voeren, gelijke behandeling van de procespartijen met name ten aanzien van het recht op hoor en wederhoor, een behoorlijk onderzoek van de standpunten van partijen en het beginsel van onpartijdigheid. Indien hier niet aan is voldaan dan blijft erkenning van het in de akte neergelegde rechtsfeit achterwege. In dit geval is niet gesteld en evenmin is gebleken dat er sprake was van schending van fundamentele beginselen, zodat aan het vereiste van een behoorlijke rechtspleging en adequaat onderzoek is voldaan.
3.14.
In de slotzin van artikel 10:24 BW is bepaald dat de erkenning van een in het buitenland verkregen naamswijziging niet wegens strijd met de openbare orde kan worden geweigerd op de enkele grond dat een ander recht is toegepast dan uit de bepalingen van deze wet zou zijn gevolgd. Hieruit volgt impliciet dat de geslachtsnaamwijziging wel aan de openbare orde mag worden getoetst. Naar het oordeel van de rechtbank is niet gebleken dat de geslachtsnaamwijziging leidt tot gevolgen die afbreuk kunnen doen aan waarden en beginselen die in de Nederlandse rechtsorde als essentieel worden beschouwd, dat aantasting daarvan niet kan worden geduld. Van strijd met de openbare orde is geen sprake.
3.15.
De rechtbank concludeert dan ook dat de in Marokko tot stand gekomen geslachtsnaamwijziging is neergelegd in een overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akte. Nu de geslachtsnaamwijziging de processuele toets doorstaat, dient de geslachtsnaamwijziging in Nederland te worden erkend. De rechtbank zal het beroep van verzoekers gegrond verklaren en het besluit van de ambtenaar vernietigen.
3.16.
De rechtbank zal gelet op het voorgaande de verzochte verklaring voor recht als na te melden toewijzen en de ambtenaar gelasten de latere vermelding betreffende de geslachtsnaamwijziging op te maken en aan de Nederlandse geboorteakte van verzoekers toe te voegen. Het belang is erin gelegen dat door erkenning van de geslachtsnaamwijziging verzoekers ook in Nederland de geslachtsnaam [nieuwe geslachtsnaam] zullen dragen en niet langer de geslachtsnaam [geslachtsnaam] , waarvan zij naar eigen zeggen veel last ervaren.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
verklaart het beroep van verzoekers gegrond;
4.2.
vernietigt het besluit van 15 januari 2021 van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam;
4.3.
verklaart voor recht dat de opgemaakte aktes betreffende de geslachtsnaamwijziging van verzoekers overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie zijn opgemaakt en dat de geslachtsnaamwijziging van verzoekers in Nederland wordt erkend;
4.4.
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam om alsnog de latere vermelding betreffende de geslachtsnaamwijziging van verzoekers op te maken, en deze latere vermelding aan de geboorteaktes van verzoekers toe te voegen.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.B. Martens, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. P.M.M. van Bennekom, griffier, op 29 september 2021. [1]

Voetnoten

1.Voor zover tegen de beschikking hoger beroep openstaat kan dit via een advocaat worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (IJdok 20 / Postbus 1312, 1000 BH).