In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 9 september 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met drie anderen betrokken was bij een straatroof. De feiten vonden plaats op 19 september 2020, waarbij het slachtoffer op de openbare weg werd omsingeld door vier mannen. Onder bedreiging van een vuurwapen en een mes werd het slachtoffer beroofd van zijn Rolex horloge, een paar Dior schoenen en een telefoon. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting gevoerd op 4 maart, 7 mei en 26 augustus 2021, waarbij de vordering van de officier van justitie, mr. G.P. Sholeh, en de verdediging door raadsvrouw mr. N. El Farougui aan bod kwamen.
De tenlastelegging omvatte het medeplegen van diefstal met geweld en afpersing, alsook het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de diefstal met geweld en afpersing bewezen kon worden op basis van getuigenverklaringen, camerabeelden en herkenningen door verbalisanten. De verdediging betwistte de herkenning en voerde aan dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte. De rechtbank oordeelde echter dat de herkenningen betrouwbaar waren en dat de verdachte een significante rol had gespeeld in de straatroof.
De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het voorhanden hebben van een wapen en munitie, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij deze had. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 maanden, met aftrek van voorarrest. Tevens werd de vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling toegewezen, omdat de verdachte zich aan een strafbaar feit had schuldig gemaakt tijdens de proeftijd.